Door: Wilco Hoogeveen. Opeens is de zomer voorbij. Elk jaar weer glipt het plots tussen mijn vingers door, draai ik me een keer om en is het klaar. Opeens is het na het avondeten al donker. Opeens is het net te koud om zonder jas naar buiten te gaan. Opeens wisselen stortbuien, storm en zon elkaar af alsof het weer niet kan kiezen wat het wil. Opeens is het herfst en weet ik dat dat weer zes maanden gaat duren.
Want een echte winter hebben we hier niet meer. Dat ligt aan je definitie van ‘winter’ natuurlijk. Er liggen nog steeds jaarlijks treinen stil door anderhalve sneeuwvlok wat de NS dan ‘winterse omstandigheden’ noemt – maar de winters zoals uit mijn jeugd hebben we niet meer. Voor mijn gevoel stond ik elke winter op de sloot naast de Jozefschool. Ik weet ook nog dat er op de Westeinderplassen een koek-en-zopiekraam OP het ijs stond en er een oude Lelijke Eend rondscheurde over de plas. Dan moet het toch echt dik ijs zijn geweest. Ik bouwde jaarlijks iglo’s (of wat ervoor door kon) in de tuin en die bleven dan gerust een paar weken staan. Dat gaat niet meer met die paar millimeter die nu valt en maximaal twee uur blijft liggen.
In de zomer ben ik altijd stapelverliefd op Aalsmeer. De deinende bootjes op de plas, gillende kinderen op het surfeiland en fietsende stelletjes overal in het dorp (al dan niet scheldend op de rotondes). Die liefde komt tot een hoogtepunt in de Feestweek, waarin ik me op en top Aalsmeerder voel en trots ben op mijn dorp. Dit jaar meer dan anders, met een waanzinnige finale van Vuur en Licht op het Water (heeft iemand het stokje al overgenomen??).
Maar dan volgt de kater. Net als 90 procent van de feestgangers eindigde ik thuis met ‘tenttyfus’ en ging ik hoestend de herfst in. De plas is leeg, het surfeiland verlaten en op de rotondes flitsen alleen nog wat fatbikes voorbij. De liefde voor Aalsmeer bekoelt weer en kan voor mij alleen weer oplaaien als ik half Aalsmeer zie glijden over een bevroren Westeinderplassen. Zoals dat tijdens die ene winter was in de Corona-periode. Waar je in het zonnetje langs de (toen illegale) koek-en-zopie schaatste, vervolgens je notaris tegenkwam en daarna zwaaide naar een oude buurvrouw. Het bijna 100 jaar oude betonnen boegbeeld van Aalsmeer was te zien vanaf alle plekken op de plas. Datzelfde boegbeeld dat momenteel tot nader orde gesloten is door dringende bouwinspecties. Het past in mijn herfstbui. Het is nat, koud, grijs en gesloten in Aalsmeer tot nader orde.
Ik weet het, het hoort erbij. Zonder de narigheid van de herfst zouden we veel minder genieten van het optimisme van het voorjaar. En het is toch ook heerlijk om onder je dekentje op de bank te liggen terwijl het buiten stormt? Magische figuren uit Spanje en van de Noordpool bezoeken ons met zakken vol cadeautjes in november en december, de stamppot en snert vinden hun weg weer naar de keuken en de haardvuurtjes worden weer aangestoken. Natuurlijk heeft het najaar ook zijn charmes, maar echte liefde kan ik er nog niet voor vinden. Wie kan mij helpen van de nieuwe, eeuwigdurende herfstperiode te leren genieten.
Wilco Hoogeveen is geboren en getogen Aalsmeerder en met geboortejaar 1990 de junior van de columnistenclub. Met zijn technisch inzicht en creatieve geest schonk hij Aalsmeer escaperooms als Gold Creek, De Torenwachter en andere interactieve spellen. ‘Out of the box’ denken kan hij ook met de pen.
Eén reactie
Houd moed Wilco. Denk aan die “lange” vakanties in je basisschool tijd. Naarmate je ouder wordt gaat de tijd steeds sneller (twee maal met je ogen knipperen en de feestweek was voorbij). Dit geldt ook voor de winters, die duren ook steeds “korter”. De tijd lost het dus allemaal op.