Pierre’s Pennenstreken: ‘Omzien naar Omtzigt’

Sociale huurappartementen aan de Dreef (Foto archief AV/Arjen Vos)

Door: Pierre Tuning. (Pennenstreek 471) ‘In de Rotnacht van Rutte (voor degenen die niet meer weten wanneer dat was: het was de nacht na The Passion, van 1 op 2 april 2021) staat Pieter Omtzigt centraal.’ Schreef ik tweeënhalf jaar geleden in Pennenstreek 383: Rotnacht. Ik had zijn boek ‘Een nieuw sociaal contract’ gelezen en citeerde met instemming de volgende passage:

‘Traditionele taken van de overheid en de samenleving zijn in de loop der tijd verwaarloosd. De volkshuisvesting werd woningmarkt. Op die woningmarkt is het voor starters moeilijk, zo niet onmogelijk, om een plek te bemachtigen. Ze kunnen niet tegen een redelijke prijs kopen en niet tegen een redelijke prijs huren.

We maakten modellen van alles en verschuilden ons achter voorbeeldhuishoudens en koopkrachtplaatjes. Maar of je echt kunt rondkomen vertelden die theoretische modellen niet. Toch stijgt onze koopkracht volgens de regering elk jaar, is er altijd vooruitgang en hooguit een keer een jaartje stilstand.

Onze stikstofmodellen bepalen dat je tussen 6:00 uur en 19:00 uur 100 kilometer mag rijden op de ‘snel’-wegen en volgens die geweldige modellen is de elektrische auto een zegen die nauwelijks subsidiegeld gekost heeft.

Maar het is een schijnwerkelijkheid. Een façade, waarachter we zien dat het voor onze eigen kinderen moeilijker is om de transitie te maken van het einde van de middelbare school (zestien tot achttien jaar) naar de gezinsfase (rond de dertig jaar). Want de beurzen zijn afgeschaft, een vaste baan is vaak niet beschikbaar en de huizenmarkt is onbereikbaar.’

‘Welk CDA?’
Rutte wilde niet zonder het CDA regeren. Maar welk CDA? Dat van minister Hoekstra of de opstandige Omtzigt? Natuurlijk brengt Rutte dat ter sprake tijdens zijn eerste gesprek met de ‘verkenners’ Ollongren en Jorritsma.

Over het CDA zegt hij letterlijk: ‘Wellicht is er meer tijd nodig. Als Wopke meer stemmen heeft dan Omtzigt, gaat dat helpen. Je moet wat met Omtzigt: minister maken.’

Een paar dagen later beweert hij voor de camera dat hij de naam van Omtzigt helemaal niet heeft genoemd!

Dat hij dat toen niet meer wist… Niemand in de Tweede Kamer gelooft dat. Rutte is in zijn regeerperiode te vaak iets belangrijks vergeten. (Zie bijvoorbeeld Lubach van twee jaar geleden.) Een motie van wantrouwen van de oppositie zou hem dwingen onmiddellijk te vertrekken – maar Sigrid Kaag en Wopke Hoekstra (beiden minister in zijn kabinet) geven Rutte de gelegenheid ‘de eer aan zichzelf te houden’ door een motie van afkeuring in te dienen. Die wordt door de hele Kamer (behalve de VVD) aangenomen.

Dooldemocratie
Een maand later schreef ik (in Pennenstreek 387): ‘De eerste week van mei is de week van de vrijheid. Wij herdenken degenen die zich letterlijk kapot hebben gevochten voor de vrijheid en vieren de vrijheid van onderdrukking. Wij leven nu in een democratische rechtsstaat, waarin onze vrijheden geregeld worden. Let wel: er staat ‘geregeld worden’ – en niet ‘geregeld zijn’. Want er wordt inmiddels zo veel geregeld, dat er regels nodig zijn om te repareren wat fout gaat. Met als gevolg dat er inmiddels zoveel regels zijn, dat vrijheden in gevaar komen.

Dat is vanzelf gegaan. Omdat het kan. De computer, de digitalisering, de automatisering heeft dat mogelijk gemaakt. Je kunt niemand verantwoordelijk stellen, omdat alle regels met de beste bedoelingen (in de computer) zijn ingevoerd. Alles gebeurt, omdat het mogelijk is. ‘Waarom likt een hond zijn ballen? Omdat het kan!’

Zorgen
Voor mij ligt een stapel boekjes (maak je geen zorgen: ze zijn niet zo dik). Ze gaan allemaal over het probleem wat wij aan moeten met de maatschappij van de toekomst.

Chris van der Heijden, Te goed geregeld: De overorganisatie van Nederland. Hoofdstukken met de titel: ‘Wat doen we ze aan, onze kinderen?’ – ‘Bureaucratie zit diep in onze haarvaten’ – ‘Onze voortvarende regulering van regels’ – ‘De betrekkelijke voordelen van digitalisering’ – ‘Onszelf aan de eigen haren uit het moeras trekken’.

David Van Reybrouck, Tegen verkiezingen. ‘De sleutel naar een bestuursvorm waarbij het volk zich werkelijk uitspreekt, ligt bij het democratische beginsel van het oude Athene: loting.’

Herman Tjeenk Willink, Groter denken, kleiner doen. ‘Een oproep om de vaak ongemakkelijke feiten onder ogen te zien, positie te kiezen, het debat aan te gaan en grenzen te trekken. Alleen met een sterke democratische rechtsorde kunnen fundamentele problemen effectief worden aangepakt, nieuwe crises het hoofd geboden, en burgers en overheid op elkaar vertrouwen.’

Pieter Omtzigt, Een nieuw sociaal contract. ‘Het hele weefsel van de rechtsstaat moet worden onderzocht en gerepareerd’. Voorstellen: ‘Vernieuwing van het kiesstelsel via provinciale kieskringen’ – ‘Een volksvertegenwoordiging die haar kerntaken serieus neemt: wetsvoorstellen artikelsgewijs behandelen’ – ‘Betere rechtsbescherming van burgers en kleine ondernemingen’ – ‘Een benaderbare ambtelijke dienst’ – ‘Serieus nemen van grondwettelijke taken: onderwijs, volkshuisvesting, bestaansminimum’ – ‘Minder planbureau, minder modellen, meer mensen’.

Ramsey Nasr, De fundamenten. ‘Aan de hand van kunstenaars als Boccaccio, Rilke en Van Gogh houdt Nasr een pleidooi om onze plek op aarde en ons idee van geluk radicaal te herzien, niet als zweverig ideaal, maar puur uit lijfsbehoud.’

Ik denk aan het liedje van Barend Servet uit 1973: ‘Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan, waar komt die rotzooi toch vandaan?’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin