Door: Belle Fleur.
– Oom Gerard was een vreemde vogel.
– Oom Gerard was de broer van mijn vader, hoewel ik het mijn vader soms hoorde ontkennen.
– Oom Gerard stal in het dorp waar hij woonde, de show met paard en wagen.
Van beroep was hij schillenboer. Hij verrichte ook allerlei neven activiteiten, zoals het vervoer van planten enz. Soms fungeerde hij ook als taxi. De kinderen waren dol op hem. Hij was één van de veertien kinderen van een daggelder uit de Haarlemmermeer. Eén van de kinderen, die mijn oma Martha tijdens haar vruchtbare jaren baarde. Zij bleek niet bepaald baas in eigen buik, zal ik maar zeggen. Of zij het al niet druk genoeg had, bakerde zij ook nog in haar schaarse vrije tijd. Zij was een graag geziene vroedvrouw.
Ik heb haar nooit gekend. Niet anders dan van een foto tussen haar kroost.
Ook Gerard woonde met vrouw Matje in het Spoorhuis langs de N201. Als wij op visite kwamen, zat hij vaak met zijn voeten op tafel de Bijbel te lezen, weliswaar op zijn kop, maar dat deerde hem niet. De gaten in zijn sokken vielen niet op, omdat hij niet meer dan strikt noodzakelijk zijn voeten waste. De kipjes vrolijk scharrelend om hem heen.
Hij had zich tijdens zijn leven vol overgave aangemeld bij de Maranatha, een christelijke geloofsgemeenschap, die het vooral moest hebben van de goed gelovige burger. Hij schopte het tot predikant op de grinthoop, in het weiland achter ons huis. Zijn welluidende stem was tot ver in de omgeving te horen. Hij was op zijn manier gul. Had een stukje land achter zijn huis. Hield wat kippen, konijnen en een enkele geit of varken. Bij een bezoek aan hem mocht ik eens een kuikentje uitzoeken. Het beestje dat ik had uitgekozen zette hij terug met de mededeling dat ik beter een andere kon kiezen. Wat was het geval? Het bleek een kippetje te zijn, die hield hij liever zelf. Mij drukte hij een haantje in mijn hand. De schurk.
Tante Matje verliet voortijdig het leven. Het hoe en waarom is mij in de loop der jaren ontgaan. Ik was nog een kind. Het weerhield oom Gerard er niet van een nieuwe vrouw tot de zijne te maken, ontmoet tijdens een van zijn bezoekjes aan zijn vele koffieadresjes. Zij paste zich snel aan aan zijn dagelijks leven. Reed mee op de bok van paard en wagen. Bij één van deze ritjes kwam paard en wagen ten val op de schuine kant van de N201.
Tante Bertha hing bij die gelegenheid om de nek van het paard en dook zo enige meters de afgrond in. Ze kwam er wonder boven wonder nog genadig af. Oom Gerard belandde echter in het ziekenhuis, waar hij bij bewustzijn gekomen, direct een verwijtende toon aansloeg, bestemd voor diegene, die volgens hem de schuld was van het ongeval.
Makkelijk was hij niet.
Ook tante Bertha overleefde hem niet. In een klein huisje in het Seringenpark sleet hij zijn laatste dagen. Ook hier zorgde hij voor enige opschudding. Zijn oude hondje bond hij vast aan de vuilnisbak. Het uitlaten werd hem te veel. Groot tumult ontstond bij de oudjes, toen het hondje al blaffend met vuilnisbak en al tussen de bejaardenhuisjes door rende. Er werd alarm geslagen en het hondje moest het veld ruimen. Sindsdien was het er een stuk rustiger, maar ook een stuk saaier.
Belle Fleur houdt van de natuur, van wandelen, van buiten zijn. Elke dag. Bloemen spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven. Erover schrijven ook. Zingen, schilderen en lezen maken het leven compleet. Een Aalsmeerse in hart en nieren.













/Muller.jpg)




/LJ-de-Vries.png)





Eén reactie
Geweldige verhalen ♥️