Door Leni Paul. De Historische Tuin heeft 2023 uitgeroepen tot het Jaar van de Sering en dat zullen we weten ook! Hoewel het aantal kwekers van dit geurige gewas de laatste jaren behoorlijk terugliep hield een kleine groep manhaftig stand. In de komende maanden zullen wij dan ook aan deze trekheesterbedrijven en aan het product sering ruim aandacht schenken.
Zo brachten we een bezoek aan kwekerij Weening aan de Oosteinderweg, behorend tot de Aalsmeerse ondernemingen die hun 100-jarig bestaan kunnen vieren. Ook de Weenings houden zich bezig met de trekheesterteelt.
Momenteel wordt het bedrijf gedreven door vader Rob Weening (66), moeder Janny (64) en zoon Frank (41). Ons gesprek vindt plaats in de brandschone pakruimte en onze gesprekspartner is Frank, een gedreven ondernemer die werkplezier en enthousiasme uitstraalt.
Als familiebedrijf begonnen
Het is een van de weinige seringenbedrijven in Aalsmeer-Oost, doorgaans was de Uiterweg het bolwerk en centrum van de syringa vulgaris en andere trekheesters. “Vader trekt zich de laatste tijd meer terug en vond dat ik het gesprek moest voeren,” verklaart Frank de afwezigheid van vader Rob. In de schuur waar we ons bevinden vindt als vanouds de verwerking van de oogst plaats en van daaruit worden de producten naar de veiling vervoerd.
“Mijn voorvaderen waren Dirk, Wijnand, Ben en Cor en ze zijn als een familiebedrijf begonnen. Later zijn ze zelfstandig verder gegaan en zette opa met mijn vader het bedrijf voort.”
‘Ga eerst maar een vak leren’
En lag het voor de hand dat jij ook in het voorvaderlijk bedrijf zou stappren? “Nou nee. Hoewel ik dus de vierde generatie Weening ben had ik niet direct in mijn hoofd ook de kwekerij in te gaan. Na de lagere school De Brug ging ik naar het Hermann Wesselink College en behaalde daar mijn Mavo-diploma. Daarna ben ik naar de mbo-opleiding in Leiden gegaan om richting elektrotechniek te volgen. Die opleiding lag me helemaal niet en toen besloot ik toch maar bij mijn vader te gaan werken. ‘Ga eerst maar eens een vak leren’, zei mijn vader dus eerst ben ik onder meer mijn spuitlicentie gaan halen. In 2000 kwam ik van school en ben toch de kwekerij ingegaan. Ik was al vaak bezig in de kassen. We kweekten toen Stepman, Koster en Maidens Blush en ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze om toch het ouderlijk bedrijf in te gaan.”
Direct op het werk
Je straalt een aanstekelijk enthousiasme en werklust uit. “Ja, ik heb het enorm naar mijn zin. Het gevoel ook dat je op dit mooie familiebedrijf kan werken. Ik denk vaak aan mijn opa, die hier tot op zijn negentigste nog graag even binnen kwam en tot op hoge leeftijd heeft meegewerkt. En is het niet heerlijk dat je elke morgen maar de deur hoeft uit te stappen en dat je direct op het werk bent. Mijn vrouw werkt als verpleegkundige in het OLVG dus fijn dat ik voor onze twee schoolgaande kinderen altijd thuis kan zijn.”
Zwaar werk, het beroep van trekheesterkweker. We kennen de verhalen van het sjouwen van de kilo’s zware struiken van de akkers in de praam naar de kas en vice versa, het opstoken van de kachels en dan deze herhaalde handelingen, jaar na jaar. Weliswaar verschenen er in de loop der jaren hulpmiddelen zoals transportbanden, maar toch, het is geen vak voor wat je noemt, ‘watjes.’
Frank: ”Ja, maar ik zou echt niet anders willen. Nu hebben wij als bedrijf ook nog het geluk dat onze akkers hier achter ons bedrijf liggen zodat we geen langs stukken hoeven te varen zoals veel kwekers bijvoorbeeld op de Uiterweg. Wij zijn ook nog een van de weinige seringenbedrijven in het oosten.”
Een drukke tijd voor een seringenkweker is meestal rondom de kerst. Dus hartje winter naar de wintersport is er niet bij. Frank: “Nee, dat hoeven we ook niet. We gaan er in de zomer heerlijk op uit met ons gezin. Ons werk met oogsten gaat door tot half april. Daarna moeten de struiken weer worden gepoot en dat laten we doorgaans door anderen doen. We werken met de wat vroeger heette de hulpverleningsdienst voor de kwekers, verder hebben we geen personeel.”
Verenigingsmens
Frank is een echt verenigingsmens en actief bij bijvoorbeeld het schouwspel Vuur en Licht, IJsclub Aalsmeer-Oost en ook de Pramenrace kan op zijn steun rekenen. Terug naar het vak. Hoe zie je de toekomst voor je, nu bepaalde landen zoals Oekraïne en Rusland, belangrijke afnemers toch, zijn weggevallen en ook de gasprijs als knellend en bedreigend voor de sector wordt gevoeld? “Ach, die produkten komen op een of andere manier toch wel ter plekke denk ik. Ja,de gasprijs die is natuurlijk voor velen bedreigend. Het ligt er ook aan of je een vast contract hebt zoals wij of dat je dat niet hebt. En een voordeel is natuurlijk ook en dat was ook duidelijk merkbaar in coronatijd, of je personeel hebt dat je aan het werk moet houden. Dat hebben wij dus niet.”
Toch baren de hoge gasprijs, de perikelen rondom corona Frank Weening wel de nodige zorgen. Maar waar de goedlachse ondernemer, duidelijk dol op zijn vak, zich echt over kan opwinden zijn de vele regels en regeltjes die van hogerhand aan het ondernemerschap worden opgelegd.
Politiek
Ook de plaatselijke politiek wordt deze middag bij de koffie onder de loep genomen en becommentarieerd. Het is duidelijk, Frank die ook als lid van de Seizoensbloemencommissie de ontwikkelingen goed heeft gevolgd, toont veel interesse in de lokale politiek. We nemen kennis van zijn voorkeur voor bepaalde locale bestuurders en ook de burgervaders van de laatste jaren komen ter sprake (“Die Oude Kotte, daar hebben we denk ik een goeie aan”).
Je doorspekt vanmiddag het gesprek met duidelijke ‘statements.’ Nooit overwogen zelf de plaatselijke politiek in te gaan? Het antwoord komt snel. “Ik volg de zaken op de voet maar heb teveel het hart op de tong om me er echt in te mengen. Nee, laat mij maar lekker in ons bedrijf tussen de trekheesters en bij mijn sport, dan voel ik me het beste.”
(Foto’s Jaap Maars)