
In haar dagelijkse bestaan werkt Marjolijn Los na haar studie economie al jaren in de farmaceutische industrie. De laatste jaren doet ze dat fulltime als marktanalist op de commerciële afdeling van de kernreactor in Petten. De reactor produceert een derde van de medische isotopen wereldwijd die vooral worden gebruikt voor diagnostiek en voor de bestrijding van kanker.
”Ik ben ooit in het toch wel speciale wereldje van de gezondheidszorg terecht gekomen en dan blijf je er een beetje rondhangen. Of het nu om antibiotica, wondverzorgingsmiddelen of om levensreddende therapieën gaat zoals we hier doen, het geeft voldoening. Dat komt doordat wij bijdragen bij aan de gezondheid van mensen, wereldwijd.”
Iets bijdragen
Nu is het nog maar een kleine stap naar het vrijwilligerswerk van Marjolijn. “Eigenlijk heb ik altijd vrijwilligerswerk gedaan. Wat ik meegekregen heb is dat je niet alleen voor jezelf leeft. Dat je iets kunt bijdragen aan het leven van mensen die het wat minder hebben. Ik denk dat ik dat vooral geleerd heb in de tijd dat ik bij de doopsgezinde kerk actief was. Op een bepaald moment had ik de tijd en de mogelijkheden om weer vrijwilligerswerk te gaan doen. Daar ben ik heel bewust naar op zoek geweest. Bij de Vrijwilligerscentrale zag ik een oproep van de Voedselbank die me wel aansprak. Mijn doel was om praktisch werk te gaan doen, maar ik ben toch in het bestuur terecht gekomen omdat ik de kwalificaties en de ervaring had. Zo hebben ze me er eigenlijk ingepraat, maar ik heb er geen moment spijt van want we hebben een heel leuk bestuur.”
Overleven
Zelf ziet ze nooit klanten van de Voedselbank. Wat dat betreft staat de privacy hoog in het vaandel. Toch kost het Marjolijn geen enkele moeite om een gloedvol betoog te houden over het nut en noodzaak van het werk van de Voedselbank: “Waar het om gaat is dat we mensen helpen en in tweede instantie voedselverspilling tegen gaan. Mensen zijn de regie over hun leven kwijt en zitten vaak tot hun nek in de schulden. Ze zijn bezig met overleven. Wij als Voedselbank kunnen de zorg om het eten wegnemen. Zo creëer je rust zodat de boel weer op orde kan komen.”
Dankbaarheid
Wat veel mensen zich volgens Los niet realiseren is dat die grens dichtbij ligt. “Het kan iedereen overkomen. Kijk, ik doe het niet voor het goede gevoel, maar vooral voor de sociale rechtvaardigheid. Ik ben trots dat we dat met elkaar voor elkaar krijgen. Daarbij heb ik zelf steeds een gevoel van dankbaarheid dat ik het zoveel beter heb. Ik vind daarom dat je verder moet kijken dan je neus lang is. Alleen voor jezelf leven is een verarming. Mijn blik wordt er ruimer door, mijn gevoelsleven voller en ik zie kanten van een samenleving waar ik anders nooit mee in aanraking zou komen. Daarbij is het de kunst om niet te oordelen of veroordelen.”

De Aalsmeer Voedselbank bestaat nu vijf jaar en is een rijke Voedselbank volgens Marjolijn. Ten tijde van de crisis waren er ongeveer 70 klanten en nu zijn dat nog circa 30 huishoudens. Bij elkaar zijn dat 75 personen. De helft daarvan is onder de 18. “Het gaat heel vaak om alleenstaande moeders die wij gelukkig wekelijks kunnen helpen met grote pakketten waar zelfs bloemen bij zitten. Dat komt doordat wij in een gebied zitten met veel voedselverwerkende bedrijven. We krijgen ook veel hulp uit de Aalsmeerse samenleving. Dat kan een gratis busje zijn of een grote horeca-ijskast maar ook de supermarkten dragen bij. Hierdoor zijn wij weer in staat om mensen wat langer te helpen als dat nodig is.”
Tijd is nummer één
De Voedselbank kan haar werk alleen maar doen dankzij de donaties in geld en voedsel van leveranciers, supermarkten, ondernemingen, kerken, scholen en particulieren. Wat de Voedselbank ook draaiend houdt zijn de 70 vrijwilligers die zich inzetten om mensen die onder de armoedegrens leven te helpen.
“Als mensen ons vragen wat we nodig hebben antwoord ik dat dit 'tijd' is. Tijd die in hulp kan worden omgezet zoals bij het inzamelen. Geld is eigenlijk het gemakkelijkst. Mensen die er elke week staan is vele malen waardevoller. Op één staat tijd, op twee staat voedsel en op drie staat geld wat mij betreft.”
Op de vraag waar ze zelf haar tijd aan besteedt, vertelt dat ze dat ze op vrijdagmiddag de administratie doet. Het is niet het enige. “Ik ben ook verantwoordelijk voor de voedselveiligheid en de richtlijnen die er voor gelden. Verder regel ik de trainingen in voedselveiligheid, zorg ik dat de thermometers geijkt zijn en coördineer en zorg ik voor allerlei randvoorwaarden om de zaak draaiend te houden. En ja vergaderen doen we doordeweeks ’s avonds. Dat doe ik nu alweer een jaar of vier.”
Tekst Jan Daalman, foto's Arjen Vos
60
Eén reactie
Leuk Marjolijn buurvrouw, wat zijn we toch bezig als vrijwilliger!