Door: Jan Dreschler. Sven Buskermolen is 21 jaar oud en oogt tenger. Maar schijn bedriegt. Op de fiets presteert hij heel wat. Zo werd hij onlangs voor de tweede keer derde bij de Nederlandse Kampioenschappen veldrijden. Bij de start komt hij nog wat te kort, maar daarna is hij niet te stoppen. “Ze noemen me wel een diesel.” Zijn idool is de Sloveen Pogacar: “zijn manier van koersen, daar houd ik van. Altijd ervoor gaan. Zo zit ik ook in elkaar.”
Sven is geboren aan de Mijnsherenweg, waar zijn vader een Rozenkwekerij had. Hij doorliep de MAVO in Amstelveen en ging daarna naar de School voor Fietstechniek, waar hij alle diploma’s haalde. Hij is dus een officiële fietstechnicus.
Onderdeel van zijn studie was een stage die hij doorbracht bij Waning, de bekende rijwielhandel in de Zijdstraat. Daar is hij ook na zijn diplomering blijven werken. Waning ondersteunt hem ook bij zijn sportieve activiteiten. Als dat nodig is voor de sport kan hij vrij krijgen en hij kan in de werkplaats sleutelen aan zijn eigen fietsen. Ofschoon hij niet uit een fietsfamilie komt zat de liefde voor de sport er al vroeg in. Op zijn achtste jaar zat Sven al op de racefiets. Hij keek graag naar de Tour de France en genoot van dat spektakel.
Met regelmat op het podium
Hij ging fietsen bij de Uithoornse Wieler en Trainings Club (UWTC) in Uithoorn. Daar is hij geleidelijk gegroeid naar zijn huidige niveau. Dat was aanvankelijk bij de junioren (categorie onder 19) en daarna stroomde hij door naar de senioren. Hij koos voor de categorie amateurs en deed dat bij H.O.V Automobielen Cycling Team (H.A.C.T.) Bij hen belandde hij met enige regelmaat op het podium en werd tot tweemaal toe derde bij het NK veldrijden. De eerste keer was een verrassing, maar hij zag kans het te continueren.
Binnenshuis trainen
Dat het zo goed ging was aanleiding om zijn keuze voor de amateurs te heroverwegen en van de amateurs over te stappen naar de beloftegroep onder het motto ‘eens kijken hoe ver we kunnen komen’. Hij doet dat bij het SWABO cycling team. Trainen bij de SWABO is een intensieve bezigheid en de training wordt voor een deel aangestuurd door middel van een app. De trainer zet bepaalde doelen in de app waar je vervolgens aan moet voldoen. Deze week traint hij dertien uur, de volgende week veertien uur. Dat is heel wat als dat naast een full time baan moet gebeuren. Voor het veldrijden zijn er trainingsmogelijkheden op een parcours in Uithoorn, Noordwijk of Hilversum. Maar je kunt ook binnenshuis trainen op een roller bank. Binnenkort is er een trainingskamp in Spanje, waarbij ook de nodige bergen beklommen moeten worden.
Fietsen op slaapkamer
Sven zat dus al vroeg op de racefiets. Die eerste fiets moest hij wel zelf verdienen. Inmiddels heeft hij er vier, een racefiets, twee crossfietsen en een tijdritfiets. Je zou denken, dat is een schuur vol. Maar nee, de schuur is te vochtig dus zijn fietsen staan op zijn slaapkamer. “Op je materiaal moet je zuinig zijn en je moet het met veel liefde behandelen.” Het vervoer kan op de auto of achterop de trekhaak, maar het liefst heeft hij zijn fiets in de auto. Dan is de kans of beschadiging toch het minst.
Gezellige kleine wereld
Wat is nu de charme van het veldrijden, het is toch vooral koud, nat en modderig? Dat lijkt Sven niet te deren. Sterker nog, hij zegt: “Hoe viezer het is, hoe beter het wordt! Het enige nadeel is dat je je materiaal steeds schoon moet maken. Verder is er binnen het veldrijden sprake van een gezellige kleine wereld.”
Als een speer
Waarom werd hij bij het NK derde en geen eerste? “Dat zit hem vooral in de start. De nummers één en twee hadden een betere start. Ik ben een diesel. Ik kom wat langzaam op gang, maar daarna ga ik als een speer. Ik hou van lange rechte stukken. Een technisch parcours met veel bochten is iets wat me tot nu toe wat minder afgaat. Daar moet ik vooral op oefenen, het explosieve van een goede start en het bochtenwerk”
Mountainbike
We hebben het over het verschil tussen mountainbiken en veldrijden of crossfietsen. Het eerste is over een hobbelig parcours, waar ook rotsen en andere oneffenheden in kunnen zitten. De fiets is daarop aangepast, onder andere met vering. Veldrijden doe je op een gewone racefiets, maar wel met modderbanden. Het parcours is meer effen, bijvoorbeeld over gras, maar het kan ook uitgezet worden in een bosrijke omgeving.
Winterse sport
Sven rijdt zo’n beetje dertig koersen per jaar. Bij ongeveer de helft van de koersen, in de wintertijd, gaat het om veldrijden. Veldrijden is een typische winterse sport. Deze periode wordt afgesloten met het NK. Daarna gaat hij verder met wedstrijden op de weg. Veel koersen vinden plaats in het oosten van het land. Dan moet hij geregeld om zes uur op om op tijd op de bewuste locatie te komen. Soms gaan andere leden van het gezin mee om hem te ondersteunen.
Door op adrenaline
Als je aan wielersport doet val je regelmatig. “Bij het veldrijden heb je te maken met een wat zachtere ondergrond, dan valt de schade vaak mee. Heftige blessures zijn me tot nu toe bespaard gebleven. Wel heb ik een keer mijn sleutelbeen gebroken en ook een keer een afgebroken pedaal in mijn kuit gehad”. Sven legt uit hoe het komt dat een wielrenner kan vallen en met zichtbaar letsel toch weer op de fiets springt en verder koerst. “In een wedstrijd zit je zo vol adrenaline dat je de pijn minder voelt. Je wilt door, hoe dan ook. Dat is een heerlijk gevoel.”
Bij de vraag wat zijn droom is gaan zijn ogen glimmen. “Het liefste zou ik deel uitmaken van een professionele wielerploeg en daarmee de Tour de France rijden.” Of dat er ooit van komt is in de toekomst verborgen, maar tot nu toe is Sven zeker op de goede weg.
(Foto’s Arjen Vos)