Hij stamt uit Langerak/Nieuwpoort, vlekken op de kaart in de Alblasserwaard, maar woont en werkte tot zijn pensionering met veel plezier in Aalsmeer. Na zijn verhuizing burgerde hij snel in en het voerde hem zelfs tot in de gemeenteraad waarvan hij acht jaar deel uitmaakte. Een gesprek met een opgewekte Aalsmeerder die onder andere veel heeft betekend voor het plaatselijk en het landelijk tuinbouwonderwijs.
‘Pluk de dag’, straalt de 87-jarige Rozendaal uit. Hoewel het lopen hem momenteel minder goed afgaat dan hij zou willen verveelt hij zich geen moment. “Aalsmeer biedt veel, er is veel te beluisteren en te bekijken. Ik tenniste tot nu toe twee keer in de week en ik hou van fietsen, musea bezoeken en van musicals. Daar ben ik dol op. Verder lees ik veel, nee, ik verveel me nooit.”
We krijgen in het gesprek deze ochtend een gedetailleerd verslag van de jeugd en de loopbaan van Rozendaal die opgroeide in een boerengezin.
“Mijn ouders waren jonge, werkzame mensen, altijd bezig in het boerenbedrijf. Dat trok mij ook wel, ik was en ben een echt buitenmens en ik zei dan ook, ik wil ook boer worden. Jan, dat doen we niet, zei mijn vader, jij gaat naar de Mulo. En ja, in die tijd luisterde je naar je ouders. Dus naar de Mulo waar ik te horen kreeg, er schuilt in jou een onderwijzer. Na het diploma te hebben behaald ben ik naar de Rijkskweekschool in Schoonhoven gegaan.”
Na zijn diensttijd behaalde de jonge Rozendaal zijn hoofdakte en was hij vier jaar hoofd van de school in Leerdam.
Was je een aardige meester?
“De ouders van de leerlingen vonden mij een echte schoolmeester. Mijn wil was wel wet. Maar ik dacht toen wel, ik wil dit niet tot mijn 65e jaar doen. Toen werd ik secretaris van de Hollandse Maatschappij voor Landbouw waaronder veel land-en tuinbouwscholen vielen. Er was toen veel aan de hand, ik kreeg te maken met de verhoudingen in het EEG-landbouwbeleid. Het was de tijd van Boer Koekoek. In 1978 kwam het verzoek van het Ministerie van Landbouw om naar Brazilië te gaan. Daar was toen de Hollandse kolonie Holambra gevestigd en het Ministerie vroeg me toen daar voor de jonge kwekers en boeren het land-en tuinbouwonderwijs op te zetten. Ik ben er toen drie weken geweest.”
Een mooie uitdaging. En was het succesvol?
“Het is niet gelukt. Die leerlingen kwamen liever naar de scholen in Aalsmeer en Hoorn. Er was veel behoefte aan praktijkonderwijs. Ik ben in die tijd vijftien jaar lang inspecteur geweest voor de agrarische opleidingsscholen, onder andere in Aalsmeer, eerst het Florens College en weer later het Wellantcollege.”
Rozendaal ging in 1995 in de VUT. In de jaren hieraan voorafgaand had hij ook nog een rol in de politiek: van 1992 tot 2000 maakte hij voor de VVD deel uit van de gemeenteraad. Dertien jaar was hij voorzitter van de plaatselijke afdeling van de VVD.
”We werkten nauw samen met het CDA, hadden ieder een wethouder en ik heb onder meer gepleit voor de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Daar kwam een eigen bestuur voor.“
Kreeg je daarin de andere politici in de Aalsmeerse gemeenteraad mee?
“Ja. Vooral Joop Snoek van het CDA vond dat ook erg belangrijk en we werkten goed samen. Ik vond het een prachtige tijd en ik praat nu eenmaal graag mee over zaken. Er gebeurde veel, het was een nieuw college. We hadden Piet Boom, het was de tijd van Coq Scheltens die wethouder was voor AB. Er gebeurde erg veel.”
Er waren ook opzienbarende zaken aan de orde, onder meer de kwestie van een wethouder die moest opstappen omdat hij niet meer in de gemeente woonde waar hij politiek bedreef.
Rozendaal: ”Ja, dat was wel volgens de regels van die tijd.”
Ook maatschappelijk zat Rozendaal niet stil. Hij was betrokken bij de toen nog bestaande SWOA, de Stichting Maatschappelijk Welzijn Ouderen Aalsmeer waarvan hij voorzitter werd. Ik herinner me een feestelijke opening met wat je noemt veel toeters en bellen in de Jac.P. Thijsselaan waar de burger met zijn prangende vragen terecht zou kunnen.
“Ja, zo had wethouder Heemskerk van Welzijn het ook voor ogen. Nee, het heeft allemaal niet lang geduurd. Na wee jaar kwam de fusie met Uithoorn en moesten de Aalsmeerders weer allemaal naar Uithoorn Jammer. Later kreeg je VITA en dat is samengegaan met de SWOA. En nu is er de organisatie Participe.”
Al die grootse dure plannen en veranderingen. Verbrassen van gelden? Rozendaal zegt het voorzichtiger: “Ja, het heeft veel geld gekost. Maar de gemeente heeft het toen zo beslist. Het was eerlijk gezegd wel frustrerend.”
En wordt de politiek nog steeds gevolgd?
“Ik ben zeer tevreden over de voortvarende aanpak van het huidige wethouderscollege onder leiding van de nieuwe burgemeester.”
Tekst Leni Paul, foto’s Jaap Maars
(advertentie)