Door: Dick Piet. Ik hoor het onze vroegere burgervader Leendert (Leo) Brouwer nog zeggen: “Aalsmeer is geen openlucht museum. Je kunt niet alles wat oud is bewaren.’
Het was in 1983, dat ik hem ter gelegenheid van 850-jarig bestaan van Aalsmeer interviewde. Vanuit zijn kamer in het gemeentehuis, keken we uit op de oude Rabobank (Tuinbouwbank, later Raiffeisenbank) aan de Stationsweg. Het uit 1939 daterende pand stond op het punt vervangen te worden door een nieuw, door architect Jaap Tromp ontworpen bankgebouw (dat het na amper dertig jaar moest afleggen tegen de Lidl).
Ook hadden we uitzicht op de hoek Zijdstraat-Uiterweg. Er waren plannen in de maak om de na de ‘Grote Brand’ van 1844 gebouwde bakkerswinkel van onder meer Jan Harting en Gerard Jansen (na vertrek van de laatste, heeft edelsmid Bert-Willem Smeenk er nog een paar jaar in gezeten), te vervangen voor een nieuwe winkel van Sparnaay. Ook aanpalende woningen moesten eraan geloven.
Vanuit de burgemeesterskamer kon je Het Polderhuis net niet zien. Ook niet De Drie Kolommen, even verderop aan de Stationsweg. Beide historische panden stonden toen eveneens op de nominatie van de aardbodem te verdwijnen. Wat uiteindelijk ook is gebeurd. Het café-restaurant met bioscoop werd bij een brandweeroefening in de as gelegd. Een zelfde lot onderging de fraaie kwekerswoning, zei het als ‘vuurwerk’ op een vroege Nieuwjaarsochtend.
Eveneens in de schaduw van het raadhuis, lag de slopershamer klaar om De Oude Veiling in de Marktstraat een kopje kleiner te maken. De grote zaal moest het veld ruimen voor een nieuwe bibliotheek. Het was dan ook in het jubileumjaar 1983, dat hier voor de laatste keer nostalgische filmavonden konden worden gehouden. Het muzikale Aalsmeer 850-feest, was het allerlaatste grote evenement, waarvan overigens beelden te zien zijn op het komende Nostalgisch Filmfestival.
De burgemeester kon om het verdwijnen van al die historische panden in Dorp niet treuren. Hij had niks met historie. Je moet ook niet denken, dat hij een kijkje kwam nemen op één van de nostalgische filmavonden. In 1981 mocht ik die (namens de Aalsmeerder Courant) voor het eerst organiseren, samen met de Aalsmeerse Smalfilmclub. In 1981, 1982 en 1983 hadden we in totaal maar liefst vijftien uitverkochte avonden in De Oude Veiling.
Zelfs in het Aalsmeerse jubileumjaar 1983 kon er bij hem geen avondje nostalgie af. Zodoende mistte hij de première van het Oud Aalsmeer-lied van Klaas Tas. De vroeger zo bekende trompettist en accordeonist van De Vrolijke Vrijbuiters schreef en componeerde dit lied speciaal voor de (zeven!) nostalgische filmavonden in dat jaar. Hij zong en speelde het lied op het toen al half vergane podium van De Drie Kolommen, gefilmd door Daan Offerman van de Aalsmeerse Smalfilmclub.
Het Oud Aalsmeer-lied staat nu veertig jaar na dato als opening van de nostalgische filmmiddag en -avond op het programma. Dat stond het ook bij eerdere edities van het Nostalgisch Filmfestival. Veel bezoekers drukten mij na afloop vaak op het hart, het lied van Klaas Tas nooit van het programma te schrappen. Dus starten we er dinsdag 5 september ook weer mee. Ik heb het wel sterk ingekort, omdat er anders geen tijd over blijft voor andere films. Ook de vage kopieën van foto’s die oorspronkelijk onder de muziek stonden, heb ik vervangen door toepasselijke beelden.
Wat inmiddels ook traditie is geworden, is het slot van het nostalgische filmprogramma: ‘Het Dorp’, een liedje van Wim Sonneveld:
“Thuis heb ik nog een ansichtkaart,
waarop een kerk een kar met paard,
een slagerij J. van der Ven. Een kroeg, een juffrouw op de fiets, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets,
maar het is waar ik geboren ben.
Dit dorp, ik weet nog hoe het was, de boerenkinderen in de klas, een kar die ratelt op de keien. Het raadhuis met een pomp ervoor, een zandweg tussen koren door, het vee, de boerderijen.
En langs het tuinpad van m’n vader, zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter, dan dat ’t nooit voorbij zou gaan.”
‘Het Dorp Aalsmeer’, ondersteund met foto’s en filmopnamen van Aalsmeer van weleer, als uitsmijter. Sommige bezoekers noemen het zelfs hét hoogtepunt van de voorstelling. Donderdagavond, bij de start van de kaartverkoop, werd ik er nog door iemand in de rij wachtenden voor het Boekhuis in de Zijdstraat op aangesproken: “Denk erom, dat je Het Dorp niet vergeet, hè?” Ik zou niet durven!
Dit jaar sluit ik het programma voor de pauze voor het eerst ook af met een muziekfilmpje. Net als Het Dorp een evergreen van de bovenste plank, waarvan ik zeker weet dat hier en daar in de zaal een traantje wordt weggepinkt. Omdat het slechts drie minuten durende filmpje je even onderdompelt in ‘die goeie ouwe tijd.’ Dat doen die andere nostalgische films natuurlijk ook, maar deze ‘clip’ duwt je helemaal kopje onder.
Welke evergreen ik bedoel, verklap ik niet. Kom maar kijken. Lekker een paar uurtjes in de feesttent op het Praamplein weg zwijmelen bij beelden van hoe Aalsmeer er ooit uit zag. Mooier dan tegenwoordig, hoor je vaak beweren. Ja, veel van vroeger is afgebroken. Dat zoiets niet is tegen te houden, daarin had Brouwer natuurlijk wel een beetje gelijk. Maar, het had van mij wel een onsje (pandje) minder gemogen.
Gelukkig zijn er nog de nostalgische films.
3 reacties
Goede column
Het verleden is het deeg dat gekneed wordt voor het brood dat vandaag op tafel komt.
Hoe kijken de mensen van later terug op het Aalsmeer van nu? Wat is er nu nog heel dat er later niet meer zal zijn?
Is er ergens een gemeente beleidstuk/ visie dat hierover gaat? Een lange termijn plan? Weet jij dat Dick?
Welvaart – en de bijbehorende ‘vernieuwing’ – leidt bijna altijd tot de afbraak van historische panden. De historische 16de-eeuws binnenstad van Brugge is behouden omdat een eeuw later het Zwin verzandde, de 17de-eeuwse binnenstad van Amsterdam omdat, na het Rampjaar 1672, de economie volledig instortte.
En, wat Aalsmeer betreft, je ziet wat er gebeurt (aan de Uiterweg bijvoorbeeld) als de rijkdom toeneemt. (En wat een mazzel voor Brouwer dat, net op tijd, Boerenvreugd en het Polderhuis afbrandden, om plaats te maken voor nieuwbouw van de Hornmeer en het Raadhuisplein!)
Wat mooi geschreven, nu is het helemaal jammer dat ik er niet bij ben. Ik was er altijd. Succes Dick met de voorstellingen.