Iedere keer weer als ik naar de gefotoshopte woningen en gebouwen van Reint Baarda kijk, word ik er door gefascineerd. Niet vanwege de architectonische kwaliteiten van de gebouwen. Dat juist niet. Het gaat bij Reint om de zeggingskracht en het samenspel van kleuren, vlakken, lijnen en vormen. Een felgekleurde raamadvertentie of vuilnisbak is voor hem van evenveel waarde als het felle wit van een boeideel. Hij laat zien dat de toevallige schoonheid van een brugwachtershuisje niet onderdoet voor de uitgekiende compositie van een kerktoren.
Iedere verwijzing naar een gebruik door mensen ontbreekt, geen tuinen, gordijnen of planten. Alles is gedaan om een vertrouwde realistische manier van kijken te ontregelen. Luchten en glaspartijen zijn vervangen door een kleur, hinderlijk struikgewas is weggeshopt en dat wat een foto zo realistisch maakt, de suggestie van driedimensionaliteit, is teniet gedaan. Het zijn ingrepen vanuit de gedachte dat de foto van een gebouw niet hetzelfde is als een gebouw. Dat het net zoals bij het beroemde schilderij van Magritte ´Ceci nest pas une pipe´ om een afbeelding gaat.
Het is een gedachtesprong die de ruimte geeft om aan de elementen waaruit de afbeelding is opgebouwd een geheel andere, meer abstracte betekenis te geven. Een dak en een gevel worden kleurvlakken, een raam wordt een gat in een vlak of een compositie van horizontale en verticale lijnen en een dakkapel een kleuraccent. Het is een manier van denken die geen ruimte biedt aan een architectuur gebaseerd op illusies. Een notaris- of jaren dertig woning zijn binnen deze manier van denken betekenisloze en onwerkbare begrippen. Het gaat om gaten, vlakken lijnen en ruimte. Een totaal andere manier van kijken die een totaal andere architectuur oplevert. Bijvoorbeeld het Rietveld Schröderhuis, maar ook meer hedendaagse woningen of gebouwen die als sculpturen in het landschap zijn verankerd.
Wanneer ik Reint bel om over zijn werk te praten vertelt hij mij dat men in de schilderkunst er eeuwen over heeft gedaan om tot het perspectief te komen en dat hij in zijn werk de weg terug is gegaan. Wat hij er precies mee bedoelt ontgaat me, wel moet ik, nu ik zo met zijn werk bezig ben, denken aan de tentoonstelling ‘Mondriaan en de Stijl’ in het Gemeentemuseum van den Haag. Wanneer ik het boek ‘Piet Mondriaan de man die alles veranderde’ doorblader kom ik in het hoofdstuk ‘Parijs 1911-1914’ een tekst tegen die een manier van kijken weergeeft die overeenkomsten vertoont met die van Reint:
‘Hij streeft de illusie van dieptewerking en opbouw van een schilderij in een voor- en achtergrond niet langer na……Mondriaan probeert juist steeds meer die dieptewerking op te heffen. Sterker nog, gaandeweg zal hij erin slagen de suggestie van perspectief uit te bannen en te vervangen door een ruimtelijke werking. Meer en meer versmelten voor- en achtergrond en wordt het beeldvlak een beweeglijk geheel…..in 1914 komt Mondriaan tot zijn eerste volledig abstracte schilderijen. Hij baseert zich onder andere op het vlakken- en lijnenspel van de gevels van de Parijse huizenblokken. De gevels, vaak deels afgebroken of beplakt met affiches, fascineren hem door de vlakverdeling. Hoewel zijn werk niet direct verwijst naar deze werkelijkheid, wordt hij mateloos geïnspireerd door het ritmische patroon van vlakken en lijnen dat hij in deze gevels ontwaart.’
Het is opvallend hoe ook Reint voor- en achtergrond laat samensmelten en het voor hem net als bij Mondriaan gaat om lijnen en vlakken van de gevels. Fascinerend hoe hij, dankzij hedendaagse technieken, kan laten zien hoe een andere manier van kijken een ander beeld geeft op de alledaagse werkelijkheid.
Ik ben benieuwd hoe hij zich in zijn werk zal ontwikkelen. Mondriaan eindigde met het schilderij ‘Victory Boogie Woogie’ dat uitgroeide tot een icoon van de moderne tijd, vrijheid en abstracte kunst. Het is een werk dat zonder de liefde voor de dans en de muziek nooit zou zijn ontstaan. Op de dansvloer ben ik Reint nog niet tegen gekomen, maar wie weet inspireert deze column.
Reint Baarda exposeert in het Oude Raadhuis t/m 3 december samen met Monic Persoon, Kuno Grommers en Harriët Mastboom. Gedurende deze periode zal ik samen met hem langs een aantal van zijn gefotografeerde gebouwen rondwandelingen organiseren. Nadere informatie volgt.
Joop Kok is architect en cultuurliefhebber. Is weer gaan studeren, cultureel erfgoed. Kenner van Aalsmeerse gebouwen. Geeft met die achtergrond rondleidingen door het centrum van Aalsmeer. Milder geworden de laatste jaren. Niet verlegen om een mening. Eigenwijze vent.
2 reacties
Een heel verhaal maar voor mij gewoon prachtig werk. Juist door het weglaten. Alle gebouwen komen zo mooi naar voren.
In dit geval Aalsmeer in zijn puurste vorm. Niet meer en niet minder. Mijn favoriet: Het Brugwachtershuisje