Column: ‘Ome Fred’

Door: Erik van Itterzon. Ome Fred kwam in mijn leven toen hij verkering kreeg met Marja, mijn tante Marja. Fred moest en zou haar hebben, hij plankte en waterskiede langs haar huis op de Leimuiderdijk. Er was een probleem, Fred kwam van De Blauwe Beugel en de ouders van Marja, mijn opa en oma, waren van de VARA, PvdA, Blauwe Knoop én Doopsgezind. Dus was de Blauwe Beugel wel zo ongeveer het Sodom en Gomorra van Aalsmeer en Rijsenhout en leek Fred kansloos. Maar wat opa en oma niet wisten was dat als Fred iets in zijn hoofd had hij het niet snel zou opgeven. Verkering dus. Ik heb dat destijds niet heel nauwgezet gevolgd, ik woonde in de Weteringstraat en was bezig met m’n Lego. Toen we op vakantie gingen naar Winterswijk ging Marja met ons mee. Het was, in ieder geval voor mij, een verrassing dat Fred halverwege die week ook opdook in Winterswijk. Het goot de hele week, ik herinner me dat we boodschappen gingen doen met de auto van Fred, en op een landweggetje van de weg afgleden en in een greppel terecht kwamen, een boer met een tractor heeft de auto weer op zijn wielen gezet. Geen idee of er die dag nog boodschappen zijn gedaan.

De Blauwe Beugel was vooral in het weekend in trek, dan was het pontje dat van de Dijk naar het eiland voer vaak vol. Doordeweeks was het veel rustiger. Fred had mijn opa gevraagd om met zijn roeiboot met buitenboordmotortje de overzet voor zijn rekening te nemen. Mijn opa was behoorlijk slechtziend en het was toen nog heel druk op de Ringvaart, het is altijd goed gegaan. Als er geen mensen hoefden te worden overgezet was opa druk bezig met het sorteren van de lege flessen en flesjes uit de kroeg. Soms, op een uitzonderlijk warme dag, dronk opa wel eens een getapt biertje, in een keer naar binnen. Wat had die man het naar zijn zin op dat eiland, bij inmiddels zijn schoonzoon.

Ook voor mij was er (vakantie)werk, het houtwerk van boten schuren, de loods opruimen. Op een gegeven moment vond Fred dat ik ook wel pontbaas kon worden. Ik had mijn twijfels, maar als Fred het zei dan was het zo. De oversteek was gratis, maar op de terugweg waren de passagiers vaak vrolijk en gul, de fooien die ik kreeg brachten mijn Tomos binnen bereik.

Marja en Fred kregen twee kinderen, Saskia en Jeroen. Fred kreeg steeds meer gedoe met de gemeente Aalsmeer, over vergunningen, regels en voorschriften. Daarbij kreeg Fred er steeds meer genoeg van dat je op een jachthaven altijd klaar moet staan, voor een stukje touw of een motor die niet wil starten. En zo vertrok het gezin naar Lauwersoog, waar Fred het onderhoud voor vissersschepen ging doen. Veel Urkers onder zijn klanten en dat betekende dat het werk aan boord op zondag stil lag. Fred heeft meerdere nieuwe vissersboten gebouwd en een vissorteermachine bedacht, hij had het bij die vissers naar z’n zin.

Toen Fred net gestopt was met werken, kreeg hij een hartaanval. Voor Fred en Marja geen reden bij de pakken neer te zitten, er kwam roeimachine, er werd veel gefietst, het ging goed! Toen kwam de diagnose Parkinson. Dat is een sluipmoordenaar, in het begin merkte je daar nog niet zoveel van.

Met het oog op de toekomst besloten ze te verhuizen van het einde van de wereld (Lauwersoog) naar een prachtig appartement in Dokkum. Freds kraaiennest.

In de loop der jaren pakte Parkinson steeds meer van Fred af. Gewone fiets, lukte niet meer. Elektrische fiets, lukte niet meer. Zijwielen, driewieler, scootmobiel. Steeds een stapje terug, maar door Marja en Fred met bewonderenswaardige moed en optimisme aanvaard. “Dat mijn carrière nou toch op de Zorgboerderij moet eindigen,” zei Fred toen hij naar de dagbesteding ging.

Begin van de zomer maakte Fred een stuurfout op zijn scootmobiel en kwam in het water terecht. Ambulance en politie snel ter plekke, Fred en scootmobiel op het droge. Ambulancebroeders brengen Fred naar huis en zetten hem onder de douche, politieagent brengt de scootmobiel thuis.

Volgende dag zegt Jeroen tegen zijn vader: “Zullen  we een rondje?” “Da’s goed,” zei Fred.

Bij Fred was het glas nooit halfvol of halfleeg, alle glazen waren vol. Ik kom uit een gezin waar de glazen meestal halfvol waren. Stond er al een vol glas tussen, dan moesten we voor de zekerheid op de onderkant kijken of het wel echt ons glas was, zodat we meestal toch weer een halfvol glas hadden. Ik hoop dat ik een beetje geleerd heb van alle levenslust, enthousiasme en zelfvertrouwen die Fred liet zien. Ik denk van wel en ik ben hem daar dankbaar voor.

Op 1 oktober is Fred overleden, twee dagen vóór zijn tachtigste verjaardag. “Tachtig, dat hoeft van mij niet, dat is zó oud!” Het was een prachtig afscheid, met mooie woorden van zijn kleinkinderen. Zijn kist was beschilderd met (onder meer) een schitterende zeemeermin, want op elk strand moest Fred een zeemeermin maken.

Ik ga ‘m missen, met zijn vrolijke kop, zijn guitige ogen en zijn mooie verhalen.

Erik van Itterzon is boekhandelaar in Hoofddorp. Wat hem hier in het dorp niet lukte, fikst hij in de grote polder. Literatuurliefhebber pur sang. Brengt desnoods de boeken bij u thuis. Scherpe pen, gedrenkt in relativeringsvermogen en humor. Eigenwijze kerel.

Eén reactie

  1. Beste Erik, hartelijk dank voor de mooie herinneringen aan Fred en Marja metwie ik bij Hoogendoorn samen heb gewerkt ,was ook op haar huwelijk.Ook je opa en oma heb ik gekend mede door de Doopsgezinde gemeente die toen ook nog diensten hield in Rijzenhout.
    Wil je mijn condoleance en groeten aan Marja
    doorgeven?
    Groet, Paul Keessen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel