Door: Jan Dreschler. De zorgsector lijkt steeds meer het zorgenkindje te worden van de Nederlandse samenleving. We horen over stijgende kosten, personeelsgebrek, falende zorg en toenemende vergrijzing met als gevolg daarvan een groter beroep op diezelfde zorg. Maar hoe is het eigenlijk in Aalsmeer gesteld met zorg en welzijn. In een aantal interviews met sleutelfiguren zoekt AalsmeerVandaag naar een antwoord op die vraag.
Yvon Molenkamp werkt al dertien jaar voor Zorggroep Aalsmeer. Ze is een bezige bij en heeft een dubbele functie. Enerzijds is zij casemanager dementie en anderzijds zorgconsulent. Een casemanager dementie begeleidt mensen met dementie zolang die nog thuis wonen. Als zorgconsulent beheert Yvon de wachtlijst van Zorgcentrum Aelsmeer. Ook beheert ze de urgentielijst voor de aan- een inleunwoningen en is vraagbaak voor alle vragen rond de Wet Langdurige Zorg.
Vertrouwde gezichten
Wat haar aan het begin van het gesprek van het hart moet is “dat we het goed doen in Aalsmeer als het gaat om ouderenzorg.” In de eerste plaats is er wat te kiezen. Er zijn drie verpleeghuizen waaruit gekozen kan worden Kloosterhof, Rozenholm en Zorgcentrum Aelsmeer. In Uithoorn bijvoorbeeld is er maar één plek waar je naartoe kunt. Bovendien zijn er heel veel behandelplekken in Aalsmeer waar intensieve zorg geleverd wordt onder auspiciën van de specialist ouderengeneeskunde. En er is in Aalsmeer sprake een goede onderlinge samenwerking. Dat laatste maakt dat meestal in gezamenlijkheid wel een oplossing kan worden gevonden voor acute problemen. En verder wordt er gewerkt met vaste medewerkers uit de nabije omgeving. Men krijgt dus vertrouwde gezichten te zien.”
Wacht niet te lang
Als casemanager dementie heeft Yvon de zorg voor zo’n vijftien cliënten. Het grootste probleem voor casemanagers is dat er eigenlijk te weinig van zijn. Dat komt omdat het gaat om mensen die hoogopgeleid moeten zijn en ook nog affiniteit moeten hebben met deze vorm van zorg. Een tweede knelpunt vindt ze dat mensen vaak heel laat aangemeld worden. “Als je pas bijvoorbeeld na acht jaar getob een keer naar de dokter gaat en een diagnose krijgt dan denk ik, was maar eerder gekomen, want dan hadden we heel veel kunnen doen.”
Haar advies is om zodra je het gevoel hebt dat er iets niet helemaal in orde is met vader of moeder – een soort ‘niet-pluis’-gevoel – om dan contact op te nemen met de huisarts. Mensen laten dat na omdat ze bang zijn voor de diagnose en het etiket dat dat geeft, maar er gaan tegelijk ook heel veel deuren voor je open.
‘Wat had u in gedachte?’
Dan het wachtlijstbeheer. Op de wachtlijst staat een groot aantal namen. Dat zijn mensen met een indicatie voor het verpleeghuis. Maar zo’n wachtlijst zegt niet alles want de personen die daarop staan hebben een verschillende wachtstatus. “Niet iedereen op die lijst wil morgen al worden opgenomen. Het is wat dat betreft altijd beter om contact met mij op te nemen. Ik begin altijd met de vraag: ‘wat had u in gedachte?’”
Trek aan de bel
In 2015 werd de Wet Langdurig Zorg (WLZ) geïntroduceerd. Daarmee kwam er ook een einde aan de verzorgingshuizen. Sindsdien is het beleid geweest om er geen nieuwe plekken bij te bouwen, maar er zijn wel veel meer ouderen bij gekomen. De boodschap dat mensen veel langer thuis moeten blijven, is op ruime schaal en indringend verspreid. Dat heeft ook een keerzijde. Tegenwoordig zijn er mensen die in een ‘kramp’ zitten om het zolang mogelijk het thuis vol te houden met een overbelaste mantelzorg. Het advies van Yvon is, als er sprake is van overbelasting, trek dan aan de bel. Want ook al is een opname in een verpleeghuis nog niet mogelijk of noodzakelijk, dan kan er ook thuis van alles georganiseerd worden. Wat betreft de schaarste aan personeel heeft ze het gevoel dat haar eigen organisatie de laatste tijd wel aardig op formatie zit. Dus daar zit naar haar inschatting niet het grootste probleem.
