Rijzenspelers doen Taylor en Burton vergeten  

Renzo Koolhaas, Sylvia Broos, Denise Lanser en Evert van Putten in een dynamische scene.

Door: Joop Kok. Wat Feyenoord afgelopen weekend was voor Rotterdam waren de Rijzenspelers in dit zelfde weekend voor Rijsenhout. Ze lieten een spel zien dat van begin tot eind fascineerde en waar je als dorpeling trots op was dat dit in jouw dorp toch maar even gebeurde. Het meest gespeelde en meest bekende toneelstuk van de twintigste eeuw, ‘Who is afraid of Virginia Woolf’, van Edward Albee (1928-2016) in de Nederlandse vertaling van Gerard van het Reve, op de planken in dorpshuis De Reede.

Het was een echt dorpsuitje. Vrolijke gezichten die bij binnenkomst van de zaal spiedend rondkeken op zoek naar bekende gezichten en een plek om te gaan zitten. Was die eenmaal veroverd, dan werd er koffie gehaald aan de bar en onderweg handen geschud met vrienden en kennissen. Toen het licht dempte en het geroezemoes stilde, wachtte men vol spanning op het wegtrekken van het doek.

Hang naar illusie
En toen begon het, het stuk dat ik al eerder had gezien in de uitvoering van Victor Löw en Linda van Dyck op de dag af twaalf jaar geleden in het Crown Theater en op tv als film met Liz Taylor en Richard Burton. Het decor riep een beeld van moderniteit op dat ik ken van de zestiger jaren, de tijd waarin het stuk is geschreven. De cleane achterwand van gespannen doorschijnend doek gaf ruimte voor het opvoeren van een schimmenspel en kon je als een verwijzing zien naar het onderliggende thema van het stuk: wat zie ik eigenlijk, wat is waar, wat is illusie? Toen Albee het schreef, was het tevens een aanklacht tegen valse romantiek, een poging om te laten zien dat de wereld een stuk minder mooi is dan we zouden willen. Onze hang naar illusie speelt ons daarbij constant parten. We laten ons maar al te gauw meeslepen door beelden die troost en houvast bieden. Het  leggen van referenties is daar een onderdeel van. Neem die rode bioscoopstoelen op het podium, die staan er niet voor niets, ze refereren aan de film met Taylor en Burton. Dat gebeurde ook letterlijk. Zonder licht achter het witte doek kun je er prachtig op projecteren en dat gebeurde ook. Beelden uit de film met Taylor en Burton.

What a dump
Ook op een andere manier wordt er naar de film verwezen. Na het traditionele zaterdagavondfeestje ten huize van de rector komen rond twee uur Martha en George vermoeid thuis. Martha is de dochter van de rector. Haar man George is professor geschiedenis. Ze zijn duidelijk aangeschoten, en net als Elizabeth Taylor in de film kijkt Silvia Broos om zich heen terwijl ze verzucht: ‘What a dump.’

Zoals in alle uitvoeringen, vraagt ze zich hardop af waar die quote toch vandaan komt. Uit een film, weet ze nog, een bekende zwart-witfilm. In het script doelt ze op de beroemde regel van actrice Bette Davis. Bekijk hier de originele zin ‘What a dump’, zoals Bette Davis ’m uitsprak in de film ‘Beyond the forest’ (1949). Als toeschouwer in 2024 realiseer je dat je de regel vooral kent uit een andere film, niet met Bette Davis maar met Elizabeth Taylor: Bekijk hier de scène uit de film ‘Who’s afraid of Virginia Woolf’ (1966), waarin Martha, gespeeld door Elizabeth Taylor, verzucht ‘What a dump’. En ook zij vraagt zich, uiteraard, af, waar ze dat zinnetje toch van kent. Voor regisseur Ton Offerman een reden om het script aan te passen, de naam Bette Davis verving hij door Elisabeth Taylor.

Nadrink
Na wat gekissebis blijkt dat Martha een jong koppel voor een nadrink heeft uitgenodigd, geheel tegen de zin van George in. Hij geeft zich gewonnen eerst nadat ze duidelijk hebben afgesproken hoe ver ze die nacht zullen gaan in hun verbale boksmatch: tot aan hun zoon, die dezelfde dag achttien jaar wordt. De afspraak wordt bezegeld met volle glazen drank. En daar luidt de bel. “Klootzak!!” schreeuwt Martha naar haar echtgenoot George. Het jonge stel, Nick professor biologie en zijn huisvrouwtje Honey, blijft verbouwereerd bij de deuropening staan. Martha, plots poeslief: “Hee zijn jullie daar, kom binnen, kom binnen! Geef jullie jassen maar aan die oude zeur.” Vanaf dat moment ontspint zich een spel vol vlijmscherpe dialogen, gevaarlijke spelletjes, verbale slachtpartijen en glazen vol drank.

Waarheid en illusie
Historicus George heeft nooit de verwachtingen waargemaakt die zijn schoonvader, de rector van de universiteit, van hem had. Martha, geheel in lijn met haar vader, had haar toekomst anders voorgesteld. Dit gedesillusioneerde echtpaar, in gevecht met zichzelf en elkaar, gebruikt het jonge echtpaar als publiek om hun kwetsende, komische en wrange spelletjes te spelen. Er wordt stevig gedronken en gedurende de nacht ontstaat er een beklemmend, giftig gevecht. De gasten weten op een gegeven moment niet meer wat ze nu wel en niet moeten geloven.

Nick: “Ik weet nooit wanneer jullie liegen en wanneer niet…” Martha: “Dat is maar goed ook!” George: “Waarheid en illusie. Waar begint de één en houdt de ander op, hè?”

Chemie
Met de chemie tussen Sylvia Broos (spelend sinds 1974 in 41 stukken) als Martha en Evert van Putten (spelend sinds 1989 in 48 stukken) als George zit het wel goed. Zij bitchy met de lach aan haar kont, vertederend, manipulatief, hongerend naar aandacht en hij als een geloofwaardige tegenpool, sullig, getergd, getraumatiseerd, maar ondanks de drank volledig scherp voor de finale. Nick en Honey worden gespeeld door Renzo Koolhaas en Denise Lanser, spelend sinds 2022 in twee stukken. Een fris en fruitig koppel, althans dat denk je. Zij met haar engelachtige krullen en goed gespeelde vrolijkheid, een symbool van onschuld. Hij met zijn good looks, scherp gesneden pak en keurig uitgesproken tekst, het toonbeeld van correctheid.

Maar dat is slechts schijn, het lukt George om Nick te ontfutselen dat zijn huwelijk met Honey vooral gesloten is vanwege een schijnzwangerschap. Martha en Honey hebben zich op dat moment even teruggetrokken, omdat Honey zo dronken is gevoerd dat ze moet kotsen. Als ze terugkomen, blijkt Martha aan Honey verteld te hebben dat de zoon van haar en George morgen thuiskomt om zijn verjaardag te vieren. Voor George de aanleiding om met chirurgische precisie een eind te maken aan hun zo lang in stand gehouden illusie.

Tederheid
Waar in het begin van het stuk om iedere groffe of kwetsende opmerking nog gelachen werd als keken we naar Vandaag Inside, in de laatste tien minuten van het stuk werd dat al minder en minder. De pijn die zo lang achter de lach verscholen was werd verdreven door het meest kwetsbare wat een mens te bieden heeft en waar de Rijzenspelers al die tijd naar toe hadden gespeeld: tederheid. Gedesillusioneerd en met gevoelens vol schuld droop het jonge stel af en legde George vol genegenheid zijn hand op haar schouder en zong zacht: ‘Who’s afraid of Virginia Woolf / Virginia Woolf / Virginia Woolf.’  Martha: ‘Ik…George…’ George: ‘Who’s afraid of Virginia Woolf…’ Martha: ‘Ik… George… Ik…’

(Foto’s W.D. Eveleens)

Eén reactie

  1. Het was inderdaad een prachtig gespeeld stuk en Joop (Kok) hier treffend verwoord. Een topprestatie door Evert van Putten, Sylvia Broos, Denise Lanse, Renzo Koolhaas en regisseur Ton Offerman. Complimenten ook aan het overige Rijzenspelersteam voor het decor, techniek en verdere details. Was ’s avonds zó trots een Rijsenhouter te zijn. 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin