Aalsmeerse kwekers hielpen Lent bij herstel kassen na WOII

Herdenkingsraam uit Lent (links) in het trappenhuis van het raadhuis (Foto: Arjen Vos)

Door: Ad van Heiningen. Wat doet een herdenkingsraam uit Lent, een dorp onder de rook van Nijmegen, in het raadhuis van Aalsmeer? Daarvoor moeten we terug naar het einde van de Tweede Wereldoorlog, nu 80 jaar geleden

Nijmegen behoort met Rotterdam en Den Haag tot de steden die het zwaarst getroffen zijn in de oorlog. Bij een Amerikaans bombardement op 22 februari 1944 werd een groot deel van het centrum van de Keizerstad verwoest, bijna 800 mensen kwamen om het leven. In september 1944 werd er hard gevochten om de Nijmeegse Waalbruggen tijdens de militaire operatie Market Garden, de geallieerde poging om door te stoten tot het industriële hart van Duitsland. Die opmars liep vast bij Arnhem. Nijmegen was weliswaar bevrijd, maar opnieuw ging een deel van de oude binnenstad in vlammen op. De stad bleef nog tot maart 1945 onder vuur liggen, de ‘granatentijd’. In totaal kwamen bijna 2.200 Nijmeegse burgers om het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Familie in Leuth bij de terugkeer in het voorjaar van 1945. (Foto: Stichting Leuth, weet u nog?)

Huis en haard verlaten
De materiële verwoesting in plaatsen rond Nijmegen, zoals Groesbeek, Lent en Millingen, was zo mogelijk nog groter dan in de stad zelf. Tijdens de strijd in september 1944 en de maanden daarna werd de bevolking van het grensgebied tussen de stad en Duitsland geëvacueerd, net als Arnhem en omgeving en grote delen van de Betuwe. Tienduizenden mensen moesten huis en haard verlaten. De Ooijpolder, Millingerwaard en de Betuwe werden door het Duitse leger onder water gezet als buffer om een verdere geallieerde opmars te voorkomen. Nijmegen zelf werd overigens niet geëvacueerd.

Plunderingen
Toen de evacués maanden later terugkeerden, in het voorjaar en de zomer van 1945, troffen zij hun dorpen en huizen zwaar verwoest en aan. In Groesbeek bijvoorbeeld was meer dan de helft van de huizen onbewoonbaar. Kapotgeschoten, geen ruit meer heel, houten vloeren, kozijnen en deuren eruit gesloopt om te gebruiken in militaire stellingen of als brandhout. Bovendien hadden geallieerde soldaten zich op grote schaal schuldig gemaakt aan plunderingen.

Kortom, Nijmegen en omgeving maakten na de Tweede Wereldoorlog een desolate indruk. Het hart van de stad was veranderd in een kale vlakte. De woningnood was groot. Mensen met ruime huizen kregen verplicht inkwartiering, ouders moesten nog vele jaren inwonen bij hun kinderen, of andersom. De teruggekeerde dorpelingen waren voor onderdak aangewezen op kippenhokken en varkensschuren.

Gebrek aan alles
Hoe opnieuw te beginnen? Dat was in het Rijk van Nijmegen na de Tweede Wereldoorlog de grote vraag. Er was gebrek aan stenen, dakpannen, ruiten, ander bouwmateriaal, gereedschap, meubilair, huisraad, bedden, dekens, kleding, eigenlijk aan alles. Van het Rijk viel niet veel hulp te verwachten. Er was groot geldgebrek, het herstel van bruggen, spoorlijnen, wegen en andere infrastructuur om de economie weer op gang te brengen kreeg voorrang.

Affiche voor de glas actie van H.A.R.K. voor Groesbeek (Foto: Heemkundekring Groesbeek)

Hulpactie Rode Kruis
De Nijmegenaren, Groesbekers, Lentenaren en andere bewoners van de regio waren dus voornamelijk aangewezen op zichzelf. Maar toch niet helemaal. In het najaar van 1945 kwam de Hulpactie Rode Kruis (H.A.R.K) op gang: plaatsen in Nederland die relatief ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog gekomen waren, werden gevraagd de bevolking van plaatsen in de zwaar getroffen gebieden te hulp te schieten.

Container katten
Zo werd Haarlem gekoppeld aan Nijmegen en Venray, Naarden en Bussum aan Groesbeek. ‘Geeft meer dan u missen kunt!’, was één van de slogans. ‘Ruiten Troef’, een andere, speciaal bedoeld om glas in te zamelen. Vrachtwagens met ingezamelde hulpgoederen vertrokken uit Haarlem en omgeving naar het oosten van het land. Eén van de opvallendste ladingen uit Bussum was een container katten voor Groesbeek, om de daar heersende muizen- en rattenplaag te bestrijden.

Aalsmeerse kwekers
In Lent, net ten noorden van Nijmegen aan de Waal, was vooral behoefte aan glas. Het dorp was het centrum van de glastuinbouw in de Betuwe. Lent lag van september 1944 tot maart 1945 in de frontlinie, van de kassen was niet veel meer over. De bloemenkwekers uit Aalsmeer besloten hun ‘collega’s’ te hulp te schieten. Dankzij hen kon 60 procent van de bedrijven in Lent binnen enkele jaren weer bedrijfsklaar gemaakt worden.

(Foto: Jaap Maars)

‘Streng onderzoekend’
Uit dankbaarheid schonk Lent de gemeente Aalsmeer in 1950 een gebrandschilderd glas-in-loodraam, waarop deze hulp gesymboliseerd wordt. Dat gebeurde bij gelegenheid van de heropening van het gerestaureerde raadhuis van Aalsmeer.

In de krant werd de voorstelling op het raam als volgt beschreven: “In de onderste helft van het raam verschijnt Lent als een hulpbehoevend jongetje aan de dis van het gezin Aalsmeer; hoewel niet onwelwillend, staan de ouders toch streng onderzoekend tegenover het jongetje. In de bovenste helft geeft de vrouw van het dagelijks brood en de man zaadkorrels, opdat het leven in Lent zich zal kunnen voortzetten. Geheel bovenaan wuiven de man en de vrouw het kind na, dat zich op weg terug bevindt.”

Het raam is ontworpen en geschilderd door Femmy Schilt-Geesink en uitgevoerd door haar echtgenoot Johan Schilt.

Expositie ‘De Terugkeer’
In het Nijmeegse Huis van de Geschiedenis, de Mariënburgkapel in Nijmegen, is tot 29 juni de expositie ‘De Terugkeer’ te zien. Die vertelt hoe de inwoners van Nijmegen en omgeving hun stad, dorp, woning en familie aantroffen bij terugkeer na de Tweede Wereldoorlog. Een banier met een afbeelding van het herdenkingsraam en het verhaal eromheen maken deel uit van de expositie.

 

3 reacties

  1. Mooi om als Lentenaar deze herinnering in het nieuws te zien. Hier werd jaren later nog steeds dankbaar over gesproken in Lent.

  2. Na afloop van de 2e Wereldoorlog heeft Lent als dank aan Aalsmeer o.a. Aalsmeerse scholen uitgenodigd om deel te nemen aan sportwedstrijden tussen de jeugd van Aalsmeer en Lent. Mijn moeder (1932) was daarbij en heeft ons daar vaak over bijgepraat. Zij was er trots op dat daar haar hardlooptalent werd ontdekt …

  3. Ik heb mijn vader er wel over gehoord hij is toen ook mee geweest de vrachtwagen moest gelost worden de Aalsmeerders hebben gelost want ze vertikte het om te helpen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
adv flower art 1
historische tuin
adv NOA tekst
adv wapen v aalsmeer klein
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
adv flower art 1
historische tuin
adv NOA tekst
adv wapen v aalsmeer klein