‘Op vrijwillige basis naar de hel’

Ze had zich op het ergste voorbereid. Maar wat ze aantrof was vele malen beroerder dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Bootvluchtelingen op Lesbos verblijven daar volgens Petra Langezaal onder mensonwaardige omstandigheden. Ze is net terug van een maand vrijwilligerswerk op het Griekse eiland en raakt er niet over uitgepraat. “In de eerste week dat ik er was, overleden er drie mensen in het kamp.”
 
De Kudelstaartse Petra (55) kon niet werkloos toekijken hoe de wereld in brand staat. En dus meldde ze zich aan bij de Stichting Bootvluchteling om te informeren of ze zich misschien nuttig zou kunnen maken bij de opvang ter plaatse. ‘Wat kan ik doen?’ was de simpele vraag die ze stelde. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. ‘Kun je alsjeblieft snel komen?’ was het verzoek dat ze op vrijdag 20 januari terugkreeg. Vier dagen later zat Petra in het vliegtuig naar Lesbos. Of liever gezegd in drie vliegtuigen want een rechtstreekse verbinding is er niet in het winterseizoen.
 
Verschrikking
Het laatste stukje van Athene naar Lesbos werd Petra met een propellervliegtuig gedropt op Mytilini Airport, een piepklein vliegveld waar ze opgewacht werd door de mensen van de stichting. Haar onderkomen was de ‘mansion’, het huis waar ze met zo’n twintig andere vrijwilligers verbleef. Van daaruit wordt er gewerkt in drie verschillende opvangkampen: Kara Tepe, Caritas en Moria. Vooral Kamp Moria is volgens Petra een verschrikking. Gevestigd op een voormalig legercompound omheind door stalen hekken en prikkeldraad. De pakweg 4000 vluchtelingen hier komen uit landen als Syrië, Irak, Afghanistan, Mali, Eritrea, Algerije, Marokko, Uganda, Kameroen en Koerdistan en leven in slechts festival tentjes afgedekt met een zeil van de UNHCR. Ze zijn gevlucht voor oorlogsgeweld of worden vervolgd op grond van ras, godsdienst of politieke overtuiging. Bijzonder om te zien dat al deze verschillende mensen onder zware omstandigheden op kamp Moria een manier hebben gevonden om met elkaar te leven. Ze hebben één belangrijk ding gemeen, ze zijn gevlucht uit hun thuisland..
 
Gestikt
“In Kamp Moria worden voornamelijk alleenstaande mannen opgevangen, maar het is ook de plek waar de registratie plaatsvindt van nieuwe bootvluchtelingen” vertelt Petra, weer thuis in haar Kudelstaartse woning, “Ze zitten daar met zo’n vierduizend mannen. Geen elektra, geen verwarming en dat terwijl het er momenteel bar koud is. Ze maken vuurtjes om zich warm te houden en nemen vervolgens smeulend hout mee hun tent in. Daardoor zijn er al diverse mensen gestikt. Eerst lag er sneeuw, maar nu de sneeuw is gesmolten, is het een grote modderbende geworden.”
 
Nog elke week komen er nieuwe bootvluchtelingen aan. Op Kamp Moria heeft Stichting Bootvluchteling  een medische dokterspost. De shifts die Petra daar deed zijn van 16.00 tot 11.00 uur en van 11.00 tot 9.00 uur. Vluchtelingen met medische klachten worden daar geholpen door vrijwillige artsen en verpleegkundigen. Petra deed de Crowd Control shifts. Dit houdt in het inschrijven en te woord staan van patiënten. Een druk spreekuur waarin de laatste periode zich opvallend veel mensen met automutilatie (zelfmishandeling) melden.
 
Frustrerend
Het ontmoedigingsbeleid vanwege de Turkijedeal is hier volgens haar zo zichtbaar. “Niet alleen zijn de omstandigheden beroerd, ze worden ook vaak aan het lijntje gehouden. Dan wordt hen bijvoorbeeld beloofd dat hun zaak over twee maanden behandeld wordt. Ze leven helemaal naar die dag toe en als ze op de met prikkeldraad omheinde interview ruimte verschijnen wordt er gezegd dat er een papier kwijt is en dat ze over twee maanden maar weer terug moeten komen. Het is zeer frustrerend voor ze. Deze mensen mogen hier volgens het verdrag helemaal niet zijn maar het is echt verschrikkelijk dat daar over hun hoofden misbruik van wordt gemaakt en dat ze zo lang onder deze mensonwaardige omstandigheden moeten leven.  
 
