Sorry voor alle schaats- en ijsliefhebbers, maar ík ben blij dat de winter voorbij is (nog even afkloppen, want met maart weet je het nooit), maar stiekem ga ik er van uit dat de lente eraan komt. Heerlijk: de kachel uit, de ramen weer open en buiten zitten met een boek. En niet meer bibberen, ondanks een dikke sjaal en handschoenen, zodra je een hoofd buiten de deur steekt.
De bevroren Poel mag dan een eldorado zijn geweest voor schaatsfanaten, ik ben er niet op geweest: was altijd al meer van de koek & zopie. Krabbelend op mijn hockeyschaatsen naar de warme chocomel of iets sterkers, vervolgens gezellig socializen tot het weer tijd werd om terug te krabbelen.
Eén keer heb ik geprobeerd de Poel rond te schaatsen, maar dat was in een vlaag van onvolwassen onbezonnenheid. Ik was 12 en dacht: dat doe ik wel even. Tot het langzaam donker en heel erg mistig begon te worden, er steeds meer scheuren in het inktzwarte ijs leken te komen en de verzuring akelig dichtbij kwam.
Dat mijn ouders compleet in paniek waren toen ik op een bepaalde tijd nóg niet thuis was, begreep ik toen nog niet. Was veel te blij dat een leuke jongen me eenmaal weer veilig aan de kant bij de watertoren hielp met het ontdooien van m’n schaatsveters zodat ik eindelijk m’n heerlijk zachte schoenen weer aan kon.
Nu ik zelf kinderen heb, snap ik hun angst uiteraard veel beter. Maar gelukkig gaan mijn kinderen het ijs al geeneens op: die blijven lekker binnen bij de kachel, lezen wel op Facebook hoe hun nichtje en neef lyrisch doen over de kwaliteit van het ijs en halen hun schouders op: veel te koud! En mijn broertje (weliswaar 50+, maar nog steeds jonger dan ik) moest als één van de 13.000 ongelukkigen, zijn schaatstocht bekopen met een pijnlijk gebroken pols. Om mijn ‘oude mannen moeten ook niet meer schaatsen’ kon hij niet echt lachen. Raar eigenlijk…
Toch heeft al die kou ook een voordeel, namelijk vorstverlet! Niet dat ik zelf in de bouw zit, maar mijn wijk is al weken, zo niet maanden, het toneel van allerlei gemeentewerken. Nieuw parkeerterrein? Alle steentjes uit de straat… zand erbij en dan alle steentje er weer in. Klinkt simpeler dan het is, want… vanaf 7 uur ’s morgens zorgt dat voor een bak kabaal waar je niet alleen wakker, maar ook akelig van wordt.
Parkeerterrein af? Niet getreurd, nu wordt die aan de overkant onder handen genomen. En weet je wat? Nemen we meteen het kruispunt mee. De gevolgen zijn hetzelfde. Ook dat weer allemaal keurig opnieuw bestraat? Geen paniek: ze bedenken bij de gemeente wel weer iets anders: de hele wijk moet een woonerf oftewel 30 kilometer-zone worden. Alle steentjes er maar weer uit, want… het kruispunt moet nu vijf centimeter worden opgehoogd en zo een drempel, dan wel verkeersplateau worden. Meteen ook maar een nieuwe kleur steentjes voor de duidelijkheid.
Eind januari zouden ze aan deze, volgens ons ‘weggegooid-geld-missie’ beginnen, de borden om de straten af te sluiten en het verkeer om te leiden stonden alweer klaar. Er hing vorst in de lucht, dus ze zullen toch niet de hele straat opengooien om vervolgens met verlet te gaan? Gelukkig zat er iemand op (het weerbericht) te letten en gebeurde dat niet. Heerlijk… twee weken geen kabaal en happertjes, tractortjes en walsen door de straat. Het grote voordeel van de winter!
Inmiddels is het leed alweer geleden: de stratenmakers ruimen hun spullen op en laten ons met een nieuw woonerf achter. Maar voor hoe lang? In afwachting van de volgende gemeenteman die herrie komt maken – misschien moeten er nu nodig takken afgezaagd en versplinterd worden of blaadjes weggeblazen – zet ik voorzichtig een stoeltje buiten. Nog wel even met de jas aan, maar dat geeft niet, de lente komt eraan!
En wie denkt dat de bestuurders van bovengenoemde gemeente de enigen zijn die door ‘het gewone volk’ niet altijd helemaal begrepen worden… in Aalsmeer is onlangs een krokettenmotie in stemming gebracht. Ik zit hier zo slecht nog niet!