Door: Joop Kok. (beschouwing) In de column Raadhuispijn Column: ‘Raadhuispijn’ van Wilco Hoogeveen lees ik: Als je probleemanalyse niet klopt, kan ook je oplossing niet kloppen. Heeft ie geleerd in Delft, schrijft hij. Gezien het resultaat, moet ik wel constateren dat er een verschil is tussen de faculteit industrieel vormgeven en de faculteit bouwkunde. Dat zal duidelijk worden wanneer ik u mee terugneem in de tijd naar de presentatie van het allereerste idee om iets te doen aan het gemis van een centrum in Aalsmeer. Het jaar is 2005, Piet Boom is wethouder ruimtelijke ordening en bureau Khandekar presenteert dat idee. Het is gebaseerd op een aantal conclusies en stellingen die zijn opgesteld door eens goed als stedenbouwer en ruimtelijke vormgever, naar de situatie te kijken.
Wat het bureau direct opviel was dat het Raadhuisplein te groot is in verhouding tot de hoogte van de omliggende wanden. Mede ook door de grote openingen tussen die wanden, mist het plein een heldere begrenzing. Dit in tegenstelling tot pleinen in oude binnensteden. Daar zijn de publieke ruimtes veel meer afgestemd op de bebouwing en zijn de gaten in de wanden het gevolg van over het algemeen smalle straten. Met als gevolg pleinen die een gevoel van intimiteit, ja zelfs huiselijkheid, weten op te roepen en die je uitnodigen om ergens te gaan zitten om te kijken naar je medemens. Om dat verschil duidelijk te maken vergeleek het bureau het Raadhuisplein met de Beestenmarkt in Delft en die van de Grote Markt in Delft en in Gouda. (zie afb. 1)
Vooral op auto’s gericht
Een andere constatering, en dat zal niemand verbazen, was dat het Raadhuisplein vooral op auto’s en minder op voetgangers is gericht. Dat het tevens een overgang vormt van het dichtbebouwde dorp naar de landelijke Stommeerkade, was voor mij nieuw. Voor het bureau een aangrijpingspunt om in het schetsplan twee verschillende sferen te creëren. Een steenachtig stedelijke op de plek van winkels en zorgcentrum en een meer groen landschappelijke op de plaats van de gebouwen langs het water. (zie afb. 2)
Het gebied direct naast het postkantoor vond men er wat verloren bijliggen, een gat in de bebouwing terwijl men juist daar, ter ondersteuning van de Stationsweg, bebouwing wenselijk achtte. Doorgaand- en bestemmingsverkeer, en ook dat zal een ieder beamen, zorgt voor een barrière tussen de Zijdstraat en het Raadhuisplein.
Wat het bureau ook opviel was dat water een belangrijk kenmerk is van Aalsmeer. Het water langs het plein is één van de weinig overgebleven waterpartijen in het Centrum. Waar het in het verleden een verbindend element was tussen de veiling en de kwekers op de Uiterweg, vormt het nu een barrière tussen Zijdstraat en Raadhuisplein.
Het idee
Uitgaande van bovenstaande constateringen kwam men tot het volgende idee (zie afb. 4): recht tegenover het raadhuis een stevig gebouw A om zo een duidelijk plein te markeren. Ook tussen het gezondheidscentrum en tot over de omgebouwde Action heen wordt een gebouw geplaats B. Er ontstaat hierdoor een tweede plein. Het voormalig postkantoor wordt gesloopt en naast het ‘Nieuwe Polderhuis’ worden ter afsluiting van de bebouwing een tweetal gebouwen C geplaatst boven op een half verdiept liggende parkeerkelder waarvan het dek is ingericht als park. De toegangsweg D naar de Action en het gezondheidscentrum, wordt opgeschoven tot voor langs de gebouwen die langs het water staan. Een betekenisvolle ingreep. Ineens ontstaat er een verbinding tussen de afzonderlijke gebouwen en werken ze gezamenlijk als een markering, als een soort van ‘wachters’ van het centrumgebied. Daar tussendoor dringt het groen naar binnen tot op het parkeerdek E.
Samenhang van klein tot groot
Onder alle nieuwe gebouwen en de pleinen kan worden geparkeerd, bereikbaar via de ‘steeg’ F tussen de Jonge Heertjes en het Nieuwe Polderhuis. Mooier kan toch niet? Ja dat kan wel, kijk maar naar de maquettes (afb. 5 en 6) om een idee te krijgen van hoe de pleinen kunnen worden ingericht. Flora is verplaatst. Niet zo maar ergens tussen geparkeerde auto’s, nee op een betekenisvolle manier. Om beide pleinen met elkaar te verbinden is een ‘waterstrook’ aangebracht die in het ene plein begint, in het hart van de ophaalbrug en de Marktstraat, en in het andere eindigt aan de voet van een zuil met daarop Flora. Maar er is nog meer, kijk ook naar de wijze waarop bankjes zijn geplaatst, markeringen in het terrein zijn aangebracht en hoe het water bereikbaar is gemaakt. Kortom, een plan dat van klein tot groot samenhang vertoont en alle voorstellen die er tot nog toe bedacht zijn, doet verschrompelen tot proppen papier voor in de prullenmand.
Vasthouden
Maar waarom is dit dan niet gerealiseerd? Dat was een gevolg van een beleid dat meeboog met kritiek vanuit de Aalsmeerse samenleving en toegaf aan de problemen waarmee de ontwikkelaars werden geconfronteerd. Nadat in oktober 2005 het college het plan van Khandekar had vastgesteld, werd dat al aan het eind van het jaar weer ingetrokken omdat op dat moment er te weinig draagvlak voor zou zijn. In september 2006 trok de raad via een amendement het plan zelfs naar zich toe. Om te voorkomen dat het plan volledig uiteen zou spatten in deeloplossingen zonder samenhang werd er nog wel een motie aangenomen waarin bepaald werd dat er voor het Drie Kolommenplein en het Raadhuisplein een integraal plan moest worden vastgesteld. Maar ja, papier is gewillig. Om het oorspronkelijke plan te realiseren moest wel Ahold Vastgoed, de eigenaar van het winkelpand Action, meewerken. Moest wel de Action verleid worden om te verhuizen maar het nieuwe winkel-appartementen complex tegenover het Zorgcentrum. En als dan ook nog eens ontwikkelaar De Nijs, eigenaar van het voormalig postkantoor, voor de deur staat met de vraag wanneer hij aan de slag kan, moet je wel vol overtuiging en strijdbaar zijn om vast te houden aan het oorspronkelijke ‘droombeeld’.
Onbruikbaar plan
Ondanks alle goede bedoelingen is dat niet gebeurd. Het postkantoor, hoe krachtig en aansprekend ook bedacht, staat op zichzelf en houdt geen rekening met een toekomstbeeld voor het geheel. (afb. 7) De plannen voor de herinrichting van het Raadhuisplein laten zien waar een dergelijke geïsoleerde manier van kijken toe kan leiden: een onsamenhangend, onbruikbaar plan, waar niemand blij van wordt. Het plan van Khandekar laat zien dat als we echt iets willen met het Raadhuisplein en omgeving, we dan niet buiten een onderling samenhangende ruimtelijke aanpak kunnen en dat daar mensen voor nodig zijn die op die manier kunnen denken en werken.
4 reacties
In het plan van 2005 was ook sprake van ondergronds (dus betaald) parkeren. De winkeliers van het centrum waren tegen betaald parkeren. En zonder het betaald pakeren was was ondergronds parkeren niet rendabel. Ik ben benieuwd hoe daar nu over gedacht wordt de winkeliers.
Ha genoemd worden door een medecolumnist, wat leuk! En fijn om iemand met verstand van zaken wat toelichting te horen geven. Overigens heb ik lang getwijfeld tussen bouwkunde en industrieel ontwerpen, die twijfel is weer terug als ik dit zo lees… interessant! Ja, deze plannen zouden WEL zoden aan de dijk hebben gezet. Overigens blijft mijn conclusie overeind denk ik; de door jou hier toegelichte ontwerpen lossen twee problemen op: parkeren (overal garages onder) en dat het Raadhuisplein niet als echt intiem plein voelt. Dat zijn dus oplossingen voor (nog steeds) bestaande problemen. In het huidige plan van 2023 zie ik beide problemen NIET opgelost worden. Ik snap dat een dergelijk overkoepelend plan heel lastig is uit te voeren, zeker als ondernemers in de weg gaan liggen. Maar dat betekent nog niet dat het nu gepresenteerde plan dan maar doorgang moet vinden. Ik denk dat er veel betere compromissen mogelijk zijn…
Mooie terugblik! Stedenbouw is een vak en moet je niet overlaten aan goed bedoelende amateurs of ontwikkelaars maar vraagt om durf en vasthoudendheid!
Goed verhaal Joop! Visie, lef, communicatie en daadkracht. Sleutelwoorden voor politici.