Dilemma

Ik zit met een dilemma. Kan ik het maken om in de Feestweek films te vertonen over Aalsmeer in de jaren ’40-’45? Heb ik het dus niet over bevrijdingsfilms. Ik bedoel van de acties die NSB’ers hielden in Dorp en Zuid. In zwarte uniformen uitgedoste WA-mannen, die hakenkruisen op straat schilderen en V-biljetten plakken om de Duitse Victorie te symboliseren. Van de installatie van NSB-burgemeester Kolb. En van de ‘foute’ Aalsmeerders, die zich na de bevrijding moesten melden in veiling Bloemenlust.

Jammer voor Nico Dames en consorten, maar de Feestweek vindt ook dit jaar weer op het Praamplein plaats. Midden in het centrum van Aalsmeer, zoals het een dorpsfeest betaamt. Einde discussie! Ik kan weer verdergaan met de voorbereiding van het vierde Nostalgisch Filmfestival. Noteer maar vast: dinsdagmiddag en -avond 8 september. Het programma is zo goed als rond, alleen dub ik dus nog over die oorlogsfilms.

Volgende week vieren we 70 jaar bevrijding. Een film over de Tweede Wereldoorlog zou dit jaar dus goed passen. Een paar jaar geleden zijn op het Nostalgisch Filmprogramma trouwens al beelden vertoond van de bevrijdingsfeesten in Aalsmeer. Onder meer van waarnemend burgemeester Piet van der Meer, die op een feestelijk versierde kar naar het raadhuis in de Dorpsstraat werd gereden. En van de vrijlating van Canadese soldaten uit het klooster aan de Stommeerweg.

Vrolijke beelden allemaal, zoals die er ook zijn van de bevrijdingsfeesten in Aalsmeer-Oost. Misschien zet ik die voor dit jaar op het programma. In ieder geval kunnen ze met een gerust hart in de feestweek worden vertoond. Dat ligt met films van NSB-acties en dergelijke toch iets gevoeliger. Voor je het weet verpest je de nostalgische filmmiddag of -avond dan voor een aantal mensen. Uiteraard brengen ze een stukje geschiedenis van Aalsmeer in beeld, maar toch. Zelf krijg ik het van die films ook altijd een beetje benauwd.

De film, die er bij mij altijd het meest inhakt, is die waarin NSB’ers zich na de bevrijding melden in Bloemenlust. Bepakt en bezakt komen ze aan bij de veiling, de een te voet, de ander op de fiets. Zowel langs de Oosteinderweg als de Pontweg, kijken honderden mensen toe. Als het een geluidsfilm was geweest, zou je ze ongetwijfeld hun ‘foute’ plaatsgenoten horen uitschelden. Wat dat betreft, ben ik blij dat het een ‘stomme’ film is.

Het mogen dan historische filmopnamen zijn, voor velen zijn ze uiterst pijnlijk. Aalsmeer was  een bolwerk van NSB’ers, dus bevinden zich onder de bezoekers van de nostalgische filmmiddag of -avond ongetwijfeld nazaten van ‘foute’ Aalsmeerders. Zij worden dan opnieuw geconfronteerd met het oorlogsverleden van hun vader of opa. Niet alleen door de beelden op het immense filmdoek, maar ook door wat er om hen heen wordt gefluisterd.

En laten we eerlijk wezen, daar zijn we in Aalsmeer altijd sterk in geweest, kletsen over anderen: ‘die waren NSB’er’ en ‘dat was zo’n schoft in de oorlog…’ Tot op de dag van vandaag, zeventig jaar na de bevrijding, kijken ‘we’ plaatsgenoten op de verkeerde keuzes van hun ouders en/of grootouders in de oorlog aan. Maar wie of wat was eigenlijk goed en fout? Vier jaar geleden, bij de presentatie van het boek Een vrij ernstig geval, Aalsmeer en Aalsmeerders in oorlogstijd, van Theodore van Houten, heb ik die vraag ook gesteld.

Ter illustratie had ik een briefje bij me van J.C. Mensing aan burgemeester Kolb, gedateerd 22 december 1943. De oud-wethouder en bekleder van talrijke bestuursfuncties in de tuinbouw, schreef: ‘Zeer geachte Burgemeester, Het is mij een behoefte u nog eens recht hartelijk te danken voor het fraaie boekwerk, dat u mij op dinsdag j.l. met de gemeentesecretaris is komen overhandigen. U kunt ervan verzekerd zijn, dat uw belangstelling door mij op hogen prijs is gesteld. Met vriendelijke groeten en der meeste hoogachting, uw dienstwillige J. Mensing.’

Ik vraag mij toen en nu nog steeds af, waar Mensing die belangstelling en dat ‘fraaie boekwerk’ van Kolb aan te danken had. ‘Gevoelens der meeste hoogachting’ had hij voor de NSB-burgemeester. Mensing was geen lid van de NSB, dus werd na de oorlog niet als ‘fout’ bestempeld. Sterker nog, hij werd na de bevrijding benoemd tot ereburger van Aalsmeer en Officier in de Orde van Oranje Nassau. Bovendien werden maar liefst twee straten naar hem vernoemd: de 1e J.C. Mensinglaan en de 2e J.C. Mensinglaan.

