Door: Pierre Tuning. (Pennenstreek 500) ‘Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?’ zong Wim Kan aan het slot van zijn oudejaarsconference van 1956. ‘Naar de afgrond in het donker of naar ’t lichtje van de rede? / Blijven we hangen op het randje van de vrede? / Durft u in dit jaar nog over vredesduifjes dromen / Of dacht u dat ’t geluk alleen van straaljagers kan komen? / Gaan we toch weer op zoek naar de Toverfee / Of gewoon met de blatende kudde mee?’
Onze gelauwerde plaatsgenoot kon niet vermoeden dat die afgrond pas nu, bijna zeventig jaar later, echt dichterbij komt – en dat we al over ‘het randje van de vrede’ heen zijn. Tegenwoordig zijn ‘straaljagers’ meer dan ooit nodig om onze veiligheid te verdedigen – en de ‘blatende kudde’ heeft de beschikking gekregen over Telegram, ‘X’, Snapchat, TikTok, Instagram enzovoort. Die leveren datgene wat de meeste mensen willen weten, willen horen en wat zij het belangrijkste vinden. In ‘La voix du peuple’ (de stem van het volk) schreef mijn eerste lievelingsdichter Hans Lodeizen (1924-1950), twee jaar voor zijn vroege dood:
wij willen geamuseerd worden
goddelijk geamuseerd worden
door de nachtwind en haar elegante
geuren (onzichtbare princessen)
de piccolo der vleermuizen en de viool
van de zwarte akelige torren
wij willen geamuseerd worden
wij willen lachen in het stervende
blauw aan de hemel en mijn tante
de nachtegaal zingt met gonzende keel
op het terras willen wij onze stoelen
uitspreiden, de wijn rinkelend
in de glazen, de meisjes en hun hoge
stemmetjes, wij willen lachen.
wij willen plezier maken in witte
ijsbergen van lakens en geniepige
ogen uit de hemel wegkaatsen en dronken
zijn op blote voeten o het contact
tussen de handen en het geronk
van de stem tussen de verwelkte lippen
in de nacht, wij willen plezier maken.
Nadjezna Mandelstam (Rusland 1899-1980), de weduwe van de onder Stalin vermoorde dichter, schreef in haar Memoires:
‘In ons duistere en vreselijke leven staan de mensen aldoor in de rij voor een druppeltje vergetelheid en in de hele wereld is een dolle stormloop op amusement. Volgepropt met oppervlakkig vermaak voelt de mens zich te kort gedaan als de dood hem nadert en hij ziet geen kans terug te zien op zijn eigen leven of op het wedervaren van zijn generatie.’
Deugden
In tijden van crisis en onzekerheid zijn hoopvolle verhalen nodig om grip te krijgen op de rauwe werkelijkheid. Daarover sprak hoogleraar geschiedenis van internationale betrekkingen in Utrecht Beatrice de Graaf tijdens de prestigieuze Johan Huizinga-lezing. In het tv-programma Buitenhof van 22 december 2024 vertelde ze hoe actueel de geschriften van de historicus Huizinga nog altijd zijn. Ook hij leefde in een tijd dat rechtspopulisme in opkomst was.
‘De regels die vanaf de middeleeuwen zijn opgebouwd om de beschaving te handhaven, worden met voeten getreden,’ schreef Huizinga in 1935-36. ‘Die regels zijn er nog, maar we zijn nu in dit tijdperk zo ver gekomen dat het systeem van het volkenrecht niet langer als beschaving wordt erkend en dat we terugzakken tot onder het niveau van archaïsche cultuur en terechtkomen in volstrekte gewelddadigheid.’
‘We zijn teveel het idee van crisis en geweld gaan omarmen,’ zei Beatrice de Graaf. ‘Huizinga spreekt ook over extreem-nationalistische verdwazing. Iets wat je ook nu overal om je heen ziet. De huidige politici zijn teveel bezig met tactische spelletjes en handigheidjes. Het klinkt misschien moralistisch en conservatief, maar de politici zouden genoeg slimheid moeten hebben om te handelen volgens een hoger doel. Het gaat dan om het ouderwetse woord ‘deugd’, in het bijzonder om de vier kardinale deugdenvolgens Aristoteles:
wijsheid, rechtvaardigheid, beheersing en moed.
- Prudentia (Voorzichtigheid – verstandigheid – wijsheid)
- Iustitia (Rechtvaardigheid– rechtschapenheid)
- Temperantia (Gematigdheid – matigheid – zelfbeheersing)
- Fortitudo (Moed– sterkte – vasthoudendheid – standvastigheid – focus)
Later zijn daar (door Augustinus) de drie christelijke deugden aan toegevoegd:
- Fides (Geloof), in Latijnse teksten vaak omschreven als Pietas
- Spes (Hoop)
- Caritas(Naastenliefde/Liefde – liefdadigheid)
Die zeven deugden zouden de basis moeten zijn voor goed leiderschap.
