De bijzondere Koningsdag waarvan koning Willem Alexander zei te hopen dat het de allerlaatste editie is die we thuis moeten vieren, werd door lezeres Mardina Buis aangegrepen om een persoonlijk verslag te maken. De Kudelstaartse beschrijft hierin hoe ze gebak haalt en daarna in haar maag zit met een gevonden huissleutel. Ze had natuurlijk ook een korte mededeling kunnen doen met de vraag of iemand een sleutel kwijt is, maar ze goot het in een creatievere vorm. Lees hieronder haar bijdrage.
Gevonden: huissleutel
In verband met het coronavirus wordt er door de premier en de jarige koning gevraagd om zoveel mogelijk binnen te blijven vandaag. Dus geen kleedjesmarkt op alle straten en parken in Nederland.
Om 8.10 uur word ik wakker en besluit maar direct om naar de bakker te fietsen. Want oranje tompoucen die horen erbij vandaag. Het is al weer twee weken geleden dat ik buiten geweest ben. En dan bedoel ik een groter rondje met de fiets dan alleen even naar de glas- en plastic container in de wijk. De vorige keer was het om postzegels te kopen bij de Marskramer, voor op de wenskaart voor de jarige Roderick in Groningen. De enige fietser die ik tegenkom is een oudere heer met een tasje op zijn stuur met daarin een doosje gebak. Dat zie je zo. Goedemorgen roepen we naar elkaar. Bij veel woningen hangen er al roodwitblauwe vlaggen buiten. De meeste met een oranje wimpel erbij. Bij ons thuis heeft Hans hem ook al opgehangen aan de gevel. Een feestelijk gezicht. Aangekomen bij het winkelpleintje in Kudelstaart zie ik al een lange rij personen staan wachten. Met 1,5 meter ertussen. Allemaal in de rij voor oranje gebak bij de echte bakker Van Leeuwen. Ik schiet in de lach om dit leuke plaatje en zie diverse klanten foto’s nemen. Jammer, die heb ik niet bij me helaas. “Moet u ook naar de bakker?” vraagt een oudere heer. Ik bevestig het. ”Dan moet u achter aansluiten.”
Ik was druk aan het tellen hoeveel klanten er al stonden, inmiddels vijftien. Ik parkeer mijn fiets op de standaard. En dan zie ik hem liggen: een sleutelhanger van rood plastic met een huissleutel eraan. Op het witte vlakje karton staat niets geschreven. Ik hou hem omhoog. Laat hem zien aan klanten. “Kijk ik vind hier een sleutel,” roep ik. “Leg hem maar op het bankje,” adviseert iemand. Er ligt ook nog een stoffen haarbandje op de grond en samen leg ik het op het blauwe ijzeren zitbankje. Het valt niet echt op helaas.
Inmiddels is de rij behoorlijk lang geworden. In mijn hoofd zie ik de bejaarde dame met de rollator weer lopen, zou die hem verloren hebben? Ze kwam bij de gesloten Marskramer. En ging weer terug. Tompoucen had ze gisteren al gekocht riep ze nog, zich ook verbazend over de lange rij. Als ik aan de beurt ben, zie ik de bordjes met adviezen: verplichte looproute, volg de afgeplakte vakken, maximaal zes klanten in de winkel, gelieve met pin betalen. Maak vooraf uw keuze. Van een afstandje kan ik mijn bestelling roepen. Ik vergis me ook nog. Graag vijf moorkoppen voor een tientje. “Het zijn tompoucen mevrouw…” “Oh, doe die dan maar.”
Later bedenk ik me dat ik die juist moest hebben natuurlijk, het doosje wordt op de balie gezet en wachtend op de klant voor me, kan ik weer een vak opschuiven. Even pinnen, bonnetje en klaar. Teruglopend naar mijn fiets vraag ik nog aan een dame: “Bent u soms uw sleutel verloren, ik zag u net aan komen lopen.” Ze haalt een blauwe sleutelhanger uit haar broekzak, “nee hoor, kijk maar ik heb hem nog.” Dan laat ik het maar, ik speur nog even rond met mijn fiets aan de hand of ik die mevrouw nog zie met de rollator. Bij de winkel ingang van AH is het rustig. Geen lange wachtrij te zien.
Mijn gedachten zijn bij een verdrietige persoon, die nu niet naar binnen kan. Sleutel verloren. Wat een leuke Woningsdag zou moeten worden, werd natuurlijk een K..dag voor die persoon.
Overdag heerlijk koffie gedronken met oranje tompoucen. Om tien uur gezamenlijk op tv te zien, zong iedereen in Nederland het Wilhelmus met viool etc. Daarna een toespraak van de jarige koning met zijn mooie vrouw en drie dochters. Om vier uur was het de bedoeling dat iedereen in het land zou proosten, met Oranjebitter. Helaas was de Gall&Gall gesloten vanmorgen dus dat kon ik niet kopen. Maar ik heb nog een restje rode wijn. Dus doen we dat maar. Bij onze overburen was er een tafeltje in de tuin gezet met daar het kinderspeelgoed van de nu puberende kinderen. Oranje slingers erbij. Koopjes voor bijna niets. Op tv veel herhalingen van wel leuke Koninginne- en Koningsdagen, daarbij was het natuurlijk prachtig zonnig weer.
s Avonds om acht uur besloot ik toch nog eens te kijken bij het bankje. Zou de sleutel er nog liggen? De winkels waren vandaag gesloten, behalve de bakker open tot half een, en AH tot negen uur. Gelukkig zag ik al vanuit de verte dat hij er niet meer lag. De prullenbakken puilden uit, en speurend over de grond zag ik geen verloren dingen meer. Tot ik nog eens omhoog keek, verderop bij het blauwe bronzen beeld van de vissen, ja hoor, daar stak een rood dingetje omhoog. Aan de lip van de vis zat het haarbandje gebonden met de sleutel. Toen heb ik hem toch maar gepakt en meegenomen.
Wie weet komt het nog ergens in de krant te staan: “Verloren op Woningsdag: mijn huissleutel…”
Tekst Mardina Buis, foto archief AV
2 reacties
Nou, dat heb ik ook gelezen hoor, Mardina ! De bent een voorbeeldig schrijfster en verhalen vertelster !
Wat een super leuk verhaaltje mam! Moest erg lachen om je beschrijving van je bestelling bij de bakker! Haha! En daarnaast gewoon ook erg leuk geschreven. Hopelijk komt die persoon z’n sleutel ooit nog ophalen.