Door: Jan Dreschler. In 2007 werd Roemenië lid van de Europese Unie. In 2008 besloot Delia Vasile (1986) dat de door haar gewenste universitaire opleiding in computer science in Roemenië sterk achterbleef bij de Europese standaard. Er werd contact gelegd met de Vrije Universiteit in Amsterdam. Geheel in haar uppie kwam ze naar Nederland. Dat was best wel een avontuur. Op 16 november 2023 werd zij in het gemeentehuis van Aalsmeer officieel Nederlands staatsburger.
Bij de VU ontving zij studiefinanciering uit een speciaal fonds voor buitenlandse studenten en deed zij een master in computer science. Het was een pittige studie waarvoor zeker tien uur per dag gestudeerd moest worden. Maar het leidde wel tot een hoogwaardig diploma. Na de studie was er een promotieplek bij de VU. Maar na een jaar kwam Delia tot de slotsom dat het werk daar te academisch en te theoretisch was. Ze wilde het bedrijfsleven in. Behalve anderhalf jaar voor een kleiner bedrijf werkt Delia sindsdien bij de ING-bank als softwareontwikkelaar en leidinggevende. Ze heeft een fulltimebaan en twee dagen per week werkt zij vanuit haar Aalsmeerse woning en wil in haar middagpauze wel tijd vrijmaken voor dit interview.
Geen inburgering
In 2011 leerde Delia haar man kennen. Ook hij is Roemeens, maar woont al in Nederland sinds 1999. In 2014 zijn ze getrouwd en kregen twee kinderen, een jongen van inmiddels acht en een meisje van vijf. Haar man en beide kinderen hadden al de Nederlandse nationaliteit, hij sinds 2006, maar Delia nog niet. Met z’n vieren wonen ze in Aalsmeer Oosteinde. “Nederland is ons thuis, we zullen hier nog heel lang wonen, waarschijnlijk voorgoed, dus het was alleen maar logisch om naturalisatie aan te vragen. Ik hoefde daarvoor overigens geen inburgeringscursus te volgen, want als je getrouwd bent en je man is al heel lang Nederlander, is er een uitzondering op die regel. Het is in dat geval ook goedkoper.”
Grote stap
Delia vertelt hoe zij opgroeide in een plaatsje Suceava in Noord-Roemenië, dicht bij de grens met Oekraïne als kind van gescheiden ouders. “Toch hadden we het goed met elkaar, mijn moeder en ik. Vroeger, in de tijd van Ceausescu was Roemenië een arm land maar tegenwoordig is dat niet meer zo.”
Vanaf haar achttiende jaar woonde zij drie jaar in Boekarest, waarna de sprong naar Nederland werd gewaagd. Dat was een grote verandering in haar leven. Het was erg spannend. “De eerste twee maanden waren moeilijk. Het was in augustus dat ik hier kwam, maar het weer was veel kouder dan ik in Roemenië gewend was. Al mijn familie was nu ver weg. En ik wen niet zo gemakkelijk aan nieuwe omstandigheden, daar is tijd voor nodig. Fietsen vond ik heerlijk. Dat is zo goed geregeld hier met geasfalteerde fietspaden. Ik fietste vaak naar Zandvoort of door het Amsterdamse bos.”
Werk en privé gescheiden
We hebben het over de verschillen tussen Roemenië en Nederland. Dat blijken vooral culturele verschillen. “In Nederland kwam ik in een land waar werk en privé streng gescheiden zijn. Om half zes gaat iedereen naar huis om te eten. En alles gebeurt hier op afspraak en is goed geregeld. Zo maar bij elkaar binnenvallen om het uitgebreid te hebben over niets bijzonders gebeurt hier niet en is in Roemenië meer regel dan uitzondering. Het is daar wat dat betreft een wat chaotische samenleving. Mensen zijn sterk op elkaar betrokken en het sociale aspect weegt zwaar mee. Je deelt alles met elkaar.”
Geleidelijk aan kreeg Delia meer contact met Nederlandse mensen. “Ze zijn heel vriendelijk voor buitenlanders. Sommigen wilden wel voor en met mij koken. Ik moest vooral kennis maken met Nederlandse gerechten zoals stamppot en stroopwafels.”
Relaxter met kinderen
Als jonge moeder heeft Delia ook goed zicht op de culturele verschillen met betrekking tot kinderen. “Die verschillen zijn best wel groot. In Roemenië is er een zekere overbezorgdheid als het om kinderen gaat. Als die ‘s winters zonder muts de straat op willen, is iedereen in rep en roer. Ze kunnen immers ziek worden! Als ze een keer hun eten niet willen opeten wordt dat ervaren als een probleem. Dat is ongezond! Nederlanders gaan veel relaxter met hun kinderen om en dat spreekt mij erg aan. Er is hier ook veel meer te beleven voor kinderen. Je hebt pretparken en kinderboerderijen. En de scholen beginnen ook heel vroeg, op het vierde jaar, aanvankelijk met spelen terwijl je toch al went aan enige discipline en orde in de schoolomgeving. Het wordt je als het ware spelenderwijs bijgebracht. In Roemenië ga je op je zesde levensjaar naar school en moet er meteen volop geleerd worden.”
Tegelijk zijn er ook wel dingen die Delia mist. Bijvoorbeeld de sociale kant in de samenleving die ze in Roemenië beter ontwikkeld vindt. En verder vindt ze de natuur daar prachtig en het eten heerlijk. Ofschoon lang niet iedere Nederlander de gerechten uit haar moederland weet te waarderen, zegt ze.
Permanent moe
“De verschillen tussen man en vrouw zijn ook sterker aanwezig. Hier helpt de man mee in het gezin. Er wordt hier ook gezamenlijk gegeten. In Roemenië is dat minder het geval, behalve op zondag. In Roemenië zijn alle vrouwen min of meer permanent moe van het vele werk dat zij moeten doen.”
Tot slot gaat het over haar werk bij het ING-concern waar ze een van de 45000 medewerkers en ondermeer contactpersoon voor Roemenië is. “Voor de taal hoeft dat niet want iedereen spreekt Engels. Maar wel voor de cultuurverschillen. Je kunt niet zomaar iemand in Roemenië bellen en met de deur in huis vallen. Het eerste kwartier wordt standaard gebruikt voor ‘chit-chat’.”
Natuurlijk gaat het gezin geregeld naar Roemenië. “Dat doen we toch zeker tweemaal per jaar. De kinderen brengen er ook de zomer door bij familie. Daarnaast komt mijn moeder driemaal per jaar naar Nederland, dus we zien elkaar best wel vaak.”
Icoon
Behalve de contacten op het werk en in de buurt zijn Delia en haar man ook lid van de Oosters Orthodoxe kerk. Dit is onder meer af te leiden aan het icoon dat in de woonkamer hangt. Zij kerken in de Oudkatholieke kerk aan de Oosteinderweg waar een grote gemeenschap van Oost-Europese mensen samenkomt. Niet alleen uit Roemenië afkomstig maar onder meer ook uit Rusland.
De middagpauze biedt nog net voldoende tijd voor een paar foto’s, waarna Delia zich weer op haar werk stort.
(Foto’s Arjen Vos)