Door: Hermen de Graaf. Op mijn dagelijkse #wandelinghond met onze West-Friese Stabij Bo passeren we leuke kinderspeeltuintjes. Die zetten mij laatst aan het denken: ‘Waarom spelen er zo weinig kinderen?’ En zo mijmerde ik verder. ‘Hoe deden wij dat vroeger?’ Tot mijn tiende levensjaar woonden wij in het waterrijke Broek op Langedijk. Inderdaad een lange dijk, met aan weerszijden een sloot. Hier en daar een bruggetje naar de achterliggende akkers, die we hier in Aalsmeer eilanden noemen, met daarop woonhuisjes en schuurtjes.
Als peuter speelde ik buiten in ons achtertuintje, vastgebonden in een tuigje met daaraan een touw dat met een ring vastzat aan een kabel langs de schutting: ontsnappen en in de sloot belanden was zo goed als onmogelijk. ‘Een zandbak, water en takjes’ noemde mijn vader de speelgoedattributen als onderdelen van zijn pedagogische opvoeding. Op latere leeftijd werd het spannender. Achter de ‘metor’, zeg maar een praam maar dan van metaal en een whistler-motor in plaats van een penta, liggend in een autoband werden de eerste beginselen van de zwemkunst ons bijgebracht.
De vrijheid brak aan. Eén van de favoriete kunststukjes was ‘achter de huizen langs’. We klommen en klauterden dan over heggen, schuurtjes en heiningen van de ene achtertuin naar de andere en wekten daarmee de irritatie en achtervolging op van boze bewoners. ‘Ik weet je nag wel te vinden, joons van Jan de Graaf en Albert Dekker’ (Jan Albert Dekker was mijn beste jeugdvriend), werd naar ons hoofd geslingerd. Nooit wat van gehoord…
Belletje druk natuurlijk en dat was bij Keizer op de Dijk altijd feest. Hij achtervolgde ons dan hard rennend (en dat kon hij) op de bielzen van de voormalige spoordijk en het was de truc om hem steeds dichterbij te laten komen om dan te versnellen. Helemaal tot aan de Spoorbrug, dat was wel anderhalve kilometer, voor hij het opgaf. En daar was een kleine boomgaard, jullie raden het al, waar wij appels jatten in het najaar. Puur voor de spanning, een fruitliefhebber ben ik helemaal niet.
Over jatten gesproken: op zondagmiddag wisten wij een open deur te vinden van de ‘Crips’fabriek, waar ’s zondags in het christelijke Broek op Langedijk natuurlijk niet kon worden gewerkt. Daar slopen we naar binnen en stalen chips. Zo hadden we de primeur van de paprika sticks. Helaas, na een paar weken patrouilleerde de politie.
En tijdens de schaarse winters, het zijn er een stuk of tien geweest, was ‘skossie trap’ een favoriet vermaak. Zodra het kon, of eigenlijk net niet, was het de kunst om over het ijs de overkant van de sloot te bereiken. Het brak dan en dat maakte het voor de volgende held een stuk moeilijker over te steken.
En zo waren we altijd in de weer, meestal buiten of klieren in de grote ‘neerzetveiling’ onderdeel van de Broeker vaarveiling (sinds 1972 een museum). En wat doen die kinderen van nu? In de veertig jaar dat wij hier op Geerland wonen, is sporadisch belletje gedrukt of een hut gebouwd. Verkent de jeugd bijvoorbeeld de veilinghallen, op zoek naar vermaak? Afgezien van die rotjochies met hun vuurwerkterrorisme rond de jaarwisseling zie ik er weinig van. Een beetje toeren op hun fatbikes. Als ze jonger zijn worden ze vastgeketend en gehelmd in de elektrisch ondersteunde bakfiets, gedoken onder een regen- en windscherm (ook tegen UV-straling), vervoerd van de ene naar de andere beschutte plaats. En vaak niet beschermd, zo heb ik begrepen, tegen snapchat, tiktok, whatsapp, vetmakend snoepgoed en ontbreekt het door al die nieuwe bezigheden aan het opbouwen van sociale vaardigheden en vriendschappen.
Hou me ten goede, vroeger was niet alles beter, integendeel. En mocht ik te cynisch zijn in dit stukje, misschien moeten we juist wél cynischer zijn over de vooruitgang…
Hermen de Graaf is communicatieadviseur. Kudelstaarter – en bazuint dat ongegeneerd rond. Man van contacten, vooral in bloemenland. Twittert dat het een lieve lust is. Voormalig CDA-statenlid in provincie Noord-Holland. Jongleert graag met ‘duurzaamheid’ en ‘rentmeesterschap’. Eigenwijze kerel.
3 reacties
Mooi stukje heerlijk om te lezen. Alleen even terug over het belletje drukken. Wij wonen in de wijk de Rietlanden. Ongeveer vijf jaar geleden ging de deurbel. Inderdaad geen kind te bekennen waarschijnlijk verstopt achter de bloembakken. Tot op een keer weer de deurbel ging. Stond er een kereltje van een jaar of acht met de mededeling ik ben de belletjesdrukker. Dit is toch humor?
Mooi verhaal Hermen. Ik ben overigens blij dat die diefstallen van chips verjaard zijn. Anders waren we nu alsnog de klos.
Alkmaar, Jan Albert Dekker.
Geweldig stuk. En oh zo waar. Triest als je er echt diep over nadenkt want met de jaren wordt t steeds erger. Alle mooie speeltuintjes zijn leeg of het is een hangplek. Alhoewel tegenwoordig ook weinig wordt gehangen. Mijn kinderen hebben een geweldige jeugd gehad inmiddels 25. Ze kunnen heerlijk buiten zijn met paard hond fiets of op de been. Kinderen worden niet meer zelfstandig omdat de jonge ouders teveel pamperen. Generatie paniek.