De juf van toen: ‘Hélène Homan

‘Elke dag begon ik met een gedicht’

Door: Leni Paul. Hélène Homan (70), smaakvol gekleed, een opvallende broche van de hand van Hans Appenzeller op de blouse, groeide op in Anna Paulowna, doorliep de Rijks HBS in Den Helder en had aanvankelijk een studie Scandinavische talen in haar hoofd. Maar ook de journalistiek en het onderwijs trokken haar. De keuze viel tenslotte op het onderwijs en ze doorliep de PABO in Den Helder. Hélène: ”Een bijzondere neutrale school met leerlingen van allerlei richtingen. Er zijn er maar twee van in Nederland.”

Dan liever het onderwijs in
Ze schetst haar woonplaats Anna Paulowna als een gemeente in de polder. “Weet je dat het lied Blonde Greetje uit de polder daar vandaan komt? Echt midden in die polder ben ik opgegroeid. Ik wilde er na mijn studie weg, had in het hoofd om Nederlands te gaan studeren en ik heb twee jaar lang avondcolleges gevolgd aan de VU. Dat was best zwaar, 80 boeken lezen tot aan het middeleeuws aan toe. Dan liever het onderwijs in. Het openbaar onderwijs, want daar heb ik altijd voor op de bres gestaan. En ik heb nooit spijt gehad van die keuze.”

Ze solliciteerde in Aalsmeer en daar is ze sinds haar aantreden tot haar pensioen, nu zes jaar geleden, gebleven. “Ik solliciteerde op de school van meester Oldenburg aan de Uiterweg. Ik werd direct aangenomen en had er een heerlijke tijd.”

In gesprek met de directeur Oldenburg en een collega bij de Uiterwegschool in 1973

Hispida
Mogen buitenstaanders vaak reppen over de afstandelijke houding die Aalsmeerders in het algemeen en ‘Buurters’ in het bijzonder nog wel eens plegen aan te nemen ten opzichte van de import-bewoners, voor de jonge Hélène gold dit niet, zo zegt ze: “Het vervoer met de pramen, de kassen, het was allemaal gauw vertrouwd. Veel zelfde achternamen, daar moest ik aan wennen. En op een dag vroeg een leerling me of ik soms een Hispida wilde hebben, die zou hij dan voor me meenemen. Geen idee, maar het was een mooie kamerplant die ik de volgende dag kreeg. Het was ook fijn was dat Oldenburg woonruimte voor me regelde. Ook dat was op de Uiterweg, bij de familie Poldervaart, het eerste huis tegen het dorp aan.”

Het beschikbare materiaal op de school was sober, zegt Hélène. “Er waren leesboekjes en een paar letterdozen, daar moest ik het mee doen en voor de handwerkles was er wat ongebleekt katoen. Het leerlingental was te klein en er volgde dan ook snel nadat ik er in dienst was gekomen een samengaan van de mr. Jac.Takschool en de Rozenstraatschool, het werd de SamenEenschool (luide lach) Op de plek waar de Rozenstraatschool stond woon ik nu in een appartement.”

In een klas van Samen Een (jaartal onbekend)

Die kleine blonde
Ze toont me een leesboekje uit haar begintijd in het onderwijs, een boekje in vale kleuren. “Heerlijk, uit dit boekje komt de oude tijd je tegemoet. Om een voorbeeld te noemen. Alleen de dokter van het dorp bezit in dit boekje een auto.”

Na twee jaar Buurtse school trad ze in dienst bij de Rozenstraatschool, later Samen Een.

“Er waren te weinig leerlingen voor de school op de Uiterweg. Ik kreeg op de SamenEenschool een lagere klas en wilde best een hogere. Daar moest je wel je best voor doen, want in die tijd kregen vrouwen nog uitsluitend de lagere klassen toebedeeld. Dat wilde ik niet. Die kleine blonde zo zeiden ze, sprekend over mij, wil groep 8. Meester Koolen, directeur van SamenEen en Harts, het hoofd van de Rozenstraatschool wilden mijn wens wel inwilligen. Er is een groot verschil in die leeftijdsgroepen en dat is interessant.”

Alle groepen
Na negen jaar kwam er op de Samen Eenschool eveneens een tekort aan leerlingen en kon Hélène aan de slag op de openbare basisschool in Kudelstaart waar Jan van Veen de scepter zwaaide. “Ik heb 35 jaar samengewerkt met Jan en ben er tot mijn pensioen gebleven. Ik heb aan alle groepen les mogen geven en vond de groepen 3 en 8 het leukst. Waarom? In 3 leren kinderen lezen, er gaat dan een wereld voor ze open. En in groep 8 gaan ze puberen, je gaat met ze praten naar welke school ze zullen gaan, je praat over hun toekomst. Zolang ik voor de klas heb gestaan ben ik de dag altijd begonnen met een gedicht, iedere dag weer een ander. Waarom? Ik wilde kinderen ook de liefde voor poëzie meegeven. Of het gelukt is? Ik hoop het.”

