Burgers praten mee met raad, in voorstadium

Op woensdag 16 april heeft Aalsmeer een primeur: die avond kunnen burgers formeel met gemeenteraadsleden meepraten over door de raad ingebrachte onderwerpen of onderwerpen die burgers zelf aandragen. In dat zogenoemde rondetafelgesprek mogen ook ondernemers en vertegenwoordigers van organisaties en verenigingen actief meedoen. De gemeenteraad wil Aalsmeerders daarmee méér bij de politiek betrekken.

De onderwerpen die vanuit de raad ter tafel komen, staan niet op zichzelf. Ze zijn geagendeerd voor de raadsvergadering die doorgaans twee weken later gehouden wordt. Daarin debatteren de raadsleden er zélf over, alvorens besluiten te nemen.

Spelregels
Het wordt voor burgers echter geen kwestie van aanschuiven en meteen van wal steken. Er zijn enkele spelregels voor vastgesteld.

Wie 's avonds wil meediscussiëren over geagendeerde onderwerpen, dient zich die dag uiterlijk om 12.00 uur aan te melden. Wie zelf een gespreksonderwerp aandraagt, moet dat eveneens voor dat tijdstip doen. De voorzitter van het rondetafelgesprek, een van de raadsleden, is degene die bepaalt of het die avond daadwerkelijk besproken wordt.

Inspreken
Tot nu toe hadden inwoners alleen de gelegenheid om kort in te spreken tijdens het 'beraad', dat als zodanig verdwijnt. Het beraad was een officieel gespreksplatform waar raadsleden (en fractieassistenten) de eerste openbare discussie over een onderwerp voeren. Hét moment ook om zich nader door wethouders, ambtenaren of insprekers te laten informeren, ter voorbereiding op het verdere debat en de besluitvorming. Het rondetafelgesprek neemt die functie over.

De insprekende burger kon bij het beraad zijn zegje doen en eventueel kort wat vragen van raadsleden beantwoorden. In discussie gaan over het onderwerp was evenwel uit den boze. Die mogelijkheid bestaat tijdens het rondetafelgesprek dus wél. Wie zich echter niet tevoren aanmeldt, mag niet spontaan meepraten. Inspreken kan straks nog wel op een raadsvergadering, maar alleen wanneer het onderwerp niet is voorbesproken tijdens een rondetafelgesprek.

Wennen
Het zal ongetwijfeld wennen zijn op de eerste rondetafelgesprekken, zowel voor burgers als de raad, die ook aan regels gebonden is. Zo mogen er van elke fractie maximaal twee raadsleden en/of fractieassisten aan deelnemen.

De rondetafelgesprekken vinden ongeveer eenmaal per maand plaats. De gesprekken zijn (bijna altijd) openbaar. Wie geïnteresseerd is, mag dan ook toehoren en toekijken. De gemeente maakt de agenda van het rondetafelgesprek een week tevoren bekend.

Zichtbaarder
In juni vorig jaar besloot de gemeenteraad over te stappen op een nieuwe vergaderformule. De overtuiging bestond dat de raad zichtbaarder moest zijn voor de inwoners en beter met hen moest communiceren. “We willen dat het samenspel met burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen meer dan nu als vertrekpunt wordt gekozen,” schreef de raadswerkgroep die de professionalisering van de raad  ter hand nam, destijds.

Bij de algemene politieke beschouwingen nog vóór de zomer moest fractievoorzitter Ronald Fransen (PACT) kwijt dat zijn fractie “haast niet kan wachten” tot de rondetafelgesprekken van start gaan. Op 13 maart gaf de 'oude' raad zijn fiat aan de plannen en op 16 april is het eindelijk zover.

Ander vergaderschema
De komst van het rondetafelgesprek – op een mooi moment nu de nieuwe raad aangetreden is – betekent dat de vergadercyclus van de gemeenteraad een wijziging ondergaat. De raad, als hoogste orgaan van de gemeente, vergadert voortaan in principe eenmaal per vier weken. Dat was tot nu toe eens per drie weken.

In de week daarvoor houden de vijf fracties afzonderlijk hun overleg. Twee weken voor de raadsvergadering, is het rondetafelgesprek. Wat raadsleden daarin wijzer worden van burgers en ondernemers, pikken ze mee ter bespreking op het fractieoverleg. Op die manier denkt de raad beter beslagen ten ijs te kunnen komen op de 'afsluitende' raadsvergadering.

Foto onder: burgers op de raadszetels in de raadzaal tijdens het 'Kijkje bij de Raad' eind juni vorig jaar, terwijl raadslid Robert van Rijn uitleg geeft. (foto archief AV)