Door Pierre Tuning. Pennenstreek 394. “Zou u nu nog het onderwijs in willen gaan?” werd aan Dick Gaijkema gevraagd. “Nee, op dit moment niet,” zei het oud-schoolhoofd van de Hornmeerschool. “Ik zou het nu nooit iemand aanraden. Er is veel over op te merken, aan de opleiding en ook aan de betaling. Ik las juist deze week een column in mijn dagblad: leraren moet je koesteren, goed opleiden en goed betalen. Daar ben ik het helemaal mee eens. Aan het huidige onderwijs zou echt nog veel te verbeteren zijn.”
Hij is de dertiende in de serie interviews van Leni Paul met ‘de juf of meester van toen’. Belangrijke mensen die een grote rol hebben gespeeld in de jeugd van veel Aalsmeerders en Kudelstaarters – en die soms bepalend zijn geweest voor hun verdere carrière.
Ervaringen
Het is interessant om na te gaan hoe de andere twaalf gepensioneerde ‘juffen en meesters’ aankijken tegen het onderwijs van nu.
Lisette Visser-Moleman was schooljuffrouw in Aalsmeer-Oost ‘onder (boven)meester Buisma’ en later in de Hornmeerschool. Zou ze nu nog werkzaam willen zijn in het onderwijs? ‘Als ik het zo van verre volg zeg ik, nee. Er veranderde zo veel. Er is nergens geld voor. Bijvoorbeeld een kind met ADHD in de klas. Daar regelde je in mijn tijd zelf dingen voor zodat zo’n jongen of meisje er gewoon bij hoorde. Nu komt daar een enorme papierwinkel aan te pas. En de invloed van de ouders is ook te groot geworden.’
Bert van Duijn gaf les op de christelijke basisschool De Brug in Aalsmeer-Oost, later op De Graankorrel in Kudelstaart en de Hoeksteen en de Westplas Mavo in de Stommeer. ‘U hebt uw vak met veel plezier uitgeoefend,’ zei Leni Paul. ‘Zou u er in deze tijd ook weer voor kiezen?’ ‘Ja, maar dan wel voor het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs brengt veel minder papieren rompslomp met zich mee. Ik voelde me daarin altijd wat vrijer. Wat het basisonderwijs betreft heb ik wel mooie herinneringen aan spontane uitingen van kinderen.’
André Mosselman gaf twintig jaar les op de Hoeksteen. ‘Ik moet zeggen, ik zou zo weer voor het onderwijs kiezen. Ja, ook in deze tijd, hoewel het onderwijs vaak wat negatief in de pers komt en vooral over de salarissen in dit vak breed uitgemeten is te lezen. Ik zie wel dat de bureaucratie in het onderwijs, de papierwinkel, is toegenomen. Maar terugziend op mijn werkzaam leven heb ik daar heerlijke herinneringen aan.’
Wil Jore-Spaargaren was ‘juf’ op de Rozenstraatschool: ‘Of ik nu nog voor de klas zou willen staan? Nee. Ik ben nog een beetje uit de tijd van: een school hoeft niet alles te doen. Taal, rekenen en lezen, daar is de school voor en ook voor opleiden voor een vak. Maar nu niet voor de leerkrachten al die administratie en dan al die toetsen van tegenwoordig, nee, dat hoeft van mij niet.’
Hélène Homan trad na twee jaar Buurtse school in dienst bij de Rozenstraatschool, later Samen Een. Haar laatste school was OBS Kudelstaart. Hélène zegt nog steeds veel contacten te hebben met enkele ouders: ‘Sommigen werden goede vrienden. Je kende de ouders ook allemaal van de ouderavonden en de hulp die ze gaven. Maar de laatste jaren is alles veranderd. Dan moest je van elk gesprek een verslag maken.’
Zou Han Jongkind, twintig jaar leraar bij de Wiekslag – later opgegaan in de Westplas-mavo – nog terug willen in zijn vorige vak? ‘O nee, ik zou gek worden van de huidige regels. Ik kan terugzien op een heerlijke tijd, ik heb bewust voor het onderwijs gekozen, maar het is nu wel allemaal veranderd in het vak. Ik zou in deze tijd ook zeker niet genoten hebben van het online lesgeven. Als leerkracht is direct contact met je leerlingen hartstikke belangrijk, dat lukt gewoon minder via een beeldscherm. Ik bewonder alle leerkrachten die zo lang online hebben kunnen lesgeven!’
Minke de Vries-Hania was kleuterjuf bij De Zonnebloem in de Hortensialaan en later hoofd van De Buitelaars aan de Jac. P. Thijsselaan. Met twee dochters, vier kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen hoort ze ongetwijfeld voldoende over de stand van zaken in het huidige onderwijs: ‘Ja, en dan zeg ik, het is nu allemaal volkomen anders. Afgezien van het nu in coronatijd werken met de computer zijn de kinderen veel zelfstandiger. Als ik dan hoor dat een jongen van negen een presentatie over Indonesië moet houden dan denk ik, dat was toch vroeger onvoorstelbaar. Ze zijn veel vroeger volwassen.’
Anke Spaargaren-Meester gaf les op de Hornmeerschool en later als invalkracht op diverse basisscholen. Zou het onderwijs haar nu nog trekken? ‘O, nee, er is veel bijgekomen dat er in mijn tijd niet was. Om een paar dingen te noemen: vroeger schreef je met een krijtje op het bord, nu zijn er digitale borden en zo is er nog veel meer veranderd.’
Robert van Unen was leraar op de Westplas-MAVO, voorheen Openbare MAVO. Zou deze enthousiaste man in deze tijd weer het onderwijs in gaan? ‘O, ja hoor. Ik heb het altijd een prachtvak gevonden.’
Johan en Erna Knoop gaven onder meer les in de Immanuelschool (waar nu het Chariot Hotel is gevestigd) en de christelijke school De Brug aan de Machineweg. Zou Johan nu nog dagelijks voor de klas willen staan? Het antwoord komt snel. ‘Ik krijg de indruk dat niet zozeer de kinderen zijn veranderd, vrijmoediger zijn geworden, maar dat met name de ouders zijn veranderd, zich anders opstellen ten opzichte van de leraren.’
Peter Rodenburg, oud-leerling, leraar en directeur van de Antoniusschool: ‘De kinderen zijn niet veranderd, maar wel alles er omheen. Kinderen van nu krijgen te veel impulsen en dan denk ik aan de televisie, de sociale media, het verwachtingspatroon. De ouders verwachten te veel, juist hún verwachtingspatroon ligt te hoog. Of ik weer onderwijzer zou worden? Nou, misschien dan als sportleraar.’
Fietje van Buuren-Hiel gaf onder meer tien jaar les op de basisschool Samen Een. Op haar tachtigste nam Fietje, na een loopbaan van zestig jaar, afscheid van het onderwijs. Zou je weer voor dit beroep kiezen? ‘Ik vond het heel leuk. Je wordt er geen miljonair in maar het vak geeft je veel voldoening.’
Lessen
Wat kunnen wij leren van deze ervaringsdeskundigen? Je moet van kinderen houden, dat is een eerste vereiste. Daarin ligt ook de voldoening die de geïnterviewde leerkrachten aan ‘het vak’ ontlenen. Maar er zijn tegenwoordig veel beren op de weg. Zoals:
- Slechte betaling
- Ondergewaardeerd
- Beroepsopleiding is minder
- De papierwinkel (‘al die administratie’)
- Alles verantwoorden (‘van elk gesprek een verslag’; ‘al die toetsen van tegenwoordig’)
- Bemoeizuchtige ouders
- Kinderen krijgen teveel impulsen
De ‘beleidsmakers’ krijgen straks nog heel wat te doen. Alle ogen zijn gericht op ‘Den Haag’. Maar daar lijkt iedereen zich vooral bezig te houden met zichzelf.