Column: ‘Hittepetit’

Door: Joop Kok. Afgelopen week las ik in de Nieuwe Meerbode, maar ook op de site van de gemeente, het artikel ‘Meer vrouwen in de lokale politiek: Er is nog werk te verzetten’
Daarin werd de volgende vraag gesteld: Welke ervaring is je persoonlijk bijgebleven? Thirsa van der Meer van het CDA gaf als antwoord: “Een journalist omschreef mij ooit als een jonge hittepetit op haar hoge hakjes. Hij heeft daar van veel kanten kritiek op gehad”. Iedereen die haar kent heeft natuurlijk al lang gevraagd van ‘wie was die journalist?’ Ik beken, zonder enig gevoel van schroom of schaamte, dat ik dat was. Aan het eind van het hierna volgende betoog mag u als lezer zelf bepalen of dat terecht is of niet.

Laat ik alvorens uit te leggen wat ik met het woord ‘hittepetit’ bedoelde en waarom ik dat toen zo gebuikte, eerst maar eens ingaan op waar het woord vandaan komt, wat de algemene betekenis is en hoe het woord tot misverstanden kan leiden.

Loopmeisje
Een klein bedrijvig vrouwspersoon of hittepetit is afgeleid van hit(je) in de betekenis ‘pony’  zoals op Wikipedia wordt gesteld, Hittepetit – Wikipedia wordt door hoogleraar Nicoline van der Sijs in twijfel getrokken. Volgens haar Etymologica: hotemetoot en hittepetit (neerlandistiek.nl) is het in de spreektaal in Indonesië ontstaan en vervolgens, via den Haag, in Nederland terecht gekomen. Zij vindt het waarschijnlijker dat het is afgeleid van de secundaire overdrachtelijke betekenis ‘vrouwelijke dienstbode’, eigenlijk ‘loopmeisje’ of ‘boodschappenmeisje’. Informeel taalgebruik dat tot gelach in de Tweede Kamer leidde toen tijdens een debat over belastingvrijstelling op het houden van dienstboden in februari 1896, Franciscus Lieftinck sprak over ‘een dagmeisje, een hitje’. Het is een kleine stap van hitje ‘loopmeisje’ naar hittepetit ‘een vrouw die, als een dienstbode, druk heen en weer loopt om dingen te regelen’. Volgens Wikipedia een klein bedrijvig persoon van het vrouwelijk geslacht. Een jongedame die assertief en toch wel positief ervaren overkomt, maar ook een vrouw die druk-druk-druk is. Truus de Mier, een personage uit De Fabeltjeskrant, voldoet volgens sommigen ook aan deze definitie.

Een regelrechte hit
In 1921 kwam de revue Hittepetit op de planken, met tekst van Sam Trip en muziek van Chris van Dinteren. Het vrolijke kermisspel gaat over een meisje uit Marken dat de liefde als een spel zag, maar uiteindelijk toch trouwde met haar Janus. De revue werd populair, maar het gelijknamige liedje uit het toneelstuk werd een regelrechte hit: Hittepetit is van alle meisjes/ zeker de liefste die ik ken. Het werd gezongen door onder anderen George Hofmann in 1920 en Willy Derby Hittepetit in 1921.

Het meisje Hittepetit was als sympathieke wildebras overbekend in het Nederland van de jaren ’20. In 1975 verschijnt de film Rooie Sien, een ‘remake’ van het toneelstuk met daarin opgenomen het nummer Hittepetit. Beppie Nooij vertolkt hierin de rol van (Rooie) Sien Breman, Sien in jongere jaren wordt gespeeld door Willeke Alberti. Daarnaast spelen o.a. Peter Faber, Kees Brusse, Sacco van der Made, Cor van Rijn, Guus Oster en Gerard Thoolen rollen in deze film. Het woord lijkt daarna in de vergetelheid te raken, zodat op 25 juni 2022 Rikie Dommerholt in de Taalstaat haar vergeetwoord Hittepetit indient.

