Wethouder: ‘Lidl wedt op heel wat paarden’

De wethouder zat zichtbaar met de handen in het haar gisteravond. Op de gecombineerde vergadering van de twee raadscommissies moest Gertjan van der Hoeven een spervuur van vragen over Lidl doorstaan. Vragen waarmee de fracties, allemaal, wilden achterhalen hoe het precies zit met de komst van de Duitse discountsupermarkt naar de Stationsweg.

Maar dat kón de AB-wethouder niet uitleggen. Simpelweg omdat hij het zelf ook niet wist. “We gaan in gesprek met de directie van Lidl om hun motivatie te horen. Wat willen ze? We hebben het beeld dat het een partij is die op heel wat paarden wedt. Ik weet het niet meer,” verzuchtte hij.

Kink in kabel
Dinsdagavond bij de raadscommissie had Van der Hoeven al gemeld dat er opeens een “kink in de kabel” was gekomen. Een dag later lichtte hij dat toe in een brief aan de gemeenteraad (klik hier). Boodschap: de Lidl-directie tekent geen overeenkomst waarin de kosten die de gemeente in verband met de vergunningverlening moet maken, op haar verhaald worden. Terwijl dat juist een wettelijke verplichting is, voegde de wethouder er in de brief aan toe.

Dat was reden voor B&W om in allerijl de startnotitie voor plan B – een supermarkt op het voormalige Rabobankterrein, tegen de Brandewijnsloot aan – in te trekken. Die voorkeursoptie zou anders gisteravond besproken zijn.

Kersverse brief LIdl
Vlak voor de vergadering gisteravond, om half zeven, had Van der Hoeven per mail een brief van Lidl ontvangen. Daaruit maakte hij op dat de discounter bij nader inzien een andere procedure wil. Maar het soort overeenkomst dat Lidl voorstaat, laat de betreffende gemeentelijke verordening volgens hem niet toe.

Lidl wijst er in de brief verder op te hebben begrepen dat er, zo las hij voor, “onvoldoende draagvlak in de gemeenteraad” bestaat voor plan B. “Daar weten wij niets van, maar Lidl blijkbaar wel,” aldus de wethouder, ietwat schamper.

Liever straatkant
Tot dinsdag leek het erop alsof alleen de exacte locatie van de supermarkt nog bepaald moest worden. Ofwel op de plaats van het huidige bankgebouw, aan de straatkant (plan A). Ofwel achter op het perceel tegen de sloot aan (het genoemde plan B). B&W en Lidl waren er samen uit dat plan B de beste optie was. Vooral omdat de verkeersafwikkeling dan beter af is.

Met plan A wordt de supermarkt ontsloten via de Uiterweg. B&W ziet dat vanwege de onveilige verkeerssituatie niet zitten. “We hebben de indruk dat in plan B de Stationsweg de verkeersstromen zou moeten kunnen opvangen,” herhaalde Van der Hoeven woorden die hij bij andere gelegenheden gesproken had.

Alles bespreken
Is plan B nu van de baan, wilden de fracties weten. Nee, de wethouder begreep niet uit de Lidl-brief dat dat plan van tafel is. “Wij gaan alles bespreken. Ook alternatieve locaties,” zei hij.

Feit is, en ook dat herhaalde Van der Hoeven, dat Lidl de bouwvergunning voor een winkel direct aan de Stationsweg op zak heeft. “Als Lidl morgen gaat bouwen, staan we machteloos. Ze hádden al kunnen slopen. Niets staat ze in de weg. Tegenhouden is niet aan de orde.”

Vertrouwen
De wethouder, die dat in de raadsbrief reeds aangegeven had, was “teleurgesteld” over de gang van zaken. “Als een miljardenconcern als Lidl zo'n traject ingaat, doen ze dat bij volle bewustzijn. Zo zijn wij ook het proces ingegaan, om een zo goed mogelijke oplossing te bereiken. Er was nog geen getekende (anterieure) overeenkomst, maar alle seinen stonden op groen. Op een paar punten en komma's na.”

Voortvarend en vertrouwend op de goede afloop stuurde B&W dan ook de startnotitie, met de voorkeur voor plan B, naar de gemeenteraad. “We wilden voortgang maken,” legde Van der Hoeven uit. “Achteraf kun je zeggen dat eerst de overeenkomst ondertekend had moeten zijn. Misschien wordt dat de nieuwe werkwijze, heel bureaucratisch.”

Draagvlak
Al kwam de startnotitie voor plan B niet op tafel, de Lidl was wel ruim een half uur het gesprek van de avond. Helma Persoon (AB) had als eerste gevraagd om bespreking van de zeer actuele stand van zaken, en de anderen schaarden zich achter haar.

Aan het eind keek CDA'er Robbert-Jan van Duijn terug op een “lastige discussie” vanwege het speculatieve karakter. Want niemand weet hoe de vork in de steel zit. Hij raadde de wethouder aan in zijn gesprek met Lidl vooral te laten doorklinken dat plan A “ook weinig draagvlak heeft” bij de raadsleden.

Gemiste kans
Fractieassistent Erik Abbenhues van de VVD was, voorbarig of niet, “blij” dat plan B “begraven” was. “Maar we zijn zeker ook geen voorstander van plan A. We hebben zorgen over het verkeer. Lidl zal er ook niet op zitten wachten dat de eerste inwoner van Aalsmeer van de fiets wordt gereden.”

Volgens Abbenhues moet er een andere locatie dan de Stationsweg te vinden zijn. “Het is een gemiste kans als Lidl niet in Aalsmeer komt.”

HC

 

9 reacties

  1. Interessant hoe portefeuillehouder Van der Hoeven in het Lidl-dossier zich meent te moeten mengen in het publieke debat, maar destijds pertinent weigerde met Dick Lookman in debat te gaan op Radio Aalsmeer over het dossier rond Geerland 1-3, zulks met het argument dat hij zich enkel verantwoordt in de gemeenteraad.

  2. “DE CONTRACTVRIJHEID VAN DE GEMEENTE BIJ HET SLUITEN VAN ANTERIEURE OVEREENKOMSTEN: SCHIJN OF WERKELIJKHEID?” is de titel van de scriptie van mevrouw Jacqueline Stouten, die een onderzoek verrichtte naar de invloed van het exploitatieplan op de contractvrijheid van gemeenten bij het afsluiten van anterieure overeenkomsten. Zij concludeerde o.a.: “Als ontwikkelaars geen anterieure overeenkomst met de gemeente kunnen of willen sluiten, is de gemeente verplicht een (publiekrechtelijk) exploitatieplan op te stellen, waarmee de gemaakte kosten dan via een bijdrage bij de omgevingsvergunning alsnog verhaald kunnen worden. De wetgever hecht aan een grote contractvrijheid bij het privaatrechtelijk kostenverhaal en heeft het daarom mogelijk gemaakt dat via de anterieure overeenkomst meer kosten verhaald kunnen worden dan via het exploitatieplan. De gemeente is bij het afsluiten van de anterieure overeenkomst echter ook gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het is daarom de vraag of de gemeente bij het gebruik van deze privaatrechtelijke weg niet deze beginselen overschrijdt als daarbij meer en hogere kosten worden gerekend dan mogelijk via het exploitatieplan. Welke ontwikkelaar zal uit vrije wil instemmen met de betaling van hogere kosten en nog een bijdrage ruimtelijke ontwikkeling, als hij weet dat de gemeente die via het exploitatieplan niet kan vorderen? Natuurlijk staat het de ontwikkelaar vrij om dan niet te contracteren en het exploitatieplan af te wachten, maar hij heeft dan ook geen invloed meer op de snelheid van het planologisch traject en op andere op te nemen bedingen over locatie-eisen e.d., de zogenaamde maatwerkafspraken. Ook zal de ontwikkelaar graag de goede verstandhouding met de gemeente willen bewaren”. Conclusie: De machteloze houding van de wethouder is niet terecht. Als de komst van Lidl toch niet tegengehouden kan worden, dan maar gewoon doorgaan met plan B. Ten aanzien van de gemeentekas geldt dan dat een half ei beter is dan een lege dop.

  3. Niks op heel wat paarden wedden! Als de gemeente zó ongelukkig is met het vergunde plan A en daarvoor in de plaats veel liever de bouw van plan B ziet ligt een gebaar richting Lidl om in dit specifieke geval af te zien van kostenverhaal absoluut in de rede. Immers, voor wat hoort wat. Met star vasthouden aan wat de wet hier (in normale situaties) voorschrijft en denkbeelden verkondigen om gemeentelijke missers onbesproken te laten schieten we niets op. Dan wordt – geheid – plan A uitgevoerd!!! En hebben we een onomkeerbare ongelukkige situatie.

  4. De anterieure overeenkomst handelde (en handelt) over het alternatieve plan dat in strijd is met het bestemmingsplan. Voor het reeds vergunde bouwplan, dat een gebonden beschikking is omdat de aanvraag paste in het vigerende bestemmingsplan, is kostenverhaal niet aan de orde. De vergunninghouder betaalt uiteraard wel leges. Ik vertrouw erop hiermee de feitelijke situatie afdoende te hebben geduid.

  5. Slechte timing van het gemeentebestuur; een anterieure, getekende (vooraf) overeenkomst met o.a. daarin een kostenverdeling tussen gemeente en de partij die belang heeft bij het plan kan nu, achteraf, nadat nota bene de omgevingsvergunning blijkt te zijn verleend, niet meer gepresenteerd worden aan Lidl. Daar trapt de Duitse grootgrutter niet in. Wie is hiervoor verantwoordelijk? “Jetzt sitzen wir mit den gebackenen Birnen….”

  6. Je geeft dus al wel een bouwvergunning af terwijl je nog een heel belangrijke handtekening moet ontvangen…

  7. Onderhandelen is een vak; tactisch inzicht geboden!

  8. Het is een gemiste kans als Lidl wel in Aalsmeer dorp komt. Aalsmeer wil de toeristen naar Aalsmeer krijgen. Zijn we met de Historische Tuin met nieuw theehuis op de goede weg, moet je geen Lidl in het centrum zetten. En een Raadhuisplein-update met terrasje met uitzicht op de Lidl maken. Gebouw Rabobank is zeer geschikt voor hotel of appartementen. Het is werkelijk jammer als op dit punt een supermarktlocatie komt, er is zoveel meer mee te doen. Kudelstaart heeft wel echt een tweede super nodig. Ik proef een beetje uit bovenstaand artikel dat er nog een kansje is dat Lidl er niet komt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel