Door: Pierre Tuning. (Recensie) De presentator en cabaretier blijkt ook als jazzpianist onnavolgbaar. De tientallen gelukkigen die in de ‘anderhalve-meter-coronazaal’ van Bacchus een plaats hebben weten te veroveren, krijgen een muzikaal programma voorgeschoteld om nooit te vergeten.
Veel stukken zijn door Mike Boddé gecomponeerd – of ‘bedacht’, zoals hij dat noemt. Zoals het eerste notenrijke nummer dat hij ‘Papperdepap’ of soortgelijke naam heeft gegeven – wat meteen een demonstratie van virtuoos samenspel is. “Best een aardig nummer,” zegt Mike zelf, van dit trio “dat nog nooit eerder samen heeft gespeeld.” (applaus)
En ze gaan los met een ‘Blues’je in F’, dat vooral een showcase is voor de violiste Julia Philippens, die driftig uithaalt op haar viool alsof zij alle duivels van haat en verdriet uit wil drijven. Gevolgd door een intense pianosolo van Mike, die gesteund door de bas van Niels Tausk en de pizzicato’s van de violiste, alles uit de blues-kast haalt wat de jazztraditie te bieden heeft.
Winnie de Poeh
Om de rust te doen wederkeren, haalt Mike het taoïstische begrip ‘Wu Wei’ tevoorschijn, de Chinese ‘kunst van het nietsdoen’ – dat hij vaak gebruikt heeft om lusteloos rond te hangen. En hij bespreekt de opvatting van Winnie de Poeh dat elke dag een geslaagde dag is. Hij bedenkt hoe het zou zijn als het beertje eens een ‘off-day’ zou hebben. Je stelt je dan een nummer vol muzikale treurnis voor, maar Mike blijkt er een lieflijk klinkend walsje van te hebben gemaakt.
Julia Philippens krijgt de gelegenheid om te laten horen dat zij ook als jazzzangeres tot de hoogste regionen kan stijgen. Wat een zuiverheid, wat een timing, wat een muzikaal gevoel; Bacchus houdt de adem in… en dan komt er met evenzoveel gemak, een vioolsolootje achteraan!
Goldberg-variaties
Mike herdenkt zijn idool, de pianist Keith Jarrett, die na een paar beroertes zijn armen niet meer kan gebruiken: “Als hij alleen maar met zijn neus de toetsen zou aanraken, speelt hij nog beter dan ik.” En hij bespreekt de Goldberg-variaties van Bach, die ‘veel te moeilijk’ voor hem zijn. Maar hij speelt wel de onderliggende akkoorden, improviseert zijn eigen jazzvariaties en zingt op zijn cabareteske manier over ouwe Goldberg die door Bach in slaap moet worden gespeeld.
Na de pauze wordt Het tweebiertjesgevoel vertolkt. Wanneer voelt Mike zich het prettigst? Als hij twee biertjes opheeft. Dus: probeer regelmatig dat gevoel op te wekken. Muzikaal klinkt het als een gejaagd bebop-thema, dat rustgevend wordt beantwoord, enzovoort.
Er komen meer ervaringen uit het dagelijks leven aan de orde. Zoals die met de hond Jack, wat lekker speels wordt gespeeld. En een Bossa(nova) waarvan een Braziliaan heeft opgemerkt dat hij nooit echt luistert naar die achtergrondmuziek! De bassolo wordt door Niels Tausk van verrassende vocale accentjes voorzien.
Sterren
Mike’s korte muziekles gaat over ‘grote intervallen’: de handen op de toetsen ver uit elkaar; laag en hoog. Dan kan je horen in het stuk Reach for the Stars. En we blijven in de sterrenhemel verkeren met de standard Stella by Starlight, waarvoor de bassist Niels Tausk zijn bugel tevoorschijn tovert om te demonstreren dat hij ook op dat instrument zijn mannetje staat. Mike speelt op piano de sterren uit de hemel tot Niels de laatste paar noten mag blazen.
Het is bijna coronasluitingstijd als het drietal Green Dolphin Street inzet, om te laten zien dat zij bereid zijn voor de muziek tot het uiterste te gaan. Niemand van de aanwezigen zal dit betwijfelen.
(Foto Pierre Tuning)