Dyslexie
Naast haar taak als reguliere leerkracht zette Hélène zich tien jaar lang in als intern begeleider. “Ik deed daar een studie van twee jaar voor. Een post-HBO-opleiding en mijn taak was dan onder meer het coördineren van de zorg van leerlingen die dat nodig hebben zoals kinderen met dyslexie, slechtziende kinderen, hoogbegaafde kinderen. Dyslexie wordt met name op school pas geconstateerd. Ik moest dan heel veel regelen, maar het was een mooie taak.”

Hélène zegt nog steeds veel contacten te hebben met enkele ouders. “Sommigen werden goede vrienden. Je kende de ouders ook allemaal van de ouderavonden en de hulp die ze gaven. Maar de laatste jaren is alles veranderd. Dan moest je van elk gesprek een verslag maken.”

Bezig met cultuur
Naast haar dagelijkse beroep heeft ze altijd wel tijd gevonden voor bezigheden in de culturele sfeer. “Ik was betrokken bij de oprichting van het bestuur van KCA en van de afdeling Podiumkunsten en literatuur bij KCA. Een enthousiaste groep. Iets oprichten vind ik het leukst om te doen en zo kwam ook de eerste Atelierroute tot stand. KCA heeft echt mijn leven verrijkt. De groep Podiumkunsten en Literatuur organiseerde de cabaretavonden in Bacchus. We verkochten zelf de kaartjes en dan liep ik ‘s avonds laat met het geld in een plastic tas naar huis.”

Een jaar niks gedaan
Ze was destijds als schrijfster nauw betrokken bij het, door AalsmeerVandaag-oprichter Han Carpay opgerichte blad Nieuw Aalsmeers Tijdschrift (NAT). Heeft ze na het afscheid van haar beroepsleven nog meer opgepakt? “Ik heb na mijn pensionering eerst een jaar niks gedaan. Hoewel, ik lees heel veel, heb een grote bibliotheek en koop regelmatig boeken. Maar naar concerten en tentoonstelling gaan, kan niet en ook het reizen, dat ik erg veel deed, is niet meer mogelijk. Toen dacht ik aan vrijwilligerswerk en nu ben ik, samen met Jan van Veen en Wilma Tackenkamp enkele jaren geleden het Taalpunt gaan opzetten, mede met steun van de gemeente. Er zijn hier heel veel buitenlanders uit diverse landen. Taalcoach zijn is heerlijk, er zijn goede contacten, de leerlingen in allerlei leeftijd zijn enthousiast. Mensen krijgen individueel les en daarna zitten we in het Taalcafé gezellig met elkaar. Ik blijf het lesgeven heerlijk vinden. Maar ook dat is nu even niet mogelijk.”

Nadat ze een groot deel van de wereld heeft doorkruist (IJsland, Japan, Nieuw-Zeeland) is ook dit voorlopig voorbij. “Maar ik verveel me niet hoor. Ik heb vier verschillende wandelcontacten. Verder maak ik deel uit van een filosofie-leesgroep. En dan is er mijn grote hobby: lezen. Ida Gerhardt zei het al: Zij die lezen, mogen eenzaam wezen. Prachtig toch!”

Foto’s Laurens Niezen Fotografie en privé archief Hélène Homan

2 reacties

  1. Juf Homan had altijd een cavia in de klas waarvoor we om de beurt in duo’s een komkommer voor mochten gaan kopen. En niemand kon Pluk van de Petteflet zo fijn voorlezen als zij, als beloning als we goed ons best hadden gedaan.
    Mooi artikel over de bezieling van deze juf.

  2. Juffrouw Homan…..wat heb ik een warme herinneringen aan haar! Wij zaten in de eerste klas (letterlijk) bij Juf Homan op de Uiterwegschool van meester Oldenburger, en na twee jaar verhuisden we naar Samen Een. Later hebben mijn kinderen weer les gehad van dezelfde juf op de OBS in Kudelstaart. Daar is overigens ook de foto in de klas van, deze is niet in Samen Een. Ik herken de gezichten van klasgenoten van mijn oudste zoon, Nigel. Mijn moeder zou zeggen; ‘zij is een echte pedagoog’. Geweldig leuk om dit te lezen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin