Door: Jan Dreschler. De zorgsector lijkt steeds meer het zorgenkindje te worden van de Nederlandse samenleving. We horen over stijgende kosten, personeelsgebrek, falende zorg en toenemende vergrijzing met als gevolg daarvan een groter beroep op diezelfde zorg.
Maar hoe is het eigenlijk in Aalsmeer gesteld met zorg en welzijn? In een aantal interviews met sleutelfiguren zoekt Aalsmeer Vandaag naar een antwoord op die vraag die dit keer wordt voorgelegd aan twee huisartsen; iemand die al dertig jaar praktijk uitoefent in Aalsmeer en iemand van de jongere generatie. Ze zijn niet gemakkelijk samen te strikken, maar het lukt aansluitend aan een bijeenkomst van het wijksamenwerkingsverband, een begrip dat vaak ter sprake komt.
Frans Göbel is huisarts in Aalsmeer sinds 1995 en vindt het geweldig om hier te wonen en te werken. “De mensen zijn vriendelijk, ze denken met je mee en ‘ons kent ons’. Het is geleidelijk wel wat veranderd. Vroeger waren er meer autochtone Aalsmeerders, harde werkers, waarbij het bedrijf toch voorging, “hoezo rugpijn?” Hij vertelt over een patiënt met een maagperforatie, die toch eerst voor de seringen moest zorgen voordat hij bereid was zich bij het ziekenhuis te vervoegen. Tegenwoordig is er meer import en neemt het aantal klachten toe. Mensen zijn veeleisender, ofschoon dat in Aalsmeer ook wel weer meevalt.
Ewout Weve is nu acht jaar huisarts in Aalsmeer. Hij onderschrijft de mening van Frans over Aalsmeer: “Het is een echte dorpse gemeenschap en daar hou ik van.”
Beiden hebben hun praktijk in het gezondheidscentrum aan het Driekolommenplein.
Werk verdelen
Binnen het genoemde wijksamenwerkingsverband is er nauwe samenwerking met andere disciplines zoals fysiotherapie, apotheek, wijkverpleging enzovoort. “Dat is ook wel noodzakelijk, want als we het werk niet zouden verdelen ga je het als huisarts niet redden. Het is niet dat er te weinig huisartsen zijn, maar wel dat de hulpvragen enorm zijn toegenomen. Veel problemen waarvoor men zich tot de huisarts wendt kunnen beter op een andere plek behandeld worden, waar meer expertise is. Dat maakt zo’n wijksamenwerkingsverband buitengewoon belangrijk.”
Huisarts kan niet alles bieden
Ze zien dat in de toekomst nog wel toenemen. Ben je eenzaam, dan is een welzijnsorganisatie een betere plek. Voor iets aan je knie kun je beter meteen naar de fysiotherapeut gaan. Nu nog is het zo dat het verwijzen naar een specialist is voorbehouden aan de huisarts, maar het zou goed kunnen dat dat in de toekomst verandert. Het is van groot belang dat mensen snappen dat de huisarts niet alles kan bieden, maar dat het er vooral om gaat om de juiste zorg op de juiste plek te realiseren. De toegenomen werkdruk komt overigens niet alleen van de kant van patiënten. Om de zorg betaalbaar te houden zijn veel taken vanuit het ziekenhuis overgeheveld naar de eerstelijns zorg.
Göbel zegt “er zijn niet te weinig doctoren, maar er zijn te veel zorgvragers. En de structurele oplossing voor dat probleem is samenwerking binnen de zorg èn een gezonder leefpatroon door patiënten, Gezond levende mensen hebben gewoon minder zorg nodig.”
Dure huisvesting
Tegelijkertijd kun je zeggen dat er op dit moment wel iets te weinig huisartsen zijn in Aalsmeer. “Er zouden één of twee praktijken bij kunnen. Dat komt onder andere doordat er veel nieuwe woningen gebouwd worden en omdat er extra zorg is voor mensen die hier tijdelijk verblijven. Bij het eerste stuit je op het vestigingsklimaat en dat valt in Aalsmeer niet mee. De dure huisvesting is een probleem waar een beginnend huisarts over struikelt. Je hebt immers nog niet zoveel patiënten. Ook personeel is moeilijk te vinden met deze schrale arbeidsmarkt.
