‘Het vrije leven past bij mij’
Door: Jan Dreschler. Aalsmeerders, je vindt ze in alle uithoeken van de wereld. Vaak is dat in relatie tot bloemen. Je verwacht ze misschien wat minder in de outback van Australië. Toch is dat het geval met Martine van Veen. Ze houdt zich daar niet bezig met bloemen maar met mijnbouw. Vanwege het zestigjarige huwelijksjubileum van haar ouders was ze even in Nederland en kwam het tot een gesprek.
Tot haar twintigste was er nog niet zoveel aan de hand. Geboren in Aalsmeer Oost, opgegroeid op de Dreef in Aalsmeer, naar de Wegwijzer en daarna naar Mavo De Wiekslag. En dan aan het werk in een accountantskantoor. Wel had ze altijd iets avontuurlijks in zich. In haar jonge jaren las over ze de avonturen van ‘De Vijf’ in de boeken van Enid Blyton en dacht: “dat wil ik ook.”
Trektocht door Afrika
Ze ging samenwonen in Uithoorn met een al even reislustige vriend. Na een vakantie in Marokko werden de plannen steeds groter. In 1996 vertrokken beiden voor een trektocht van een jaar door Afrika. De bedoeling was om vanuit Aalsmeer helemaal naar Zuid-Afrika te rijden. Ze kwamen tot Togo, maar daarna werd het toch wel heel onveilig en moest de auto verder verscheept worden naar Zuid-Afrika. Na een jaar met de landrover rondgetrokken te hebben kwamen ze weer terug in ons land.
Op de bonnefooi naar Australië
Maar dan weer aarden! Na zo veel vrijheid te hebben gekend. Dat valt niet mee. Het werd wel geprobeerd en ze kochten ook een eigen huis in Mijdrecht. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan. Er werd een nieuwe reis gepland, waarbij ze ditmaal over land naar India reden en van daaruit de auto verscheepten naar Perth in Australië, een reis van anderhalf jaar.
En dan is de vraag wat doe je met de rest van je leven? Het stond wel vast dat een verder leven in Nederland niet zou gaan. Zuid-Afrika was een heerlijk land, maar het was er niet echt veilig om te wonen. Dus werd het West-Australië. In 2009 is het huis verkocht, de spullen werden op de boot gezet en samen met hun hond vertrokken ze op de bonnefooi naar Australië. Voor de familie, vader, moeder en zus best wel moeilijk om je kind zo te laten gaan. “Maar ze snapten het wel.”
Aantrekkelijk dorp
In Australië werd er eerst een paar maanden rondgereisd, opnieuw met een landrover met slaapaccommodatie, maar daarna moest er natuurlijk wel brood op de plank komen. Zij settelden zich in Pinjarra, een aantrekkelijk dorp met 5000 inwoners zo’n honderd kilometer ten zuiden van Perth. “Hij ging werken in de mijnbouw, twee weken werken, één week thuis, maar ik dacht, ik wil hier thuis raken in omgeving dus ging ik werken in het plaatselijke eetcafé. Aanvankelijk begon ik als serveerster, maar al snel was ik barista en supervisor. Ik ben er negen jaar gebleven.”
Ergens onderweg is het niet goed gegaan met de relatie en was Martine weer alleen.
Dringend buschauffeurs nodig
Dat betekende dat het noodzakelijk was een beter inkomen te verwerven dan in het eetcafé. “Ik wist dat er in de mijnbouw voldoende werk was tegen een aantrekkelijk salaris en besloot daarom te solliciteren naar een horecabaan bij de mijnen. Maar de eerste vraag ter plekke was “heb je ook een groot rijbewijs, want we hebben dringend buschauffeurs nodig.” In no time had ze haar vrachtwagenrijbewijs gehaald en begon als buschauffeur in de Outback. De mijnwerkers leefden daar bij elkaar in een kamp en moesten dagelijks van het kamp naar de mijn vervoerd worden. “Drie jaar heb ik dat gedaan en toen was ik het spuugzat.”
Gebied verkennen
Martine besloot te solliciteren als field assistent geophysics, zonder precies te weten wat dat inhield en werd aangenomen. Het valt haar moeilijk aan een Nederlander uitleggen wat dat precies is. “De binnenlanden van Australië worden, op zoek naar grondstoffen, eerst vanuit de lucht met een vliegtuig bestudeerd en dan worden de kansrijke gebieden in kaart gebracht. Vervolgens was het mijn taak om dat gebied op de grond te gaan verkennen. Je vliegt dan eerst van Perth naar Kalgoorlie en vervolgens met een landcruiser zes à zeven uur de wildernis in. Daar bleven we dan twee weken in caravans en zogenaamde swags, een soort matras met een tentje er aan vast. Je rolt het geheel op en het staat ook zo weer op een nieuwe plek.”
Metaaldetector
De exploratie van het gebied gebeurde door het trekken van lange elektriciteitsdraden. “Dat deden we met een soort Quad. Je maakte als het ware een heel groot vierkant. Aan het ene uiteinde werd een spanningsbron aangesloten en aan de andere kant was een ontvanger. Op die manier ontstaat een soort grote metaaldetector, die informatie geeft over wat er in de bodem zit. Wij zochten vooral naar nikkel.”
Niet zonder risico
Ze vertelt over het bijzondere leven dat ze daar twee jaar leidde. “Ik vond het geweldig daar in de bush. Tegelijk was het niet zonder risico. Je kunt immers iets breken of door een slang gebeten worden en ook met een terreinwagen over onontgonnen terrein rijden is niet zonder risico’s. Je hebt wel een traumapack bij je en je bent goed geschoold voor noodsituaties. En als dat allemaal niet voldoende is zijn er de Flying Docters.”
Vanaf februari jongstleden nam haar leven weer een nieuwe afslag. De nikkelprijs was fors gedaald door ontwikkelingen op de wereldmarkt en men besloot om haar werk uit te besteden aan een ander bedrijf. Wel kreeg zij een andere baan aangeboden.
Proefboringen
“Nu zit ik in een heel ander stukje van West-Australië, in Bridgetown zo’n 400 km ten zuiden van Perth en ben op zoek naar lithium. Alleen is dit een heel ander gebied. Geen wildernis, maar juist een relatief dichtbevolkt gebied. Alle land is daar van landeigenaren. Bodemschatten zijn van de overheid en kunnen gewonnen worden, maar de eerste 30 meter de grond in zijn privébezit. Dus nu ga ik nu bij mensen langs en bespreek of het mogelijk is om op hun terrein proefboringen te doen. Ze krijgen daar uiteraard een vergoeding voor. Als uit de grondmonsters blijkt dat er bodemschatten zijn dan komt een vervolggesprek tot stand met de vraag of het ook kan worden ontgonnen.”
Kneuterigheid
We hebben het over verschil tussen Australië en Nederland. “Als je terugkeert zoals nu, voor mijn ouders, dan valt op dat er hier toch wel sprake is van een zekere kneuterigheid. Zoveel mensen, zulke smalle straten! Australië is één en al ruimte en vrijheid. Het is een veel rustiger leven dan in Holland. Je moet wel hard werken. De sociale voorzieningen zijn redelijk.”
Ossenworst
Als je haar vraagt wat ze het meeste mist komt onmiddellijk een hartenkreet: “Ossenworst!” Natuurlijk zijn er meer dingen die ze mist, maar het zijn vaak kleine dingen. Wat betreft het grote geheel is Martine inmiddels heel erg gehecht aan haar plek in Australië. Ze heeft in Pinjarra inmiddels een eigen huis en reist nog veel, maar vooral binnen Australië.
Of er nog weer een man in haar leven komt is een open vraag. “Maar,” zegt ze, “ik kan goed alleen zijn en doe ook graag dingen alleen, zoals lange afstandswandelingen of fietsen volgens een fietsroute van duizend kilometer.”
Op de vraag of dat niet griezelig is zo in je eentje midden in de rimboe zegt ze: “ik heb altijd een apparaat bij me waarmee ik een noodsignaal kan uitzenden of een berichtje kan sturen via de satelliet.”
De kans dat ze zich nog ooit weer in Nederland zal vestigen acht Martine niet groot. “Ik heb een ruim eigen huis met een stukje grond en als ik dat zou verkopen dan krijg ik in Nederland voor dat geld niet eens een flatje. Dus het is ook praktisch niet te doen om nog terug te komen. Er zijn betere mogelijkheden voor de toekomst in Australië en het vrije leven past beter bij mij.”
(Foto’s: Arjen Vos en Martine van Veen)
Eén reactie
Ik mis je alle dagen van de week, maar snap het zo goed. Het past bij jou. Je zus. ❤