Sinds maandag 3 februari beschikt Nieuwkoop over een uit Kudelstaart afkomstige burgemeester. Tijdens een feestelijke vergadering werd Robbert-Jan van Duijn in de Zuid-Hollandse gemeente als jongste burgemeester van Nederland geïnstalleerd. Exact een week eerder had AalsmeerVandaag een afscheidsinterview met de man die een stormachtige politieke carrière beleeft.
In de Volkskrant is Fokke Obbema in een nieuwe reeks op zoek naar het antwoord op de vraag: wat is voor u een zinvol leven? In De Oude Veiling leggen we op 27 januari deze vraag als eerste aan Robbert-Jan van Duijn voor.
“Voor mij is het heel belangrijk dat ik hou van datgene wat ik doe en waar ik mee bezig ben en dat ik daar energie uit haal. Dat is wat anders dan dat alles maar leuk moet zijn. Er gebeuren dingen in je leven die zijn niet leuk, die zijn vervelend en daar moet je mee om leren gaan. Harrie Jekkers, mijn favoriete cabaretier zegt: Iedereen loopt vroeg of laat tegen de lamp. Het is de kunst om het licht van die lamp mee te nemen als je verder loopt. Dat probeer ik, dat maakt voor mij het leven zinvol.
Ik heb theologie gestudeerd en liep stage in Gouda. Dan begon ik ’s morgens met een kraamvisite bezoek, dat is leuk, met elkaar aan de koffie en taart. Maar het kon gebeuren dat ik ’s middags naar een echtpaar ging dat hun kindje had verloren. Met al het lood van de wereld in mijn schoenen ging ik daar naar toe. Wat als ze vragen waarom dit moest gebeuren? Heb ik daar wel een antwoord op? Eerlijk gezegd: nee. Het was trouwens wel heel bijzonder om op die meest intieme momenten van iemands leven, van geluk of van verdriet, daar bij te zijn en iets te vertegenwoordigen dat veel groter is dan mezelf.
In het geval van het predikantschap gaat het over God, het goddelijke, waar je die gebeurtenis in kunt plaatsen. Zo meteen als burgemeester mag ik opnieuw iets vertegenwoordigen dat groter is dan mijzelf, namelijk het ambt van burgemeester. Ook dan mag ik delen in de mooie en minder mooie momenten van het leven van mensen.”
Waar ligt jouw ambitie?
“Het is niet altijd het doel, de bestemming, het is veeleer de reis. Ik heb niet echt zo’n duidelijke bestemming, ik geniet wel heel erg van die reis, waar die ook naar toe moge gaan en die is op dit moment naar Nieuwkoop, niet zo ver weg.
Maar je hebt gesolliciteerd
“Ik heb gesolliciteerd, ik ken iemand die in Roemenië een bedrijf heeft en die zei altijd: kansen liggen hier voor het oprapen, alleen heel veel mensen zijn te beroerd om effe te bukken om ze op te pakken. Ik krijg kansen en als ik die wil pakken, dan doe ik dat. Hier heb ik op gesolliciteerd, maar het is ook weer niet zo dat ik ten koste van alles burgemeester wilde worden.”
Je wilde niet persé burgemeester maar wel burgemeester van Nieuwkoop worden
“Of een soortgelijke gemeente als Nieuwkoop, in de Randstad, in het Groene Hart, op de stad gericht, toch ook wel landelijk, plattelands trekken, water en qua mentaliteit en cultuur iets van Aalsmeer.”
Je hebt een studie theologie gedaan, had een kerk jou als dominee kunnen roepen?
“Had gekund maar dat wilde ik niet. Dat wat ik nu doe in het Openbaar Bestuur vind ik iets waar ik verder in wil, waar mijn hart is gaan liggen, tegelijkertijd weet ik ook hoe weerbarstig de politieke realiteit soms is. Daarom ben ik ook huiverig om mijn ambities uit te spreken, het kan morgen ineens heel anders zijn. Dat heb ik van dichtbij mee gemaakt toen er een burgemeester kwam die zei: ik ga voor twee periodes. Het duurde maar anderhalf jaar. Dat zou ook mij kunnen gebeuren, ik heb niet de illusie dat alles wat ik oppak alleen maar goed gaat. Ik ben blij dat ik iets heb waar ik op terug kan vallen en waar mijn passie ligt, dat is de theologie.”
Wat fascineert jou daarin?
“Na mijn middelbare school startte ik in den Haag met de studie communicatie, ik wilde graag reclamemaker worden. Dat was best leuk die studie, maar ik miste wel diepgang. Het wereldje was mij te snel en gemaakt. In diezelfde periode had ik in de Samen Op Weg gemeente in Kudelstaart aanvaringen en discussies over het zijn nu en het zijn na dit leven, waardoor ik veel mensen van mijn leeftijd afstand zag nemen van de kerk. Ook ik heb op zo’n punt gestaan dat ik dacht: dit is niet zoals ik het zie. Ik dacht toen: ik kan twee dingen doen, een soort van boos worden en weglopen of zelf gaan uitzoeken hoe het zit. Toen heb ik voor het laatste gekozen en ben ik theologie gaan studeren.
Men zegt wel eens dat de makkelijkste manier om atheïst te worden is door theologie te gaan studeren. Ik begrijp dat. Neem het Kerstverhaal, dat blijkt geheel anders te zijn dan dat waar je mee bent opgegroeid. In de kerk, naast mijn ouders, zei ik dan: dat is helemaal niet zo. Dat staat er wel maar daar bedoelen ze iets anders mee. Na een paar jaar ga je daar weer anders tegenaan kijken, ik in ieder geval wel. Dan zie je, juist ook door die wetenschappelijke bril, hoe mooi het allemaal kan zijn, hoe mooi de symboliek is en hoe mooi sommige dingen bedoeld zijn.”
Hoe kijk je tegen de crisis van religie in onze cultuur aan?
“Er is een theoloog die heeft een boek geschreven dat heet ‘De terugkeer van de verloren Vader’ (F.O. van Gennep, 1989, red.). Zijn denkbeelden spreken mij aan, gewoon om daar over na te denken. Vanaf de Verlichting verdwijnt God steeds meer uit de samenleving, tot aan Auschwitz was God nog heel logisch en overduidelijk aanwezig in het leven van mensen, daarna is het steeds minder geworden. De behoefte aan een Vader, aan iets waar je hoop uit kunt putten en dat het leven betekenis geeft, dat bleef. Grote staatslieden, het communisme en later ook de consumptiemaatschappij vulden die behoefte. We zitten nu in een Vaderloze tijd en daar gaat het boek over. Wat daar nu in gaat springen, dat weet ik niet, maar het verklaart wel bepaalde bewegingen in de maatschappij.”
Ben je veranderd na je wethouderschap?
“Voor mezelf ben ik wat ontspannener geworden. Als raadslid had ik het gevoel een net iets scherpere interruptie te moeten geven als de anderen. Als wethouder kon ik dat partijpolitieke jasje deels afdoen. Als er een stuk van mijn hand kwam waarvan ik wist dat een Rik Rolleman of wie dan ook jarenlang op dat thema had gezeten, belde ik diegene op, legde het stuk uit en vroeg dan of datgene wat de ander belangrijk vond daarin verwerkt was. Dat kan zo’n stuk beter maken. Het gaat in de politiek zo vaak over gunnen, maar dit is wat ik daarmee bedoel. Na de verkiezingen zijn we nog een stap verder gegaan. Vanuit de landelijke CDA werd ik gebeld: hebben jullie nog een extra wethouder nodig? We gaan terug naar één zei ik. Met twee zetels erbij? Ja. Als we dat niet hadden gedaan dan zouden we in 2022 geen nieuwe verkiezingen meer hebben gehad voor een Aalsmeerse gemeenteraad. Dit was een manier om te de-escaleren. Ook richting Haarlem, kon ik zo de goede bedoelingen laten zien.
Dat partijpolitieke denken wat loslaten, dat vind ik hartstikke leuk, echt heel duaal. Zo meteen als burgemeester hoop ik dat ik dat nog veel meer kan doen. Echt bezig zijn met een soort van ‘in beweging krijgen van’.”
Tekst Joop Kok, foto’s Arjen Vos
(advertentie)