Geherdefinieerd
Nou, als het aan Johan Derksen ligt, gaat dat echt niet gebeuren. Een jonge vrouw is in Johan-lingo ‘zo’n juffrouw’, ‘dat meisje’ of een ‘hittepetit’. Wilfred Genee nam dat al snel over, Doortje
Smithuijsen  filosoof en journalist schrijft op 4 februari 2024 in de Volkskrant: Johan Derksen begint met zeggen dat hij Marijnissen een ‘leuke verschijning’ vond, maar dat ze hem wel is tegengevallen, omdat ze een beetje voorzichtig was. ‘Maar mannen’, zegt Hélène Hendriks, ‘het is ook best intimiderend om hier voor het eerst te zitten’. ‘Nou’, zegt Wilfred Genee, ‘na drie minuten was ze al een hittepetit’. Met d’r haar omhoog, ‘en d’r borsten vooruit’. Oh sorry, ‘had ik niet mogen zeggen. Je mag ook niet meer kijken. Je mag helemaal niets meer, toch?’

Derksen heeft het woord hittepetit inmiddels al zo geherdefinieerd dat de oorspronkelijke betekenis verloren is gegaan en Victoria Koblenko het woord als seksistisch ervaart.
Het kan zijn dat dit net zo geldt voor Thirsa van der Meer, geen idee.

Ik miste iets
Voor wat het voor mij betekende, moet ik terug naar mijn jeugd. Ik groeide op met een kordate strijdvaardige oma. Ze had dertien kinderen terwijl het er wel negentien hadden kunnen zijn, drie miskramen en drie jong gestorvenen. Ze was weliswaar klein van postuur maar zij bestierde het gezin, was de gangmaker, had lol, maakte de paling schoon en lustte een neut. Zij was mijn eerste hittepetit. Mijn tweede was mijn juf Frans op de middelbare school. Ze had iets werelds, flair, nieuwsgierige twinkelende ogen en vertelde vol enthousiasme over de  schrijver Camus.

Sprankelend
Toen ik voor AalsmeerVandaag op zoek ging naar een nieuwe wethouder ter vervanging van Robbert-Jan van Duijn die in 2019 de Aalsmeerse politiek verliet, ontkwam ik er niet aan om ook iets over Thirsa te schrijven. Het eerste beeld dat opkwam was hoe ik haar vaak de raadzaal binnen had zien komen. Net zoals mijn Franse lerares sprankelend en met flair. Maar eenmaal achter de tafel, miste ik iets en dat heb ik toen als volgt omschreven: ‘Thirsa van der Meer, een hittepetit die koket op hoge hakjes door de Raadzaal zwiert. Flair die ik mis als ze haar plaats achter de raadstafel inneemt. Komt het op debatteren aan, zelfs na een goed gehouden betoog, dan ontbreekt juist dat om een punt te maken. Het zal haar jeugd en gemis aan ervaring zijn dat haar nog in toom houdt. Het zou een verrijking voor de politiek zijn als ze ook met flair haar aanzet afmaakt.’
Er was één iemand die me erop aansprak: Thirsa heeft moeite met wat jij over haar hebt geschreven. Ik was verbouwereerd, ik had gehoopt haar tot meer lef aan te zetten.

 

6 reacties

  1. Etymologie is leuk! (“Etymos” = werkelijk, waar + “Logos” = kennis (van).) Ooit bedacht men door de herkomst en oudste betekenissen van woorden te analyseren, waarheid te kunnen vinden.

  2. Je oma die je, je eerste hittepetit noemt
    Een vrouw die zo te lezen een straat verdient in Kudelstaart, dergelijke vrouwen
    hebben het mogelijk gemaakt dat de mannen een prak eten kregen om hun “belangrijke” werk te doen.
    Zodoende is er geen enkele Kudelstaartseweg vrouwe naam in de nieuwe wijk.
    Het is te hopen dat er nog een straatje komt voor Bep Heemskerk.

  3. Het radioprogramma “De Taalstaat” van Frits Spits heeft een rubriek “het vergeten woord”. Hittepetit lijkt mij hierin te passen. Niks mis mee. Het is een duiding en je hebt er direct een beeld bij. Het maakt de taal armer als deze uitdrukkingen worden veroordeeld en moeten verdwijnen in de prullenbak van gevoeligheden. Rens van Donselaar, lul de behanger. (Helaas geframed, alleen van toepassing voor mannen)

  4. Hoe je het ook definieert het blijft framing van een jonge enthousiaste vrouw. Dat zou jij niet doen bij een jonge enthousiaste man en daarom is het niet goed. Vrouwen en vooral in de politiek worden te veel op dergelijke wijze benaderd. Dat je er in de rebound zoveel worden aan moet besteden maakt het er niet beter op.

  5. ‘Hittepetit, wist ik maar wat er in je kopje zit.’
    Dat weten wij nu…
    Slappe thee!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel