Door: Joop Kok. Wat doe je als raadslid als je geconfronteerd wordt met een bestemmingsplan waarvan je vindt dat het achterhaald is en niet strookt met de ideeën die je samen met je collega raadsleden hebt laten vastleggen in een structuurvisie? Principieel zijn en tegenstemmen? Amendementen indienen en proberen de visie bij te sturen? Met een motie het college aanzetten om zo snel mogelijk het bestemmingsplan aan te passen aan de structuurvisie? Of, om via de omweg van de ‘Motie Vreemd aan de orde van de Dag’, een wat meer fundamenteler motie in te dienen die betrekking heeft op de ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente Amstelveen. Eentje die bedoeld is om het college aan te zetten om buiten de gemeente Amstelveen om op zoek te gaan naar een partner die wel in staat is om de ondersteuning te bieden die gewenst is.
Afgelopen donderdag tijdens de raadsvergadering kwamen al deze verschillende reacties op eenzelfde worsteling aan bod. Jelle Buisma (PvdA) en Willem Kikkert (D66) waren beiden principieel. “Raadsbreed hebben we gezegd dat we wat aan de lintbebouwing willen doen, dat hebben we in een structuurvisie vastgelegd. Er ligt nu een bestemmingsplan dat nagenoeg gelijk is aan die uit 2005 die in 2015 verlopen is. Uit goed fatsoen, kan de PvdA niet akkoord gaan met een beleid dat geen uitvoering is van dat wat we in onze Raad hebben vastgesteld. Voor de PvdA was het werk van het college onvoldoende en zij vindt het niet correct om middels amendementen op de stoel van het college te gaan zitten,” aldus Buisma.
Willem Kikkert van D66 sloot zich aan bij de woorden van Buisma en gaf nog eens aan dat dit bestemmingsplan geen perspectief biedt voor de eigenaren en bewoners van het gebied. “Het is zonde van alle energie die in dit proces is gestoken, het bestemmingsplan geef ik een 4, de amendementen kunnen het tot een 5 optrekken, maar dat is nog steeds onvoldoende,” aldus Kikkert.
Bijsturen en onbedoeld gebruik
Ronald Fransen van GroenLinks koos ervoor om samen met de VVD en Absoluut Aalsmeer via het indienen van amendementen het bestemmingsplan bij te sturen. Judith Keessen en René Martijn sloten zich bij hen aan. Opvallend voor GroenLinks was wel het vergroten van bergingsmogelijkheden voor de recreant. Was het voorheen pas toegestaan bij een kavel van 1000 m2, dat werd in dit voorstel teruggebracht tot 200 m2. Was voorheen 6 m2 toegestaan dat werd nu 20 m2. In feite een gigantische verruiming om allerlei bouwsels tussen het groen te plaatsen en de mogelijkheid om deze bouwsels op een andere manier te gebruiken dan alleen voor berging van tuinspullen. Portefeuillehouder Bart Kabout (CDA) wees hier ook op. “Wanneer het oppervlak wordt vergroot, dan vergroot je ook de kans voor onbedoeld gebruik, bijvoorbeeld om er te overnachten. Het zorgt ook voor een toename van de bebouwing terwijl het toch grotendeels in de groene zone ligt, ook in die van de structuurvisie.”
Amendering dient niet de participatie
Tom Verlaan (CDA) vond het positief dat raadsleden op foutjes wijzen in het bestemmingsplan en middels amenderingen proberen dat te herstellen, maar toch plaatste hij een aantal kanttekeningen. Zo had de beleidswijziging om de bergingsmogelijkheden te vergroten in een eerder stadium besproken moeten worden, namelijk bij het vaststellen van de structuurvisie. Nu leidt dit tot rechtsongelijkheid ten opzichte van andere bestemmingsplannen en daar kon het CDA geen verantwoording voor nemen. Tot slot gaf hij aan dat een wijziging van het bestemmingsplan via een amendering de normale procedure voor de burger en daarmee de participatie, niet dient.
In lijn met huidig gebruik
Het tweede amendement betrof een wijziging van het bestemmingsplan voor Oosteinderweg 60. De aangegeven bestemming van agrarisch/tuinbouw wilde men in lijn brengen met het huidige gebruik en dat is wonen/lintbebouwing. Wel een beetje vreemd, vond Tom Verlaan, de eigenaar had namelijk geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via het indienen van een zienswijze het plan te wijzigen. Hij zag niet in waarom de Raad dat op deze manier zou moeten aanpakken.
Trimsalon
Het derde amendement betrof een wijziging van het bestemmingsplan voor Oosteinderweg 66. Er werd voorgesteld de bestemming maatschappelijke dierenopvang te vervangen door dierverzorging voor honden, katten en andere kleine huisdieren, zoals een trimsalon. Dit om te voorkomen dat er een complete hondenopvang in de lintbebouwing zou worden gerealiseerd. Met deze amendering had het CDA geen moeite.
Denken in problemen
Wat betreft de motie, het meer op elkaar afstemmen van structuurvisie en bestemmingsplan, gaf wethouder Kabout aan dat de structuurvisie niet één op één is te vertalen naar een bestemmingsplan. “Als je dat wel zou doen, dan ga je heel veel zaken zelf invullen als gemeente, ook heel veel kosten maken terwijl je nog niet weet wat de concrete initiatiefnemer daar mee wil. Als het gaat om een voorstel te doen hoe hier verder in de toekomst mee om te gaan, dan zijn we uiteraard bereid dat met u aan te gaan.” Judith Keessen sprak verzuchtend, “U denkt in problemen, niet in oplossingen.” Willem Kikkert was iets minder uitgesproken: “Je kunt met argumenten voor en met argumenten tegen zijn.”
Als toeschouwer blijf je met de vraag zitten of zo’n vertaling echt niet is te maken. In een tijd waarin alle mogelijke ontwikkelingen zo lang mogelijk open worden gehouden, moet er toch de nodige kennis zijn om dat in een wat meer dan gebruikelijk flexibel bestemmingsplan vast te leggen. In dat opzicht lijkt de discussie nog niet ten einde.
Amendementen, motie en bestemmingsplan werden aangenomen.
Foto’s Arjen Vos
Eén reactie
Stelling CDA: “Tot slot gaf hij aan dat een wijziging van het bestemmingsplan via een amendering de normale procedure voor de burger en daarmee de participatie, niet dient.”
Graag verwijs ik naar de hoeveelheid Amendementen inzake Fort Kudelstaart… Dit is toch op zijn minst een opmerkelijke draai van het CDA… maar het is nu gelukkig wel duidelijk dat wij als omwonenden toen door het CDA in de kou gezet zijn.