Ik waarschuw alvast, dit wordt geen stukkie waar de spetters vanaf vliegen. Niks geen kritiek op wie of wat dan ook. Veel te mooi weer om me druk te maken. Bovendien ben ik jarig vandaag. Precies 72 jaar geleden, gaven mijn ouders ‘met grote blijdschap en dank aan God’ kennis van mijn geboorte.
Overigens was 28 juli 1946 geen zaterdag, maar een zondag. Ik ben dus letterlijk een zondagskind. Of ik dat ook in figuurlijke zin ben? Op internet las ik, dat een zondagskind een geluksvogel is, die veel geluk heeft in het leven. Altijd het positieve van alles inziet en met iedereen kan opschieten. Ja, zelfs de toekomst kan voorspellen.
Het eerste klopt aardig, het tweede voor geen meter. Ik zie helemaal niet overal het positieve in. Was het maar waar. En ik kan ook niet met iedereen opschieten. Moet dat dan? Ik kan wel de toekomst voorspellen. Zo geef ik u op een briefje, dat Pieter Litjens opnieuw burgemeester wordt van Aalsmeer. Anders van Amstelveen.
Nog wel leuk om te vertellen: de ooievaar heeft me gebracht. Zo ging dat nog, in 1946. Kijk maar op mijn geboortekaartje. Dat hadden mijn ouders opgeleukt met een ooievaar, die parmantig een baby in zijn snavel houdt. Die baby stel ik voor. Tenminste, daar ga ik vanuit. Anders slaat zo’n afbeelding als een tang op een varken.
Echt voorzichtig ging de vogel niet met mij om. Hij balanceert op één poot bovenop zijn torenhoge nest. Eén verkeerde beweging en ik was naar beneden geflikkerd. Wat mij aan dat plaatje bovendien opvalt is, dat er een tweede baby over de rand van het nest hangt. De ooievaar lijkt te twijfelen of hij die ook mee zal nemen. Goh, dan had ik er een van een tweeling geweest.
Uiteindelijk heeft die rare vogel alleen mij gedumpt. Daarmee zijn mijn ouders aan een ramp ontsnapt. Want stèl, dat ze nog zo’n product als ik in hun schoot geworpen hadden gekregen. Volgens zeggen, was ik als kind een lastpak. Nee, daar kunt u zich nu natuurlijk niets meer bij voorstellen. Toch?
Helaas is mijn geboortehuis al meer dan vijftig geleden afgebroken. Het dubbele woonhuis (achter ons woonde een broer van mijn vader met zijn gezin) stond naast veiling Bloemenlust (nu ‘The Beach’) en de Christelijke school (nu ‘Centennial’). Vader Maarten en ome Wim hadden er hun kwekerij, die ze in 1936 hadden overgenomen van Maarten Alderden.
Alderden ging, samen met zijn dochter Jetta, het postkantoortje aan de Machineweg runnen. Bij de verkoop had hij bedongen, dat de kwekerij niet langer de naam ‘Cultura’ mocht dragen. Rond 1960 kocht de veiling het bedrijf om te kunnen uitbreiden. Mijn oom tuinierde verder aan de Aalsmeerderweg en wij verhuisden naar de Stommeerkade. Ik was toen vijftien.
Het vertrek uit het Farregat ben ik nooit te boven gekomen. Twee beetjes overdreven, natuurlijk. Maar het was wel het allermooiste plekje van de wereld dat er bestond. Ik bewaar er de meest fantastische herinneringen aan. Niet alleen aan het huis, de kwekerij, de zwanen in de sloot (waarin wij ’s zomers ook zwommen), het spelen in de veiling en de school van ‘meester’ Dam.
Eigenlijk is het de hele buurt waar ik graag aan terug denk. Aan slager Henk Treur, bijvoorbeeld. Als hij ’s maandags ging slachten, stond ik met mijn neus vooraan om te kijken hoe hij een koe (of varken) de kogel gaf en vervolgens de keel doorsneed. Het hele slachtproces zal ik u besparen, maar dat ik daar naar kon kijken, snap ik nu nog steeds niet.
Op de hoek Oosteinderweg – Pontweg, was de garage van Piet Visser, met pal ernaast de kruidenierswinkel van Van Noord. Griet Korenstra zwaaide er de scepter. Dat dit gezien de afwijking van de stand van haar ogen altijd goed ging, was een wonder. Naast Van Noord zat groenteboer Van den Helder. Weer een eindje verderop Hartelust, waar we met onze neuzen tegen de winkelruit gedrukt naar de intocht van Sinterklaas op tv keken.
Waar ik me door m’n moeder graag voor een boodschap naartoe liet sturen, was bakkerij De Eendracht. Vooral ’s morgens vroeg, achterom. Dan was het brood net uit de oven en dat róók lekker… En niks lekkerder dan een warme boterham met dik boter en bruine suiker. Als mijn vader in een gulle bui was, stuurde hij me ‘s zaterdagsmiddags wel eens naar De Eendracht voor tompouces.
In mijn tijd telde de Machineweg nog veel winkels. Behalve eerdergenoemd postkantoortje, had je er Kramer (bij ‘tante’ Bep keken naar Dappere Dodo op tv), kruidenier Weerman (waar ik vaak de petroleumkan moest laten vullen), dameskapper Van der Sluis, slager Kroes, Mantel, herenkapper Spaans, drogisterij Wesselius (kocht ik misselijk makende zwart wit) en groenteboer Den Rooijen (‘Japie van de banaan’).
Even terug naar kapper Van der Sluis. Voor het Nostalgisch Filmfestival, kreeg ik van zoon Adri een doos vol films van zijn vader. Uit de enorme hoeveelheid materiaal heb ik een film samengesteld, die op dinsdag 4 september in de feesttent op het Praamplein wordt vertoond. Nostalgische beelden van de Machineweg in de jaren vijftig en zestig. En natuurlijk van de kapsalon zelf.
De eerste de beste, ruim zestig jaar oude film, die ik uit de overvolle doos haalde, bezorgde mij een enorme schok, tevens kippenvel. Eerst zag ik vrouwen met heel veel rollers in hun haar onder gigantische droogkappen zitten. Toen schitterende opnamen van de opening van slagerij Kroes en een wandeling op de Pontweg, inclusief ‘het pontje’ (roeiboot) van Cees van der Schilden.
Totaal onvoorbereid kreeg ik ineens opnamen te zien van een kweker, sigaar in zijn mond, die in een kas anjers aan het stekken was. Door de ruiten van de kas was veiling Bloemenlust te zien. Met een schok drong tot mij door, dat ik naar mijn vader keek. Even later kwamen ook broers van me in beeld.
Waarom deze beelden in een film van kapper Van der Sluis? Toen ik hem deze vraag voorlegde, vertelde Adri, dat zijn vader een kennis op bezoek had, die graag eens op een kwekerij wilde kijken. Hij is toen met hem naar mijn vader gegaan en heeft dat bezoek gefilmd.
Voor mij is het een uniek stukje film uit de jaren vijftig. De enige bewegende beelden van Oosteinderweg 239, de plek, waar vandaag op de kop af 72 jaar geleden mijn wiegie stond. Wat een nostalgie. Een waardevoller verjaardagscadeau had ik mij niet kunnen bedenken.
P.S.: Het Nostalgisch Filmfestival wordt gehouden op dinsdagmiddag en –avond 4 september in de feesttent op het Praamplein. De start van de kaartverkoop is donderdag- en vrijdagavond 9 en 10 augustus, tussen 7 en 8 uur, in het Boekhuis in de Zijdstraat.
Dick Piet is journalist. Geeft zijn nieuwsgierigheid al meer dan een halve eeuw de vrije loop in de schrijverij. Schopte het tot hoofdredacteur van de Aalsmeerder Courant. Graaft op papier graag dieper dan anderen in naoorlogs Aalsmeer. De hele zomer lekker het water op met de boot. Pleziert daarna Aalsmeer met nostalgische filmavonden.
99
6 reacties
Hartelijk gefeliciteerd Dirk, nog vele jaartjes er bij en dat wij dan nog steeds kunnen genieten van je geschreven stukjes.
Het bovenstaande is zo herkenbaar omdat ik ook een Farregatter ben. Nu niet meer want zijn inmiddels verhuisd.
Maar jou stuk brengt veel mooie herinneringen aan Oost.
Bedankt.
Hartelijk gefeliciteerd Dirk, nog vele jaartjes er bij en dat wij dan nog steeds kunnen genieten van je geschreven stukjes.
Het bovenstaande is zo herkenbaar omdat ik ook een Farregatter ben. Nu niet meer want zijn inmiddels verhuisd.
Maar jou stuk brengt veel mooie herinneringen aan Oost.
Bedankt.
Voor een dubbeltje bij Cees van der Schilden naar de overkant, om mijn grootouders te bezoeken die dicht bij de jouwe woonden, Dick. Bij van der Schilden was wel degelijk een echte pont die in mijn beleving ook een auto naar de andere kant kon overzetten. Een lange kabel en de ´klomp´ werden voor de overzet gebruikt.
Gefeliciteerd Dick,
Mooi verwoord tijdsbeeld. Ruim drie jaar jonger toch heel herkenbaar die tijd vor mij, alles vertrouwd en overzichtelijk.
Dank voor de felicitatie Jaap. Was ik zo’n hoofdredacteur….? Maar die negatieven moet je ontwikkelen en straks bij de kerstspecial van Aalsmeer Vandaag plaatsen????
Beste Dick.
Van harte gefeliciteerd met je 72e verjaardag.
Bij het lezen van jouw column heb ik mij over één onderwerp hogelijk verbaasd. Dat jij, met vermoedelijk, droge ogen stond te kijken naar het slachten van een koe of varken. Destijds gaf je mij de opdracht om voor Weekmedia een Kerst-special te maken. Aangezien er in die periode doorgaans veel vlees gegeten wordt ben ik naar het abattoir in Amsterdam getogen om daar “leuke” beelden te schieten. Als toenmalig hoofdredacteur vond jij het echter te ver gaan om deze in de krant te publiceren. Mocht je alsnog van gedachten veranderen; de negatieven heb ik nog bewaard.