‘Ik ben eigenlijk een grensgeval’

[Leni Paul] Op de recente FloraHolland Trade Fair Aalsmeer werd kweker Kees Scholte door Servaas van der Ven van FloraHolland en wethouder Ad Verburg van Aalsmeer in het zonnetje gezet. Reden: Scholte leidt al een halve eeuw met succes het gelijknamige orchideeënbedrijf in Kudelstaart. Een gesprek met een veelzijdige Kudelstaarter.

Een gesprek met de spraakzame Kees Scholte blijft die ochtend niet beperkt tot zijn vak, het kweken van cymbidiums, hoewel hij daar ook best wat over kwijt wil. De geboren en getogen Kudelstaarter zat van jongs af aan in de kassen van zijn buurman/oom en het lag dan ook voor de hand dat hij na de opleiding lagere tuinbouwschool voor het kwekersvak koos. Al jong begon hij voor zichzelf. Eerst anjers, later rozen en freesia's. In 1973 ging hij over op de orchideeën en dan met name op de minicymbidiums als snijbloemen, toen een gewas in opkomst.
 
Wist je iets van orchideeën?
“Nee, helemaal niks. Maar je gaat her en der je licht opsteken, je leest er over en zo krijg je het vak onder de knie.”
 
Het bedrijf Scholte groeide en is nu 30.000 m2 groot.Ook Kees' echtgenote Garry, van beroep bloemenbindster, heeft zich jarenlang ingezet voor het bedrijf. Zij kregen vier kinderen. Sinds 1988 is zoon Marcel (45) ook in het bedrijf werkzaam en inmiddels heeft hij de leiding overgenomen.
 
Het bedrijf Scholte is nog steeds gevestigd op de plaats waar Kees Scholte ooit begon. Uitbreiden is op de huidige locatie niet mogelijk.
“Als je het hier niet redt, red je het ook niet als je groter bent,” zijn vader en zoon van mening.
 
Marcel: ”Laat ik het zo zeggen, we hebben een broodje kaas en geen broodje rosbief.”
Kees: ”We kunnen goed en rustig slapen, hebben veel plezier in ons werk.”
Marcel: “Ik zou wel willen uitbreiden, maar we hebben geen keuze.”
 
Beiden zien het kweken van potcymbidium als een lange teelt.
“Tussen het bestellen van de jonge planten tot aan de bloei zitten vier tot vijf jaar. Onze levertijd aan de klanten is vanaf half juli en de piek is omstreeks 1 november. We hebben continu een uitgebreid aanbod en kunnen de vraag van de exporteurs nauwelijks aan.”
 
Door de licht geurende bloemenzee in de kassen valt de rijkdom aan kleuren en het uitgebreide  sortiment op: de teergroene Green Breeze, de maagdelijk witte Virgin, de smakelijk ogende Kiwi en nog veel andere oogstrelende variëteiten.
 
Kees Scholte, inmiddels 72, straalt na een halve eeuw kweken nog steeds een jaloersmakend enthousiasme uit. Het is duidelijk, hij houdt van zijn vak. Hoewel hij moeite heeft met de toegenomen regelgeving.
“Het maakt het kwekersvak er niet makkelijker op. Aalsmeer stelt in feite weinig meer voor op kwekersgebied. Neem de Aalsmeerderweg, de Uiterweg, de Oosteinderweg. Daar zit nog maar een handjevol kwekers. Ik voel me in feite ook geen Aalsmeerder, maar meer Kudelstaarter. Hier, op de grens van De Kwakel, Uithoorn, Aalsmeer, ben ik eigenlijk een grensgeval.”
 
Je hebt in je leven naast je kwekersbestaan altijd een levendige interesse gehad in het verenigingsleven en in het maatschappelijk bezig zijn. Alles speelt en speelde zich af in Kudelstaart. De lijst van vrijwillige 'nevenfuncties' is lang. Hoe is dat destijds begonnen?
“Noem me maar een laatbloeier. De eerste jaren als kweker, een gezin met jonge kinderen, had ik geen tijd om dingen naast mijn werk te doen. De kwekerij eiste me helemaal op. Wel werd ik al gauw lid van de Kudelstaartse Tuinbouw Vereniging, wat later de Nederlandse Tuinbouw Studiegroep werd. Ik kwam al snel in het bestuur. Toen de NTS werd gevraagd om met een wagen mee te rijden in het Aalsmeerse corso meldde ik me aan. Na drie jaar vond de NTS het niet meer nodig om  mee te doen in het corso. Een aantal mensen, waaronder ik, hadden echter de smaak te pakken en zijn als Kudelstaarts comité onder de naam Schik In, een vondst van arrangeur Daan van Holstein, gaan meedoen. Zo kwam ik bij het corso.”
 
Maar er reed toch al een Kudelstaartse wagen in het corso? Was dat geen concurrentie?
“Ben je mal, zo moet je het toch nooit zien in de bloemen.”
 
Scholte was 30 jaar betrokken bij 'zijn' corso. Hij ontving de bekende corsospeld en op dezelfde avond ook nog een lintje als lid in de Orde van Oranje-Nassau.
 
Het zijn zoete herinneringen, maar zijn gezicht wordt ernstig als hij het heeft over 'ons' niet meer bestaande corso.
“Eeuwig jammer dat de subsidies zijn gestopt. Het corso had ook eigenlijk in de eigen omgeving moeten blijven, niet naar Duitsland en andere verre doelen moeten gaan. Kijk naar Zundert. Over de Dam? Ja, maar dat kon op 't laatst ook niet meer.“
 
Geen corso meer, maar de verveling sloeg in zijn vrije tijd nooit toe. Daar waren onder meer nog het carnaval, de kerkgemeenschap en het koor. Hoe ben je bij al die organisaties beland?
“Veel gewoon door toeval. Ik viel al op door mijn inzet voor diverse verenigingen en was ook al lid van carnavalsvereniging De Pretpeurders. In totaal ben ik 30 jaar betrokken geweest bij het Kudelstaartse carnaval. Goed voor een erelidmaatschap.”
 
Carnaval past meer bij onze zuidelijke provincies, vinden velen.
“Nee, hoor. Ik heb één keer carnaval gevierd in Den Bosch, maar hier kan het ook heel goed. Heel Kudelstaart doet mee en je hoeft ook niet katholiek te zijn, al denkt men dat soms. Ik geef toe, het wordt in het zuiden massaler gevierd; iedereen neemt vrij, alles ligt stil, fabrieken sluiten, maar ja, je kan hier toch niet de veiling sluiten voor het carnaval?”
 
Scholte zat twee keer elf jaar in het bestuur. Vooral als penningmeester. Daarna werd hij als Prins Carnaval gekozen.
(Peinzend:) “Mooie taak, die je niet kan hebben als je in het bestuur zit van de carnavalsvereniging. Weet je dat je maar twee jaar prins kan zijn? Ik ben het wel drie jaar geweest.”
 
Betrokken bij corso en carnaval maar ook bij de plaatselijke Kom in de Kas waarvan hij 30 jaar penningmeester was en dat we volgens Scholte moeten koesteren.
“Een geweldig evenement dat zo'n tweehonderdduizend mensen trekt in één weekend. Weet je dat het in Nederland tot de vijf topevenementen behoort? Ook komend jaar vindt het weer plaats en ik ben blij dat het hier, op de Mijnsherenweg, weer allemaal gebeurt en dat ook de officiële, landelijke opening hier plaatsvindt.”
 
Scholte wil wel kwijt dat hij zijn leven lang eigenlijk toevallig bij alle genoemde verenigingen waarvoor hij zich inzet, betrokken is geraakt.
“Neem nu het zangkoor. De man die jaren geleden ons huis verbouwde, hoorde Garry en mij een keer zingen en haalde ons meteen bij het kerkkoor 'Cum Ecclesia'. Ik heb het tien jaar gedaan, maar dat was wel heel druk. Moest ik na tienen nog de kas in. Ik heb weken van 80 uur werken gehad, maar nu ik het in het bedrijf rustiger aan doe ben ik wel weer bij het koor. Sinds zes jaar zing ik ook bij het Shantykoor De Brulboeien. Ook ben ik al dertig jaar betrokken bij de katholieke begrafenisonderneming St.Jozef, waar ik drager ben.”
 
“Of ik nog wel eens thuis ben? O, ja hoor, ik ben tenslotte ook al 21 jaar opa. Maar ik hou wel van feestjes vieren. (ernstig) Het leven is geen feest, je moet er wel een feest van maken en zelf de slingers ophangen. Volgens jaar zijn Garry en ik vijftig jaar getrouwd en ik verheug me er al op dit groots te vieren.”
 
Foto's: in de kas temidden van de bloemen, samen met zoon Marcel, tijdens de recente Trade Fair waar Kees met vrouw Garry in het zonnetje wordt gezet en (onderaan) toostend op het onlangs gehouden carnavalsfeest van de Pretpeurders. Foto's Arjen Vos.
 
 

 

Eén reactie

  1. Kees en Garry, een voorbeeld voor elke Kudelstaarter,oftewel daar zijn we groos mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel