Dit jaar wordt herdacht en gevierd dat het 80 jaar geleden is dat de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd. Ter gelegenheid hiervan heeft AalsmeerVandaag in samenwerking met Stichting 4 en 5 mei Aalsmeer een verzameling verhalen gemaakt waarin de elf namen van de Aalsmeerse oorlogsslachtoffers een gezicht krijgen. Hiervoor namen wij contact op met nabestaanden die aan de hand van hun herinneringen een beeld konden schetsen van wie deze mensen waren. Een broer, zus, kind of nicht kon zo helpen om de verhalen achter deze Aalsmeerders levend te houden. Het resulteerde in elf indringende verhalen die binnenkort als boekwerk bij de herdenking en viering zal worden gepresenteerd. Vooruitlopend daarop publiceren we enkele van deze verhalen in aangepaste versie.

Door: Jan Dreschler. Jan Oliemans was nog maar achttien jaar oud toen hij in de eerste dagen van de oorlog om het leven kwam door een schot in zijn hoofd. Met Aline van Luling, dochter van de zus van Jan, kijken we terug op het korte leven van de oom die zij nooit heeft gekend.
Jan werd geboren op 11 november 1921 op Oosteinderweg 303 als oudste van het gezin. Daarna volgde zijn broer Arie en tenslotte werd het gezin gecompleteerd met een tweeling, Geertje en Grietje. Grietje (de Pous-Oliemans) is de moeder van Aline.

Onbekommerde jeugd
Jan ging naar de Immanuelschool op de plek waar nu het Chariot Hotel is gevestigd. Na het lager onderwijs ging hij, zoals vaak gebruikelijk was, werken in de kwekerij van zijn vader. Jan had een fijne en onbekommerde jeugd. Hij kwam uit een warm gezin. Aline zegt: “ik had een lieve oma en een echte opa. Bovendien woonden er heel veel ooms en tantes in de nabijheid, waaronder de familie Man. Onze neef Jan was een van zijn vrienden waar hij veel mee optrok.”
Op 10 mei 1940 brak oorlog uit. Jan was toen nog extreem jong. Het is niet meer na te gaan hoe hij op zo’n jonge leeftijd al bij de krijgsmacht kwam. Hij was gelegerd nabij Katwijk op het vliegveld Valkenburg.
Geluid van vliegtuigen
De geschiedenisboekjes vertellen wat hij daar heeft meegemaakt: ‘Het is 10 mei 1940, uur X is aangebroken. Onder de codenaam Fall Gelb heeft Duitsland de aanval ingezet tegen die Festung Holland. Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg zijn nog in diepe rust. Op de landarbeiders na die zich in alle vroegte naar hun gewassen begeven om deze klaar te maken voor de veiling. In de verte hoort men het aanzwellende geluid van vliegtuigen die zich richting vliegveld Valkenburg begeven. Ondanks dat in het donker niet te zien is welke nationaliteit de vliegtuigen hebben, wordt door de luitenant-telefoonwacht meteen de commandant op de hoogte gesteld van de situatie. In de schemer van de ochtend is de lucht plots gevuld met parachutisten.’
Bij de Nederlandse verdediging van het vliegveld ziet men dat het bittere ernst is en er wordt fel gereageerd met mitrailleurvuur op de dalende parachutisten. De rustende manschappen worden in allerijl verzameld en betrekken hun stellingen aan de rand van het vliegveld. Duitse para’s landden om vier uur ‘s nachts op Valkenburg, Ypenburg en Ockenburg met de opdracht te zorgen dat rond zes uur de regering, de legerleiding en de leden van het Koninklijk Huis gevangengenomen worden. En om tien uur zou dan de overwinningsparade van het Duitse leger in Den Haag plaatsvinden. Het loopt allemaal wat anders.
De legerleiding bij monde van Luitenant-Kolonel Van Hilten beschrijft later hoe de strijd verliep. Om 7.30 uur is het vliegveld in Duitse handen. Er zijn dan 29 soldaten gesneuveld en 31 gewonden. Men trekt zich terug. In de dagen daarna wordt doorgevochten tot aan de capitulatie. Maar dat heeft Jan niet meer meegemaakt.
Jan sneuvelde op de eerste dag
Theodore van Houten beschrijft in zijn boek ‘Een vrij ernstig geval’ over Aalsmeer in oorlogstijd hoe het een viertal Aalsmeerders verging bij vliegveld Valkenburg. Daar waren behalve Jan Oliemans ook Jos Olijhoek, Klaas Eveleens en Ab Joren gelegen. Er werd hard gevochten en de situatie was chaotisch. Volgens Van Houten sneuvelde Jan al op de eerste dag. Hij lag in een hinderlaag en volgens ooggetuigen is hij vermoedelijk door een scherpschutter om het leven gebracht toen hij zijn hoofd boven de greppel uitstak.
Er wordt ook beschreven hoe de vader van Jan kort daarna op de fiets van Aalsmeer naar Valkenburg toog om te zien hoe het met zijn zoon was. Het is een raadselachtige passage, want alle bronnen geven aan dat de gevechten nog in volle gang waren. Maar hij kwam toch aan. Men durfde hem aanvankelijk niet eens te vertellen dat zijn zoon gesneuveld was. Uiteindelijk is hij naar huis vertrokken met dat vreselijke bericht. Dat moet een verschrikkelijke terugtocht geweest zijn in de wetenschap dat je zoon gestorven is en dat je dat straks aan zijn moeder moet gaan vertellen.
De moeder van Jan heeft nog lange tijd het identificatie plaatje van haar zoon bij zich gedragen.
Chaotisch en verwarrend
Jan is in eerste instantie begraven in de nabijheid van Valkenburg. Later werd hij herbegraven op de Grebbeberg. Op zijn oorlogsgraf staat een steen met als geboortejaar 1920 terwijl hij in 1921 is geboren en ook dat hij op 14 mei 1940 is gestorven, terwijl dat op de eerste oorlogsdag (10 mei) zou zijn geweest. Het geeft wel aan hoe chaotisch en verwarrend de situatie moet zijn geweest.
Het gezin leefde door, zonder Jan. Broer Arie bleef werken op de kwekerij en vluchtte steevast weg naar het achterland van de kwekerij, waar hij een schuilplaats had om aan de verschillende razzia’s te ontkomen.Aline’s moeder en haar tweelingzus waren dertien jaar oud en zaten op de huishoudschool. Die konden ze afmaken, wat heel bijzonder was omdat alle scholen dicht gingen.
Er was veel steun vanuit de familie en de kerken en Jan werd niet vergeten. Hij kwam altijd ter sprake, zowel tijdens de oorlog als in de jaren daarna. Zijn foto stond op een prominente plaats in de kamer.

Duits meisje in huis
Wat volgens Aline heel bijzonder was dat opa en oma, ondanks het verlies van hun zoon, na de oorlog een poosje een Duits meisje in huis namen. Het ging om Duitse kinderen die in de oorlog veel te lijden hadden gehad en die om aan te sterken een poosje elders werden ondergebracht. Het was een groots en mild gebaar voor ouders die door die oorlog een kind verloren hadden.
“In de gesprekken op het sterfbed van oma werd Jan regelmatig genoemd. Hoe jong en onervaren hij was en dat hij nog maar aan het begin van zijn leven stond en wat een drama het was. Ze had het niet alleen nog vaak over ‘haar Jan’, maar ook over dat Duitse meisje.”
Eervol
Dat zijn naam op een gedenksteen bij het gemeentehuis kwam te staan is door de familie als buitengewoon eervol ervaren. Elk jaar bezocht Aline’s moeder trouw de herdenking en de kinderen werden wel geacht mee te gaan. En zelfs in het zicht van haar overlijden zei ze nog: ‘jullie gaan er toch wel mee door, hè..?
En dat is wat Aline tot op de dag van vandaag doet.
Lees ook de verhalen van: Marinus Schijf en van Johannes Splinter
(Foto’s: privé-archief fam. Van Luling en Arjen Vos)
4 reacties
Mijn ouders vertelde ook dit verhaal rond 4 en 5 mei.
Goed om het weer te lezen
Indrukwekkend Aline. En leuk om je weer te ‘zien’ op de foto. Zo lang geleden klasgenootjes op de Rehoboth school. Hartelijke groet (Jan Piet)
Zo hoorde ik ook het verhaal van je moeder en tante Geertje ! Goed dat het zo wordt doorgegeven!
Kippenvel