Wereld in brand
Petra was ingedeeld in het Psycho Social Support Team en begon haar werk met een ‘social shift’: ’s avonds tussen 20.00 en 22.00 samen met een medevrijwilliger in het donker over het kamp lopen tussen de tenten door. Contact maken met de mensen, problemen signaleren, zichtbaar zijn, gesprekken voeren. Zo leerde ze veel vluchtelingen en hun persoonlijke vluchtgeschiedenis kennen. Onder meer Ibrahim. “Een keurige vent,” zegt Petra, “Hij vroeg wat ik hier ècht kwam doen want hij kon niet geloven dat ik op vrijwillige basis naar ‘de hel’ was gekomen. Ik zei hem dat als de wereld in brand staat je elkaar moet helpen. En dat ik, door hier te zijn geweest, het verhaal door kan vertellen. Dat maakte indruk op hem, maar ook uitte hij zijn onmacht over de inhumane situatie die uitzichtloos lijkt. Op de dag dat ik wegging kwam hij me opzoeken om afscheid van me te nemen. ‘Ik heb onthouden wanneer je weg zou gaan,‘ zei hij, ‘ik kom je bedanken dat je hier geweest bent.’”
 
Wilde zee
Ook de ontmoeting met het getraumatiseerde meisje Yasmine maakte indruk op Petra. Tijdens Engelse les geven, knutselen met kinderen, ouders stimuleren om hun kinderen voor te lezen om de ouder kind band te versterken, ook dat behoorde tot de taken die ze daar uitvoerde, leerde ze Yasmine kennen. “Ze was op een wilde zee ternauwernood met haar gezin levend aan land gekomen. Toen we een ‘family-excursion’ maakten naar een speeltuintje dicht bij de kust bleek dat ze doodsbang was vanwege de zee. Haar vader toonde beelden van de verschrikkelijke overtocht in een lekkende rubberboot, gillende vrouwen en kinderen, hoge golven… Yasmine wilde zo ver mogelijk bij de zee vandaan. We zijn toen naar een stoffig voetbalveldje gegaan in het binnenland. Dat was prima, alles beter dan dat ze de zee moest zien of horen.”
 
Reddingsvesten
Hoewel Petra als vrijwilliger recht had op 1 dag vrij per week, heeft ze daar slechts één keer gebruik van gemaakt. “Ik kwam om te helpen maar had wel de wens om de ‘lifejacket-graveyard’ te bezoeken. Een plek in het noorden op het eiland waar alle voor de overtocht gebruikte zwemvesten liggen. Een afschuwelijk symbool voor Europa’s vluchtelingen crisis. Dat was indrukwekkend. Tienduizenden reddingsvesten liggen daar opgestapeld. Toen ik de plek naderde dacht ik: wauw dat zijn veel zwemvesten! Maar tegelijk besefte ik dat ik het helemaal verkeerd zag. Het was heel veel keer één zwemvest. In elk zwemvest heeft een mens gezeten met een eigen en veelal afschuwelijk verhaal…”
 
In de hoofdstad Mytilini worden in support center Mosaik tasjes gemaakt van zwemvesten: ‘Safe passage Lesbos Solidarity’. Ook een aantal vluchtelingen helpt mee om deze te maken. Petra heeft er een aantal van meegenomen. Om de herinnering levend te houden en mensen te confronteren met de treurnis op Lesbos.
 
Vastbesloten
Petra is er stellig van overtuigd dat het niet voor het laatst is dat ze met vluchtelingen gewerkt heeft. “Het zit onder mijn huid en ik ben heel blij dat ik daar iets heb mogen en kunnen doen. Dat ik kinderen heb zien lachen en spelen, gaf voldoening.” Desondanks is ze strijdbaar en vastbesloten de problematiek aan te kaarten. “Er gaat hoe dan ook een mail naar Lodewijk Asscher om te pleiten voor meer opvang van vluchtelingen in Nederland. De vluchtelingen op Lesbos vallen buiten de afspraken van de zogenaamde ‘Turkije deal’. Ik weet dat niet iedereen door kan naar West-Europa, maar iedereen heeft wel recht op een humane opvang. De politiek zegt dat de samenleving het niet kan dragen maar als je de mensen die op Lesbos zitten, verspreidt over Europa, zie je daar niets van terug. Er is op een eerder moment ook daadwerkelijk geanticipeerd op deze situatie, in bijvoorbeeld Amstelveen is een ingericht opvangcentrum dat leeg staat. Als je de mensonwaardige situatie daar hebt meegemaakt, wil je alleen maar dat het ophoudt en er een humane oplossing komt.”
 
Tekst Arjen Vos
 
Foto's: Petra Langezaal thuis in Kudelstaart (foto's Arjen Vos), kamp Moria, Petra aan het knutselen met kinderen, lifejacket-graveyard, tasjes maken van reddingsvesten. (Foto's Petra langezaal)
 

 

2 reacties

  1. Wat fantastisch dat je geholpen hebt Petra. Mooi mens ben je.

  2. Vanmorgen sprak ik iemand die net uit Engeland terugkwam. ‘Joop, hier in Nederland beseft men niet hoe rijk men is’. Wanneer ik het verhaal van Petra lees, realiseer ik me dat er geen woorden zijn die het immense verschil tussen de mensen hier en de mensen daar, kunnen beschrijven. Ik word er stil van, schaam me voor de weerstand die alleen al het woord vluchteling bij mijn medelanders weet op te roepen en voel me machteloos. De ondergaande zon biedt mij troost.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin