In het kader van duurzaamheid zijn we met AalsmeerVandaag een nieuwe rubriek gestart. We laten mensen aan het woord die op een of andere manier duurzaam bezig zijn. Was dat vroeger omgeven met een zweem van geitenwol, tegenwoordig is het hip en ‘woke’ om milieubewust bezig te zijn. Na Monique Dickhaut die een onderneming begon op basis van restproducten is het nu de beurt aan Aalsmeers klimaatburgemeester, ‘minister van de toekomst’ en oprichter van Nieuw Aalsmeer, Theo Bergonje.
Door: Joop Kok. “Mijn burgemeesterschap is niet bedoeld om mezelf groter voor te doen dan ik ben, ik wil gewoon iets concreets doen waar iedereen in de samenleving baat bij heeft. Het samen met anderen ideeën ontwikkelen en initiatieven ontplooien om aan je eigen woonomgeving wat kwaliteit toe te voegen. Dat vind ik leuk om te doen. Het gaat erom dat je niet alleen besluiten neemt voor de mensen die nu leven, maar ook voor die van de toekomst. Dat is waarom ik minister ben geworden van het ‘ministerie van de toekomst’.”
Wanneer we elkaar in De Oude Veiling ontmoeten, gaan we eerst nog even terug naar het verleden. Naar de tijd dat Proosdij werd volgebouwd en Theo als stedenbouwkundige, planoloog de gemeente wilde ‘helpen’ om af te komen van het ‘stempelkussen bouwen’ en om meer oog te hebben voor de signatuur van het dorp. Hij zat toen in de Dorsraad van Kudelstaart, gewoon om te weten hoe dat werkt, zo’n dorp. Menige avond brachten we toen al discussiërend en schetsend door. Daarna gingen onze wegen uiteen. Theo sloot zich nog even aan bij de PvdA maar haakte af toen hij met lede ogen zag hoe de partij zijn oorspronkelijke gedachtengoed verkwanselde en het neoliberale marktdenken omarmde.
Je groeide toch op in den Haag in de Schilderswijk, hoe was dat? “Ik woonde vlak bij de Haagse markt, een buurt van gewone mensen, die toch ook wel wat armoede in zich had. Maar hij werd wel steeds rijker, nee niet wat betreft pegels, maar wat betreft culturen. Mensen uit Hongarije, Portugal, Aruba en Afrika. Mede door de stadsvernieuwing vertrokken er veel oorspronkelijke bewoners en kwam er ruimte voor een meer multiculturele samenleving. Echt niet alleen maar negatief, rijst met kip en kousenband, normaal gesproken kwam je daar niet zo makkelijk aan, maar nu kon je dat net buiten de deur krijgen. Toen er bij ons een nakomertje kwam, was het huis te klein en zijn we verhuisd.”
Hoe kwam je zo in Aalsmeer terecht? “Ik werkte bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in den Haag op de beleidsafdeling en na drie jaar had ik dat hoog abstractieniveau van structuurschema’s over verkeer en vervoer wel gezien en heb ik gesolliciteerd naar een functie bij de Rijksverkeersinspectie. Daar had ik meer invloed op de verbetering en betere bereikbaarheid van het openbaar vervoer. Mijn werk was in Amsterdam en mijn ‘verkering’ zei toen van ja, daar moeten we iets mee doen. Dat werd eerst nog Alphen aan den Rijn en later toen ik een baan bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in Amsterdam kreeg een woning in Kudelstaart.”
Wel iets anders dan den Haag, toch? “Ja, alleen maar witte mensen en als je auto twee dagen voor de deur stond kwam de buurman vragen of je ziek was. Dat gebeurde in den Haag nooit, daar was je anoniem. Mijn vrouw woonde vanaf haar zesde in de Hortensialaan en als ik met haar door de Zijdstraat liep, dan hoorde ik volop, hoi, dag, hoe gaat het, en liep ik er als een lulletje lampenkatoen naast. Dat was ook één van de redenen om me aan te melden bij de Dorpsraad, ik wilde weten waar ik terecht was gekomen.”
Dat zo bezig zijn met je omgeving, hoe heb je dat meegekregen? “Door mijn stedenbouwkundige achtergrond. Samen met gemeentes maakte ik rond stations stedenbouwkundige plannetjes die er voor moesten zorgen dat de reiziger eerder de fiets dan de auto zou nemen en streefden we naar een omgeving waar mensen elkaar konden ontmoeten. Vanuit die ervaringen en mijn enthousiasme om zo bezig te zijn, werd ik door het Ministerie gevraagd om mee te werken aan het opzetten van een Future Center. (LEF Future Center RWS | Rijkswaterstaat,JK) Een grote ruimte die naar wens was onder te verdelen in kleinere die speciaal ingericht konden worden ter ondersteuning van een creativiteitsproces. Het ging daarbij om het naar boven halen van latent aanwezige creativiteit en het doorbreken van vaste (denk)patronen. Neem als voorbeeld de overstromingen van rivieren in de jaren ’90. We waren gewend om water tussen dijken af te voeren en dijken te verhogen wanneer dat nodig was. Maar wat te doen wanneer aan dat ophogen een grens zit? Samen met waterschappen en gemeentes hebben we dialoogsessies georganiseerd om los te komen van het idee dat het water tussen die dijken moet blijven. Wat gebeurt er als je het water meer de ruimte geeft? Dat is een totale andere manier van denken die pas na lange tijd wordt bereikt.
Je komt er niet door als Rijksoverheid te zeggen van het moet zo, want dan genereer je weerstand. Keukentafel gesprekken voeren met boeren, burgemeesters en wethouders, er voor zorgen dat je zichtbaar maakt welke kansen en bedreigingen er liggen, en dan vooral de kansen pakken om met elkaar een goed toekomstperspectief te maken. Het was een kraamkamer van vernieuwing die je op velerlei terreinen kunt inzetten. Eigenlijk ben ik nog steeds als destijds aan het werk, alleen kleinschaliger, dichtbij de mensen en hun woonomgeving en hoogstwaarschijnlijk duurt zo’n proces net zo lang. Maar het is ook net zo leuk, mensen in beweging te zien komen, niet alleen door mijn verhaal maar ook die van vele anderen die laten zien dat het anders kan.”
Maar waarom moet het anders? “Kijk naar buiten, zie hoe het klimaat reageert, volg de gesprekken daarover, kijk tv en zie hoe op de uitgedroogde velden in Afrika de tot op het bot vermagerde karkassen van het vee liggen, volg het nieuws over de smeltende ijskappen en de gevolgen daarvan. Ik kan je zeggen: hoog tijd om iets te ondernemen.”
Was dat de reden om de Stichting Nieuw Aalsmeer op te richten? “Nee, dat lag anders, dat is geboren uit weerstand die we vanuit de gemeente kregen, in ieder geval van de toenmalige wethouder, toen we met het voorstel kwamen om een groenraad op te richten. Dit om de vergroening van Aalsmeer, vanuit een stevige vorm van participatie, meer handen en voeten te geven. Toen die samenwerking niet lukte hebben we met elkaar een visie bedacht op het gebied van groen, water, wonen en duurzaamheid en zijn we zelf aan de slag gegaan. We begonnen met het 1000 bomenplan, gevolgd door het groene dakenplan. Helaas is dat laatste niet van de grond gekomen.”
Wat zijn de toekomstplannen? “Wat we ook graag willen en waar we binnenkort meer reuring aan willen geven is het natuurinclusief bouwen. Als je kijkt naar de nieuwbouwplannen voor Kudelstaart, valt op dat er weinig vernieuwingslust in zit. In lijn met de opmerkingen van de Provinciale Adviescommissie Ruimtelijke Ordening willen we met de ontwikkelaars en bouwers praten over natuurinclusief bouwen. Denk dan aan natuurvriendelijke wateroevers, groene daken, groene gevels, voortuintjes en veel bomen om de biodiversiteit te vergroten. Plaats vogel- en vleermuiskasten, richt de straten op 30km in, zorg voor een duurzame sfeervolle straatverlichting en vergeet ook de klimaatadaptatie niet. Plaats, nu het nog eenvoudig kan, waterbuffers in de kruipruimtes van de woningen en sla daar het regenwater in op waarmee je het toilet kan schoonspoelen. Echt, het is allemaal niet zo ingewikkeld maar je moet het wel willen en doen. Amsterdam heeft een ‘Handboek natuurinclusief bouwen en ontwerpen’ uitgebracht met hele praktische niet ingewikkelde toepassingen. Je hoeft niet alles zelf uit te vinden, het is er al. Dat is ook één van de redenen waarom ik klimaatburgemeester en minister van de toekomst ben geworden: gebruik maken van een netwerk van mensen die prachtige ideeën en oplossingen aandragen. Daar kunnen we gebruik van maken, net zoals zij van ons.”
Zie je hier nog een taak voor de gemeente? “Als gemeente kun je het mogelijk maken dat dat soort processen ook kunnen gebeuren. Ik zou graag een duurzaamheidsinformatiepunt willen opzetten waar je kunt laten zien hoe dingen werken. Waar je gewoon als burger binnen kan stappen en informatie kan krijgen. Ik heb al informatie opgevraagd bij ‘Duurzaamheidswinkel Woerden’ om te kijken of dat ook iets is om dat samen met Nieuw Aalsmeer of anderen, op te zetten. Je moet dingen ook zichtbaar maken, laten zien en laten ervaren, daar gaat het om. Ik heb de training klimaatcoach gevolgd en ik zou heel graag met mijn kennis over wonen, voedsel, vervoer, vakantie en consumptie een dialoog willen activeren in een leuke stimulerende omgeving.”
Naschrift Joop Kok: Denkt u nu niet als lezer dat ik met deze geschreven woorden het door ons gevoerde gesprek heb samengevat. Over de plannen om van de Hornmeer de meest duurzame wijk te maken leest u niets, zijn niet gekozen plan om van fort Kudelstaart een waterinformatiecentrum te maken komt niet aan bod, sowieso niet hoe hij over de transformatie van forten denkt, maar als u hem wilt geloven, bezoek dan eens fort Herwijnen, omgebouwd tot Geofort, en fort Pannerden, zeker de moeite waard. En wie weet organiseert Theo volgend jaar als Minister van de Toekomst een rooftop plekberaad boven op ‘Fort Kudelstaart’ of kunnen we hem vol enthousiasme tegenkomen in de ‘Duurzaamheidswinkel Aalsmeer’.
Foto’s Arjen Vos
3 reacties
Leuk stuk. Naast onze “ gewone burgemeester”, kinderburgemeester, (informele) burgemeester van Kudelstaart nu ook een klimaatburgemeester. Krijgen we ook nog een nachtburgemeester, woonburgemeester, vliegtuigburgemeester, waterburgemeester, voedselbankburgemeester, enz? Krijgen we als dorp niet een beetje capsones? En dan weer een melding over het fort. Je zou denken dat er toch wat twijfels aan het ontstaan zijn over de melomane plannen die er nu liggen. Zeker gezien het feit dat Unesco Parijs gehakt geeft gemaakt van de huidige plannen ĖN de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen…..
Theo is een gedreven man met een onuitputtelijke geest vol creatieve duurzame ideeën. De een meer realistisch dan de andere. Als je al zijn ideeën uit zou willen voeren mag het gemeentelijk ambtenarenapparaat wel verdubbeld worden. Terecht dat Theo onze Klimaatburgemeester is geworden, al heb ik zijn installatie gemist. Ik hoop dat zijn installatie niet voor de bühne is, maar dat de gemeente Aalsmeer hiermee ook ruimte geeft om een aantal van zijn ideeën tot uitvoering te brengen.
Mooi stukje Theo, misschien ook prettig om eens een gesprek aan proberen te gaan met de stroom leveranciers hoe zij er over denken dat wanneer je een pand of huis bouwt en alles moet zonodig gasloos waar je dan al die grote stroomhoeveelheden vandaan moet halen om je bedrijf of huis warm te krijgen….. dat probleem speelt nu heel veel, en die vogelhuisjes en mooie waterpartijen en al dat soort dingen kan je daarna gaan doen, want dan kan die graafmachine misschien wel draaien op groene stroom….. want komende tijd komen er weer genoeg aggregaten te staan om stroom voor panden te leveren omdat men die niet warm kan krijgen door stroomtekort!!! En wegen aanleggen van 30 km snap ik allemaal, maar denk niet dat Aalsmeer een toeristische attractie gaat worden, er zitten hier veel bedrijven die het – gelukkig- nog steeds goed doen omdat veel medewerkers hard voor het bedrijf hebben, en die bedrijven moeten ook met grote auto’s bevoorraad kunnen blijven worden.