Hoop
Dit tijdperk van crisis en oorlogsdreiging stemt niet optimistisch. ‘Regeren is vooruitzien,’ schreef ik anderhalf jaar geleden nog. ‘Deze uitdrukking is in de afgelopen tientallen jaren vervangen door: ‘Regeren is pappen en nathouden’. Dat is niet alleen te wijten aan de verschillende kabinetten, iedereen is daar schuld aan: de boeren, de Tweede Kamer, de banken, de agrarische industrie, de supermarkten en de consument. Wij allemaal vonden het best zo – totdat de wal het schip keert. We zitten diep in de stront. En als je eruit wilt komen door elkaar de tent uit te vechten, zullen we erin verzuipen.’
Hoewel het intussen alleen maar erger is geworden, blijven sommige mensen nog hoop houden. Zoals Pieter Derks in het slotgedicht van zijn oudejaarsconference 2024: Vijf voor twaalf
Ik ben op mijn best om vijf voor twaalf,
als ik het gevoel heb dat het moet
kan daar zelf soms ook wel van balen
maar het komt verbazingwekkend vaak nog goed
Met het water aan de lippen kan ik ineens een heleboel
waarvan ik eerder nog niet wist dat ik het kon
ook wel een geruststellend gevoel
Kom maar op met al je plannen,
al je valse retoriek
kijk maar hoe ver je kunt gaan –
we zullen rustig blijven staan
maar als je denkt: ze zijn verslagen heb je ’t mis
we wachten tot het vijf voor twaalf is
Dus dump je rotzooi in de zee,
plunder halve continenten
koop maar macht met al je centen,
splijt het volk maar in twee
Kap het regenwoud aan gort,
dwing de tegenstand tot zwijgen
blijf de rechters maar bedreigen,
hou de kunstenaars maar kort
Praat fascisten naar de mond,
blijf de oorlog financieren
slacht per dag miljoenen dieren,
sproei het gif over de grond
Geef onschuldigen de schuld,
laat de armsten maar betalen
geef ons leugens en verhalen
waarin krom wordt rechtgeluld
Duw ons langzaam naar de rand,
kijk hoe ver je nog kan komen
blijf maar lekker hardop dromen
van een eng kleinzielig land
breng ons richting het ravijn
kijk hoever je dit kan rekken
op een dag zul je ontdekken
wat voor mensen of we zijn
want wat je buigt
veert ooit weer terug in je gezicht
dus onderwerp ons aan je test
en als je denkt: ik heb gewonnen
denken wij: het is begonnen
want om 5 voor 12 zijn we op ons best
Naschrift redactie
Als lezer begrijpt u natuurlijk ook dat het getal van 500 een magische grens is. Hadden we halverwege vorig jaar de 500e foto van verzin en win, zojuist las u hier de 500e pennenstreek van Pierre Tuning. Dat is een nog veel grotere prestatie. Met recht een mijlpaal die gekoesterd mag worden. Pierre begon met zijn wekelijkse ‘streken’ bij het Witte Weekblad maar stapte na streek 264 over naar AalsmeerVandaag. Niet meer wekelijks maar wel frequent laat hij zijn kritische licht schijnen op alle mogelijke zaken die er in de maatschappij spelen. Zowel lokaal als op het wereldtoneel. Omdat Pierre zijn pennenstreken al zolang en zo vaak aan u, de trouwe lezer serveert, leek het ons een aardig idee om hem een borrelplankje in de vorm van een gesigneerd schoolbordje cadeau te doen. In de hoop dat de 500e geen eind- maar een tussenstation is…
4 reacties
dag Pierre Tuning,
ben jij een loot van de bloenen export
Tuning ?
Ik werkte als 24 jarige een jaar bij Teun
van Zanten bloemen export en maakte een verkoopreis naar Zweden
Ben een zoon van Gerrit van Kesteren
van de eerste zelfbedienings zaak in de Zijdstraat waar ik 4 jaar werkte
Een prachtig, passend cadeau. Dat doet denken aan het lievelingsgedicht van Marijke:
Hebben en zijn
Op school stonden ze op het bord geschreven,
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was de tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andre schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven de dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed. Hoornik (1910-1970)
mooi verhaal
Duidelijke taal Pierre, zonder ook maar één kwetsend woord de stand van zaken weergeven.