Hoeveel hielenlikkers à la Mensing zijn er na de oorlog nog meer zo genadig vanaf gekomen? Die geen NSB-stempel droegen, maar wel – de een meer dan de ander – hadden ‘geheuld’ met de vijand? Het gros van de Aalsmeerders, vrees ik. Kwekers, handelaren, werkers op de bloemenveiling, ze verdienden hun brood op de plank dankzij de export van bloemen en planten naar Duitsland. Vooral met de Duitse Moederdag wisten ze niet hoe hard ze moesten hollen naar de veiling.

Wel of geen oorlogsfilms in de Feestweek? Ik vind dat het Nostalgisch Filmfestival voor iedereen een feest (der herkenning) moet zijn. Waarbij niemand zich ongemakkelijk voelt of (plaatsvervangend) schaamrood op zijn kaken krijgt. Begon ik dit stukje met een dilemma, ik eindig tenslotte met een keuze. Die lijkt mij vrij duidelijk.
 

Dick Piet is journalist. Geeft zijn nieuwsgierigheid al 45 jaar de vrije loop in de schrijverij. Schopte het tot hoofdredacteur van de Aalsmeerder Courant. Graaft op papier graag dieper dan anderen in naoorlogs Aalsmeer. De hele zomer lekker het water op met de boot. Eigenwijze kerel.

3 reacties

  1. Wie zijn of haar ‘bevrijding’ herdenkt en viert, kan er niet omheen duidelijk te maken waarvan – of van wie – men dan al dan niet bevrijd is. In Vietnam zullen de mensen er niet omheen kunnen, dat het Kennedy’s en Johnson’s Amerikanen waren, die hun land en volk platbombardeerden in de jaren ’60 en begin jaren ’70. Kennedy en Johnson waren democraten, geen fascisten. In Turkije kan men ook niet langer om de massaslachting van Armeniërs heen, in 1915. Dus kunnen mensen die in Nederland de bevrijding vieren er niet omheen dat zij verlost werden van de Duitse bezetter, diens bondgenoten en de collaborerende Hollandse landverraders. Man en paard moeten wel genoemd worden. Dat heeft echter niets te maken met hun naoorlogse nakomelingen. Persoonlijk heb ik tien jaar onderzoek gedaan naar collaboratie en verzet in Aalsmeer. Oud-NSB’ers, zelfs een SS’er, waren blij dat er open en bloot over gesproken werd, zolang dat objectief gebeurde. Er waren weliswaar wel enkele actieve NSB’ers en SS’ers die er liever het zwijgen toe deden en hun verleden voor hun kinderen verzwegen, die in bepaalde gevallen uiteindelijk toch op pijnlijke wijze achter het oorlogsverleden van hun ouders kwamen. Zij kunnen ‘er’ niets aan doen. Natuurlijk niet. Maar degene die hen iets verwijt of naroept, die kan nog wel iets doen: zijn kop houden over mensen van nu die er niet schuldig aan zijn. In een van de Aalsmeerse NSB-films, gemaakt door aannemer Biesheuvel uit de Meer, komt een jongen voor, die in 2004 bij mij thuis in de huiskamer op de Oosteinderweg voor het eerst sinds 1945 de woorden sprak: ‘Mijn vader was een klootzak!’ De familie had altijd maar de mantel der liefde over het oorlogsverleden gegooid. Zolang men blijft fluisteren en verhullen komt er nooit een eind aan die eeuwige kwade tongen over het ‘foute’ deel, hooguit tien procent van de inmiddels eervorige generatie, geboren vóór 1930. Wie een film bekijkt uit 1941, kan er van op aan dat er ‘foute’ figuren op staan. Om te ontkennen dat dat zo is, is zinloos. Kijk dan niet. Sluit de ogen maar weer eens.

  2. Inderdaad een dilemma; het beeld van de aanvallende stier, waarbij je moet kiezen door welke hoorn je gespietst wil worden. Ik denk dat Dick Piet de juiste moeilijke afweging heeft gemaakt.

  3. Ik had mij voorgenomen om ‘even’ uit beeld te blijven als betweter bij AV. Sommige burgers hebben er last van, als je te veel je eerlijke en onafhankelijke mening geeft, maar toch…. Op dit stuk een uitzondering. En waarom? Het woord ‘bevrijding’ houdt niet alleen in, het vieren van de overwinning op de vijand, volgens mij betekent vrijheid ook een nieuwe start maken. Het is goed dat het oorlogsverleden en vooral het leed niet wordt vergeten, maar we moeten er ook een les uit leren. Zadel de jeugd niet op met een verleden, maar laat ze zien dat ze met hun eigen verantwoordelijkheid in staat zijn om een betere wereld te maken. Dan pas kunnen en mogen we bevrijding vieren, met ‘iedereen’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel