Jan Jongkind was een ambachtelijk zeilmaker aan de Uiterweg, uitgever van het fraai uitgevoerde tijdschrift Bakboord en succesvol wedstrijdzeiler. Hij is ook de eerste Aalsmeerder die mag meevaren in Olympische wedstrijden. In de wintermaanden, voorafgaand aan de Spelen in Tokio, heeft hij zelfs aan indoortraining gedaan en als een pietje precies de zeilreglementen uit zijn hoofd geleerd. “Héél belangrijk,” mocht ik toen uit zijn mond optekenen. Jongkind had het inzicht dat wedstrijdzeilen méér kon zijn dan een gezellig tijdsverdrijf. Het knusse Nederlandse zeilen moest dringend overstag.
Onvrede
Nadat hij naam heeft gemaakt in de Flying Dutchman- en Solingklasse, gaat Jan Jongkind in 1964 aan de kust van Japan de boot in met drakenzeiler Wim van Duyl uit Bussum. Het worden korte reisjes in de Barco del Oro. Al na twee wedstrijddagen, afgesloten met een twaalfde en 21ste klassering, krijgen Van Duyl en Jongkind het met elkaar aan de stok. De onvrede loopt zo hoog op dat Jongkind het eerste vliegtuig naar Nederland neemt. Bij zijn afzwaaien in Japan zegt hij zijn zieke moeder bij te gaan staan. Een smoesje, erkent hij ruiterlijk, kort na zijn landing op Schiphol.
Waarover de ruzie tussen de kapitein en de matroos destijds precies is gegaan, is nooit helemaal duidelijk geworden. Jongkind koestert de affaire als een geheim, maar in een vergeelde krant las ik dat Van Duyl volgens hem 'een weinig met de geest van de Olympische Spelen te combineren houding had aangenomen'. Jongkind meldde zijn misnoegen netjes bij ploegbaas Van Luijn, maar die had op dat moment wat vuiltjes in zijn ogen en water in zijn oren – hij liet de zaak op zijn beloop. De zeilbond kon niet lachen met het voorval. Na de Spelen mochten de kemphanen voor straf twee jaar niet deelnemen aan internationale wedstrijden. Een onrechtvaardige straf, vond Jongkind, die zijn gelijk bleef uitdragen. Van Duyl, ook in zijn wiek geschoten, bedankte na de affaire voor zijn warme zitje in het bestuur van de bond.
White Juwel
Een Olympisch bis-nummer zat er voor Jongkind en Van Duyl nooit meer in. Vier jaar na Japan mocht zeiler Cor Groot wél zijn koffers pakken voor deelname aan de Spelen in Mexico. De bloemenexporteur, die woonde op de hoek van de Ophelialaan en de Stommeerweg, is er met zijn 59 levensjaren de oudste Olympische deelnemer. Hij komt in de baai van Acapulco ook uit in de Drakenklasse. Zijn vaartuig, de White Juwel, wordt bemand door student Pieter de Zwart uit Utrecht en de geboren en getogen Aalsmeerder Jan Bol, eigenaar van een fabriek in verpakkingsmaterialen. Bol is eerder succesvol geweest in de 16-kwadraat streepklasse. Groot en Bol kenden elkaar van de Watersportvereniging Aalsmeer. Ze waren er voorzitter, Groot zelfs 19 jaar lang. Het team van Groot scoort een tiende plaats in de eindstand met een derde plek als beste dagresultaat en deelt zo net niet in de malaise van de nationale zeilploeg. Na de Spelen stopt Cor Groot met wedstrijdzeilen. Jan Bol vaart nog even door en vormt een combinatie met Pieter de Zwart en Peter Kniep.
Met het drakenzeilen als internationale wedstrijdklasse is het na 1972 afgelopen. Jan Jongkind had het acht jaar eerder, voor zijn vertrek naar Tokio, al voorspeld: “De kosten van zo'n grote boot zijn te hoog en het transport is te moeilijk.” Ook toen wist zeiler Jan Jongkind al als geen ander uit welke hoek de wind kwam.
Tekst en illustratie: Jacques de Jonge
Afbeelding: een poster uit 1964 van de Aalsmeerse Bloemenzegel-winkeliers. Wie doet mee aan de Tokio Toto? Bovenaan op de foto's atlete Tilly van der Zwaard, daaronder de zeilers Jan Jongkind en Cor Groot. Groot was aangewezen als reserve zeiler, maar kwam niet in actie in Japan. Vier jaar later is Groot wel aanwezig op de Spelen van Mexico. Daar vaart Jan Bol (portretfoto) met hem mee als bemanningslid. Foto onder: Jan Jongkind was gisteren te gast op het eeuwfeestje van Watersportvereniging Westend. (Foto Arjen Vos)
Eén reactie