
Je maakt deel uit van de Randstad, maar je woont wel op een welig begroeid schiereiland, aan het water. Je beschikt over een mini-veestapel en tussen het frisse groen, de lentebloemen en de bijzondere soorten kippen, zit je bij mooi weer heerlijk in je in de tuin staande houtgestookte hot-tub.
‘Lucky birds’ zijn ze, het echtpaar Marcel Jongkind en Roger Chapman. Eerstgenoemde is een oer-Aalsmeerder, de wieg van de laatste stond op een boerderij in het Engelse Yorkshire.

We pluizen eerst wat familiebanden uit.
Zwarte Jaap in telefoonboek
Marcel: ”Mijn opa was Zwarte Jaap uit het Farregat. Ja, er is nog een Zwarte Jaap op de Uiterweg, maar mijn opa was de enige die onder de Z als Zwarte Jaap in het Aalsmeerse telefoonboek stond. Coq Scheltens-Jongkind was mijn tante. We hebben hier ook nog wat werk van haar in huis hangen, ze kwam hier graag.”

De woning, door de meeste Aalsmeerders aangeduid als ‘Het Stokkelandhuis’, werd gebouwd in opdracht van het echtpaar Jan en Alberdien Alderden-Maarse. Eind jaren twintig trok het echtpaar, dat kinderloos bleef, in de woning en ze woonden er hun leven lang.

Problemen
Er volgt een lang verhaal over de problemen rondom het huis dat drie jaar leeg stond. Na veel voor een leek wat ondoorzichtelijke procedures en onverkwikkelijke discussies over een in Jongkinds ogen onterecht opgelegde huurverhoging, kwam het via een rechtszaak uiteindelijk tot het resultaat dat de twee mannen in het huis konden blijven wonen.
“We hebben allebei best twee rechterhanden en we hebben het interieur van het huis dat inmiddels gemeentelijk monument is, geheel aan onze smaak aangepast.”

Als een warme jas
Elke dag werkend in het hectische Amsterdam moet het een verademing zijn hier dagelijks terug te keren in een bijna pastorale omgeving van groen en water. Hebben ze veel veranderd aan het huis?
Elke dag werkend in het hectische Amsterdam moet het een verademing zijn hier dagelijks terug te keren in een bijna pastorale omgeving van groen en water. Hebben ze veel veranderd aan het huis?
“Er is ook veel in de oorspronkelijke staat gebleven. Het plafond bijvoorbeeld is origineel. Er zaten veel Jugendstil-elementen in het huis en ook die hebben we zo gelaten. De grote kast en ook de klok van de familie Alderden zijn gebleven. In het huis overheersten de muisgrijze tinten, dat hebben we wel veranderd. In totaal is het huis 70 vierkante meter. Niet groot, maar het zit ons als een warme jas.”

Een kleine woning, maar uiterst praktisch ingericht. Een keuken met moderne apparatuur, een eet/hobbykamer en verscholen in de gang de douche.
Bier in de kruiwagen
Over de steile trap komen we in de bovenverdieping waar zich de slaap- en logeerkamer bevinden. De Alderdens namen een groot deel van hun leven de roeiboot als ze boodschappen gingen doen. Hebben ze die gewoonte in ere gehouden?
“Nou nee, wij doen het anders. Sinds de houten brug richting Raadhuis er is gekomen nemen we een kruiwagen als we naar Albert Heijn op het Praamplein gaan,” zegt Roger. Ik vermoed dat de mensen wel eens vreemd zullen opkijken als ze mij met een kruiwagen en daarop een krat bier door de Zijdstraat zien lopen, maar het is heel gewoon voor ons en via het pad achter het Raadhuis komen we zo gemakkelijk thuis.”

Over het pad dat voert langs het atelier van Carla Huson komt men in het openbare kleine bos waar zich nog wel eens, zo zeggen beiden, ‘vreemde zaken’ afspelen en, naar ze vermoeden, allerlei onduidelijke dingen worden gedumpt. “Maar er komen in de weekends ook veel wandelaars langs. Vaak bekenden en dan wuiven we naar ze als we lekker in onze houtgestookte hot tub zitten.”
Is Alberdien Alderden nog wel eens terug geweest in dit huis, waar ze haar leven lang woonde? Marcel:”Ik ben haar wel een paar keer in het Zorgcentrum gaan opzoeken, maar nog eens hier terug komen om alles te bekijken, nee dat wilde ze niet meer.”
Tekst Leni Paul, foto’s Arjen Vos
Eerder verschenen in deze serie
Zie voor filmimpressies van deze woningen onze facebookpagina
Suggesties voor deze rubriek? Mail naar info@aalsmeervandaag.nl
(advertentie)
365
5 reacties
Je kunt een gemeentewoning wel verhuren als “dienstwoning’ aan je ambtenaar/werknemer als dit noodzakelijk is voor een goede taakinvulling. Ook mag de werknemer feitelijk niet kunnen afzien van de bewoning daarvan. De werknemer heeft dus geen keuze als het gaat om het al dan niet betrekken van de woning. Liggen de verhoudingen tussen werkgever en werknemer (huurder) anders dan is er meestal sprake van een zgn. ‘lokwoning’, een gewone (bedrijfs)huurwoning waarbij de huurder o.a. recht heeft op huurbescherming.