Een voorbeeld is het nieuwbouwproject in de Hornmeer. Er is ruimte gereserveerd voor zorgverlening, maar het is veel te duur. In de nieuw te bouwen wijk in Oost, die voorlopig Buitenveen genoemd wordt, is helemaal geen ruimte voor een huisarts gepland. Het zou wenselijk zijn dat de gemeente bij de ontwikkeling van een wijk niet alleen ruimte vrij maakt voor gezondheidszorgvoorzieningen, maar ook afspraken maakt met de projectontwikkelaar dat dit voor een betaalbaar bedrag moet worden aangeboden.
Overigens is het contact met de gemeente goed. Het wijksamenwerkingsverband heeft een paar keer per jaar overleg met de wethouder en de ambtenaren en de rol van de gemeente wordt als steunend ervaren.
Minder gezond leefpatroon
Wat de taak ook zwaarder maakt zijn de vele mensen van elders die in Aalsmeer wonen en werken. Ze hebben vaak geen huisarts. “Als gezamenlijke huisartsen hebben we besloten dat we de zorg voor hen op ons nemen, maar het is wel een extra belasting. Het gaat niet om de meest gemakkelijke patiënten. Er is een taalbarrière, mensen komen soms laat met hun klachten en er is sprake van een minder gezond leefpatroon. Met andere woorden het zijn niet de meest gezonde mensen en dat geeft extra werk.”
Een ander knelpunt is de jeugdzorg. Er worden tegenwoordig hoge eisen gesteld aan kinderen en bezorgde ouders komen vaker met de vraag heeft mijn kind ADHD of Autisme? De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg berust bij de gemeente die daarvoor een rijkbijdrage ontvangt. Tegelijkertijd komen veel klachten bij de huisarts terecht. Het gezondheidscentrum is in de gelukkige omstandigheid dat er een praktijkondersteuner voor jeugdzaken, betaald door de gemeente, in het centrum aanwezig is. Deze zijn echter moeilijk te krijgen, dus het is kwetsbaar. Bovendien is er een grote bezuiniging op komst.
Van het grootste belang is dat we in Nederland en in Aalsmeer een goed beeld hebben van wat er mogelijk is. Ewout zegt: “We willen misschien wel een 10, maar moeten soms accepteren dat het wat minder is.”
Langer en gelukkiger
De vraag is hoe de toekomst er uit gaat zien. Beiden vinden het belangrijk dat nog steeds elke inwoner van Aalsmeer terecht kan bij een vaste huisarts die hem of haar persoonlijk kent. Alleen dan kun je optimale zorg bieden. “Onderzoek wijst uit dat patiënten die een langdurige relatie hebben met dezelfde huisarts langer en gelukkiger leven.”
Met alle zorgen die er zijn, eindigt het gesprek toch op positieve toon. “Als huisartsen hebben we het goed getroffen in Aalsmeer en dat geldt niet alleen voor de artsen, maar ook voor de wijkverpleging, de fysiotherapie en ook met onze patiënten. Dat komt ook wel door het feit dat Aalsmeer toch nog een beetje kleinschalig is. “Als ik midden in de nacht met een probleem zit en ik doe een beroep op een collega of de thuiszorg, dan word ik altijd geholpen.”
(Foto’s: Jaap Maars)
Eén reactie
Mooi dat ingegaan wordt op de ontwikkelingen in de zorg. Wat is er de afgelopen 50 jaar veel veranderd, en wat kan er veel meer dan vroeger! Het wijksamenwerkingsverband is belangrijk waardoor nieuwe initiatieven zoals de rollatorwandelgroep en welzijn op recept kunnen ontstaan!