Boek voor dummies
Veel van wat Yvon in de praktijk tegenkomt heeft te maken met gebrek aan informatie. Er is veel geschreven over dementie, maar het is zoveel dat mensen soms door de bomen het bos niet meer zien. En als je geen dementie hebt, maar je hebt wel hulp nodig wat dan? Het is in elk geval vaak beter om in een vroeg stadium contact op te nemen. De eerste ingang is met de huisarts of de praktijkondersteuner. Daar begint het. Yvon zegt: “eigenlijk zou ik een boek moeten schrijven ‘Mijn ouders zijn bejaard, voor dummies’”.
Levenstestament
Een logische vraag is natuurlijk: wat zou daar dan in moeten staan? “In de eerste plaats: denk na over je oude dag! Laatst werd ik gebeld door iemand van 86 die de trap niet meer om kon, maar nog nergens ingeschreven was. Dat is vragen om problemen. Het is goed om van tevoren na te denken over hoe je het wilt hebben, je te oriënteren en eventueel in een levenstestament je wensen vast te leggen. In de tweede plaats: verhuis op tijd! Want als alles gelijkvloers is, gaat het gewoon een stuk makkelijker. Ten derde: als je kinderen hebt ga dan in gesprek met hen en vertel ze wat je precies wilt als er iets gebeurt en je je niet meer kunt uiten. En heb dat gesprek ook met je huisarts over hoe de zorg er in de toekomst uit zou moeten zien.”
‘Ongelofelijk goed’
Helaas is er geen duidelijke Aalsmeerse website waarin op eenvoudige wijze wordt uitgelegd welke stappen je moet nemen als er zorg nodig is. Ooit was er wel zoiets, maar dat is verwaterd. Het zou te wensen zijn dat er weer zoiets kwam. De gemeente zou hierin het voortouw kunnen nemen. Wat Yvon nog wel kwijt wil, is dat de ouderenzorg in Nederland ongelofelijk goed is. “Als de nood aan de man is kan er over het algemeen altijd wel een oplossing gevonden worden. Tegelijkertijd is het achter de schermen wel heel complex.”
In noodsituaties moet iemand soms opgenomen worden buiten Aalsmeer. Dan kan volgens Yvon later toegewerkt worden naar terugkeer naar de eigen woonplaats. “Een probleem is wel dat je dan soms ook nog te maken krijgt met specifieke wensen van betrokkenen en hun kinderen: ‘Ik wil in Aalsmeer blijven, ik wil naar het beste verpleeghuis, ik wil in een mooie omgeving wonen met winkels in de buurt enzovoort.’ Maar dat is in een noodsituatie niet mogelijk. Het gekke is dat als iemand voor revalidatie een poosje naar een andere plaats moet, dit wel geaccepteerd wordt, maar in de ouderenzorg minder.”
Goed samengewerkt
Hoe ziet ze de toekomst? “Het probleem wordt aan de ene kant alleen maar groter doordat er meer ouderen komen. Er zal dus meer capaciteit in verpleeghuizen nodig zijn. Tegelijkertijd is het VPT (Volledig Pakket Thuis, red.) ook een manier om de grotere vraag aan te kunnen. Je woont dan nog wel thuis, maar ontvangt nagenoeg dezelfde zorg als in een intramurale instelling. Binnen Zorggroep Aelsmeer zijn we daar ook volop mee bezig.”
Hectisch bestaan
Wat Yvon in Aalsmeer zo mooi vindt, is de samenhang. “We kunnen elkaar in de ouderenzorg gemakkelijk vinden en er wordt goed samengewerkt. En samen kunnen we de meeste problemen wel oplossen. Maar mensen moeten zelf ook iets doen. Als iemand vanwege eenzaamheid graag naar een instelling wil verhuizen, dan is toch mijn eerste vraag: ‘wat heeft u er zelf aan gedaan aan om minder eenzaam te zijn?'”
Ook na dertien jaar is Yvon nog enthousiast over haar werk: “Het is een hectisch bestaan maar ik werk met een leuke club mensen en ik vind die samenhang in Aalsmeer heel erg mooi.”
Lees ook: ‘Huisvesting is ons grootste probleem’
(Foto’s: Arjen Vos)
4 reacties
Dit verhaal zou ik zo op de website van de gemeente plaatsen………
Voor revalidatie is het voor de patiënt te begrijpen, dat hij of zij ergens anders is.
Kan er gebeld of geface timed worden.
Bij dementie begrijpt de patiënt zIjn eigen situatie niet.
En is het belangrijk dat er een rondje in eigen woonplaats gemaakt kan worden met de begeleiders of familie.
Bv even langs de vertrouwde Watertoren
Dank jullie wel, Yvon voor je duidelijke verhaal en Jan voor het schrijven.
‘Denk op tijd na’ en ook dat we met elkaar veel kunnen bieden, zorg en als buren/ buurten.
Mooi artikel met de spijker op zijn kop!
Deze site helpt wellicht in de zoektocht!
https://www.dementie-amstelland.nl/