Elf Namen: Jan van der Laarse (1918-1944)

Het namenmonument in de gevel van het Raadhuis

Een vlaggetje aan de wand deed het nazibloed koken

Er was zoveel verdriet dat de vlag nooit meer uit ging. Moeder Hasina van der Laarse-Maarse verloor al jong haar man en moest met drie kinderen de oorlog zien te overleven. In 1945 was er alleen nog de jongste dochter Greta over. Annie stierf aan hersenvliesontsteking en zoon Jan kwam nooit meer thuis.

Met de dochter van Greta, Anneke Brouwer, halen we herinneringen op uit die tijd. Zij is van na de oorlog en heeft haar oom en tante nooit gekend. Maar ze heeft wel veel bewaard.

Anneke Brouwer, nichtje van Jan van der Laarse

Jan van der Laarse werd geboren op 21 mei 1918. Hij was de tweede zoon van Jan van der Laarse en Hasina Maarse. Er was een oudere broer geweest, maar die was al na achttien maanden overleden. Daarna kwamen nog Annie en Greta.

Van welvaart naar armoede
Het gezin woonde aan de Uiterweg 1. Jan van der Laarse senior had een bloeiend timmerbedrijf van zijn vader overgenomen. Op 43-jarige leeftijd stierf hij en liet Hasina achter met drie kinderen en geen inkomen. Dat was in de jeugd van Jan junior een enorme verandering. Daarvoor was het gezin redelijk welvarend. “Rozengeur en maneschijn” noemt Anneke het. “Om het gezin op de gevoelige plaat vast te leggen gingen ze zelfs naar Amsterdam foto’s te maken. Na 1927 was er armoede. Oma had kostgangers in huis om financieel rond te komen en ook was er hulp van de bakkerij van Evert Maarse aan de overkant van de Uiterweg met wie er ook een familieband was.”

Annie, Greta en Jan van der Laarse

Jan volgde lager onderwijs aan de openbare school en ging daarna naar de Mulo. Aansluitend aan de Ulo deed hij diverse cursussen, waaronder een cursus boekhouden. Hij ging werken bij de gemeente Aalsmeer, op de afdeling gemeentewerken onder ingenieur Gijzen. Tegen Anneke zei haar oma later: “Het was zo’n lieve zoon. Hij was rustig. Hij voelde zich verantwoordelijk. Ook zijn zussen waren dol op hem. Hij werd ook de kostwinner van het gezin.”

Een passie van Jan was de padvinderij en daar was hij ook erg actief in. Hij bezocht de grote jamboree die in 1937 in Nederland werd gehouden en had veel internationale contacten. Het was gebruikelijk om onderling vlaggetjes uit te wisselen en dat deed Jan ook. Het zou hem duur komen te staan.

Betrokken bij incidenten
En toen brak de oorlog uit. Theodore van Houten beschrijft in zijn boek ‘Een vrij ernstig geval’ de ingewikkelde situatie op het gemeentehuis met een NSB-burgemeester. Maar ook anti-Duitse sentimenten, onder andere bij Jan en zijn chef. Hij vertelt over een aantal incidenten die er waren. Bijvoorbeeld dat Jan een fiets kocht bij de genabuurde fietsenmaker en dat die fiets een paar dagen later door diezelfde NSB-fietsenmaker werd teruggevorderd in opdracht van de Duitsers.

Jan maakte geen deel uit van het georganiseerde verzet, maar zijn naam is volgens Van Houten wel verbonden met diverse incidenten. Zo zou hij betrokken zijn geweest bij het aanplakken van een aantal pamfletten in het dorp met daarop de namen van ‘29 dweilen van meisjes en vrouwen die met de Duitsers liepen of sliepen.’ Met zijn huisgenoot, bloemist Gerrit Butterman had hij in 1941 meegedaan aan oranjeliederen: ‘OZO, Oranje Zal Overwinnen’, ‘Worteltje Boven’ en dergelijke.

In het voorjaar van 1942 begon Duitsland om jonge gezonde mannen te vragen. Ir. Gijzen verzette zich ertegen dat zijn medewerkers, onder wie Jan van der Laarse naar Duitsland zouden moeten. In 1943 ging het echter mis. Na de oorlog, toen duidelijk werd dat Jan gestorven was, verhaalde de plaatselijke pers wat er was gebeurd:

‘In het najaar van 1943 hield de Duitse bezetting een oefening in ons dorp, waarbij gevechten van huis tot huis werd nagebootst. Soms drongen de ‘heren’ tot in de woning en schuren door. Dit gebeurde onder meer bij de weduwe Van der Laarse Uiterweg 1 waar ze een Amerikaans vlaggetje aan de wand zagen. Onmiddellijk begon het nazibloed te koken: dat was verraad tegen het groot Duitse Rijk en de eigenaar, de 24-jarige gemeenteambtenaar Jan van de Laarse werd voor dit simpele vlaggetje gearresteerd en naar het concentratiekamp Vught overgebracht. De familie hoopte dat de gevangenschap voor zo’n bagatel van korte duur zou zijn, hetgeen trouwens elk normaal mens veronderstelde. Echter de moffen namen het zo ernstig op dat ze Van der Laarse naar een concentratiekamp in Duitsland overbrachten. Zijn familie en zijn bruid – kort voor zijn arrestatie was hij in ondertrouw gegaan – hoorden niets meer van hem. Alle onderzoekingen naar zijn verblijfplaats bleven vruchteloos. Tot jongstleden vrijdagmorgen de familie door een ex-gevangene de tijding ontving dat haar zoon en bruidegom in december van het vorig jaar in een Duits concentratiekamp als gevolg van ontberingen was overleden. De deelneming met de diepbedroefde familie is algemeen. We weten niet of de NSB-burgemeester Kolb onder wiens bestuur destijds de arrestatie plaatsvond in deze geheel vrijuit gaat. Een nader onderzoek hiernaar lijkt ons alleszins gewenst want om een mens wreed te laten vermoorden om het bezit van een simpel vlaggetje is een misdaad die met recht en wet gestraft moet worden.’

Jan tijdens een padvinderijkamp

Beschimmelde pannenkoeken
Dat er niets meer van hem vernomen werd is overigens onjuist. Van Houten schrijft:
‘Hij werd naar de SD in de Euterpestraat gebracht. Gré van der Meer, met wie hij in ondertrouw was, heeft bij burgemeester Heinrich Kolb zijn zaak bepleit en hem ook nog opgezocht bij de SD waar in een kleine ruimte ongeveer negen mensen binnengelaten werden. Er stond zo’n enorme tafel dat gevangene en bezoekers elkaar nauwelijks een hand konden geven. Er werd veel gehuild. Van der Laarse werd als politieke gevangene naar kamp Vught overgebracht waar Gré hem opzocht en een pakje bracht. Ook werden hem pannenkoeken gestuurd die beschimmeld aankwamen.’

Na dolle dinsdag werd Vught ontruimd en kwam Jan van der Laarse in het beruchte kamp Sachsenhausen ten noorden van Berlijn.

Brief
Uit die tijd is er nog een brief van hem bewaard. De mogelijkheid om brieven te schrijven was beperkt en elke verwijzing naar zijn omstandigheden kwam niet door de censuur. Het is opmerkelijk hoe gewoon de toon is en de schijnbaar stellige verwachting dat het goed zou aflopen.

‘Lieve moeder, op Gré’s brief van 30 juli die ik 4 augustus heb ontvangen stond dat ik alleen post van u mag ontvangen en alleen aan u mag verzenden. Uw brief heb ik vrijdag al ontvangen. Wat hebben ze een mooi weer gehad hè. De pakketjes komen goed over. Rookvlees is heerlijk, evenals de snijkoek, maar de eieren waren de laatste keer weer bedorven, want ze waren weer zacht gekookt en stuk gegaan. ‘t Was zelfs nog uit het busje gelopen. Het pakketje met fruit is prima overgekomen. Ik ontving het vrijdag. De Meerbode heb ik nog steeds niet ontvangen. Als die al gestuurd wordt blijkt het zeker toch niet te mogen. Is oom weer thuisgekomen? Annie en Catherina wel gefeliciteerd met hun verjaardag deze week hoor. De volgende keer hoop ik ook weer erbij te zijn. Is uw gebit nu al klaar? Verandert er thuis nog wat? Zijn de Klaassens er weer? Leven de kippen nog? Zijn die eieren daarvan? Of komen die bij Gré thuis vandaan? Hebt u nog weer konijnen? Dank u tante Maartje voor de kaas. Verder allemaal hartelijk gegroet en tot spoedig weerziens van uw liefhebbende zoon, Jan.’

Uiteindelijk is hij vanuit Sachsenhausen overgebracht naar kamp Neuengamme bij Hamburg waar hij op 13 december 1944 aan ‘lichaamszwakte’ bezweek. Het is een wonderlijke diagnose, maar in de annalen van kamp Neuengamme kun je lezen dat er in die tijd diverse besmettelijke ziekten in het kamp heersten, waaronder vlektyfus. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat Jan aan een infectieziekte is overleden.

Opnieuw begraven
Hij moet daar tijdelijk begraven zijn geweest, maar is daarna herbegraven in Osnabrück, waar een begraafplaats is met veel Nederlandse oorlogsslachtoffers
De Oorlogsgraven Stichting maakte daar melding van in een brief aan de nabestaanden. ‘In het land Niedersachsen werden de graven van de Nederlandse oorlogsslachtoffers over verschillende kerkhoven verspreid gevonden, zodat het dikwijls moeilijk was het graf in stand te houden en het onderhoud goed te behartigen. Met het oog hierop zijn thans deze slachtoffers door de zorgen van de Oorlogsgraven Stichting bijeengebracht en opnieuw begraven op een speciaal daarvoor ingericht Nederlands ereveld op de Heger Friedhof te Osnabrück, waar een steen op het graf is geplaatst.’

Waarzegger zat er naast
En toen was daar de bevrijding. Nederland vierde feest. Er kwamen veel mensen terug uit de vreemde, maar van Jan werd niets vernomen. Het was een vreselijke tijd, tussen hoop en vrees en ze hoorde niets.
Een vriend van de familie besloot ten behoeve van moeder Van der Laarse een waarzegger te raadplegen. Anneke heeft nog een heel rapport van diens hand waarbij hij aan de hand van een foto van Jan concludeerde ‘dat deze uit de moffenhanden bevrijd was, dat het goed met hem ging en dat hij uiteindelijk weer thuis zou komen.’ Hij had er niet verder naast kunnen zitten.

Pas in augustus kwam het bericht dat Jan al op 13 december was overleden. De familie schrijft op 1 september in de rouwbrief: ‘Nog treurende over het verlies van onze dierbare Annie, bereikte ons heden het ontstellende bericht dat in het concentratiekamp te Neuengamme op 13 december 1944 is overleden, onze innige geliefde zoon, broeder, verloofde en neef Jan van der Laarse in de leeftijd van 26 jaar. In onze gedachte zal hij blijven voortleven zoals wij hem gekend hebben.’

Er waren advertenties in de Nieuwe Meerbode, van de familie zelf en zijn verloofde, maar ook van de Aalsmeerse Zeeverkeners met wie hij zo’n hechte band had.

Mannen van karakter
In diezelfde periode werd de gedenksteen met toen nog tien namen onthuld. De burgemeester zei daarbij: “gisteren bereikte mij het verpletterende bericht dat ook de ambtenaar van gemeentewerken de heer Van der Laarse in een concentratiekamp is overleden. Ook zijn naam zal in de steen vereeuwigd worden.” De burgemeester herdacht speciaal hem en Ir. Gijzen, directeur gemeentewerken, die beiden door de Duitse terreur gevallen waren, omdat zij mannen van karakter waren die van geen buigen wilde weten. “Zij hebben beiden ten volle de last moeten dragen van het regime waarvan ex-burgemeester Kolb een trouwe vazal was.”

Niet meer gevlagd
Hoe ging het na de oorlog? Verdriet was er altijd. Een zoon en een dochter verloren. Als iedereen Bevrijdingsdag vierde werd er bij de familie Van der Laarse niet meer gevlagd. “Oma kon het niet meer over haar hart verkrijgen.” De enige overgebleven dochter en haar gezin bleven bij haar in het ouderlijk huis op de Uiterweg wonen. Gré trouwde later met Gijs de Vries en kreeg vijf kinderen. Ze bleef echter contact houden. Anneke is haar altijd tante Gré blijven noemen.

In de jaren daarna werd er weinig gesproken over die tijd. Het was gewoon te pijnlijk. Wel waren er de verhalen rond de jaarlijkse dodenherdenking, waar ze altijd naar toe gingen. Dan ging het weer over Jan en over het verdriet.

Dit was het laatste verhaal in deze serie dat we plaatsen op AalsmeerVandaag. De overige zeven verhalen staan opgetekend in het boekje ‘Elf Namen’. Gratis verkrijgbaar bij de Dodenherdenking vanavond of later tegen betaling bij de Bruna. 
Lees ook de verhalen van: Marinus Schijf, Johannes Splinter en Jan Oliemans.

(Foto’s: Arjen Vos en privé archief familie Brouwer)

2 reacties

  1. Wat bijzonder om zo te lezen.. heel ingrijpend en indrukwekkend. Bedankt voor het delen…
    Gré was mijn oma. Zo’n verdrietige geschiedenis..
    Vanavond zijn we o.a. maar in het bijzonder stil voor Jan en Gré… ❤️
    En mijn kinderen zijn erbij om mee te herdenken en bloemen neer te leggen. Zoveel generaties verder, ze zullen nooit vergeten worden.. 🌹

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




 

banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
adv flower art 1
historische tuin
adv NOA tekst
adv veiling KVK
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
adv flower art 1
historische tuin
adv NOA tekst
adv veiling KVK