Weg

Het is op moment van schrijven nog niet helemaal 100% zeker, maar het zit er dik in dat ik vanaf komende zomer Aalsmeerder af ben. Dat gaat raar zijn, als het zover is. Ik heb mijn hele leven tot nu toe binnen de Aalsmeerse gemeentegrenzen gewoond, en hoewel ik hele boeken vol kan schrijven met klachten, irritaties en ergernissen over Aalsmeer, kan ik niet ontkennen dat ik wel gehecht ben geraakt aan dit stukje planeet.

Ik weet dat het op zichzelf genomen niet heel bijzonder is, een 26-jarige die vertrekt uit zijn ouderlijk huis om iets van onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid op te zoeken. Waarom ik dan meteen naar het buitenland moet verkassen, weet ik ook niet helemaal zeker, zo liep het nu eenmaal. Elf jaar geleden, toen ik nog een doelloos, dwars en te veel drinkend rotjong was, vond ik 26 een leeftijd waarop alleen de meest trieste debielen nog bij hun moeder wonen. Het is goed te weten dat ik zelfs op mijn vijftiende al zulke wijsheid bezat. Toch voelde het nooit alsof ik haast moest gaan maken het huis te verlaten; dat ik nog student ben, heeft daar alles mee te maken.

Hoe tijdig ook, het weggaan blijft een onwerkelijk idee. Zoals met andere grote dingen voelt het nog helemaal niet echt. Alle dingen die met het vertrek te maken hebben, zijn altijd “voor straks” en ‘straks’ is altijd precies het goede woord: een onduidelijk, ongedefinieerd punt in die afzienbare toekomst. Het moment is nog ver weg, maar nét niet ver weg genoeg om het helemaal uit het zicht te verliezen. Sommige dingen, als de inschrijving voor de universitaire master, moeten nu al gebeuren, andere dingen zoals woonruimte, werk en kleine dingen als zorgen dat ik een bed heb om in te liggen kunnen nog maanden wachten. Het is een heel gedoe, is wat ik probeer te zeggen, veel meer gedoe dan ik van tevoren had gedacht.

Het lijkt nu alsof ik totaal geen zin heb in het vertrek, maar dat is het niet. Het hele ‘vertrek’-gebeuren is vooralsnog één groot avontuur, hoe onwerkelijk het soms ook lijkt. Alles wat lastig is, is tegelijkertijd ook leuk. Het enige ding dat alleen maar lastig is, is wennen aan het idee dat ik straks heel lang zonder mijn vertrouwde omgeving zal zitten: dit is de eerste keer dat ik echt lang weg zal zijn van iedereen. Natuurlijk ben ik wel eens een paar weken weg, ik heb vrienden die ik soms weken niet spreek omdat we andere dingen te doen hebben, maar dit is toch anders: ik ben straks minimaal twee jaar lang bijna onafgebroken niet hier.         

Hoewel ik daar wel meteen bij moet zeggen dat ‘weg’ anno 2012 natuurlijk een stuk minder ‘weg’ is dan pakweg twintig jaar geleden. We hebben nu het internet en de sociale media, waardoor het mogelijk is iedereen relatief dichtbij te houden. Wat wel betekent dat ik  eindelijk moet erkennen dat die vermaledijde sociale media toch wel nuttig zijn. Het staat met een soort rebelse trots in de beschrijving boven deze column vermeldt dat ik geen smartphone, facebook of twitter heb, maar persoonlijk heb ik het nooit gezien als een rebels iets om trots op te zijn. Ik heb die dingen niet omdat ik niet vind dat ik ze nodig heb. Ik had tot een jaar geleden niet eens een mobiele telefoon, tot grote irritatie van alles en iedereen. Die telefoon kwam er pas toen hij nodig was, en zo gaat dat nu ook met facebook en het gepromoveerde mobieltje waar iedereen zo wild van is.

Nu is echter de tijd daar dat facebook en een smartphone gewoon handig gaan worden om contact met alles wat nu nog binnen handbereik is goed te houden. Dus ik zal gaan capituleren voor de 21ste eeuw, zodra het echt nodig is. Want ik vind het al vervelend dat ik mensen die ik aardig en boeiend vind moet gaan missen, en nog veel erger is het dat zij mij ook gaan missen. Ik hou niet van gemist worden: ik heb veel liever dat iedereen vrolijk verder gaat zonder mij en dan straks, als ik terug ben, hoef ik alleen te horen dat ze blij zijn dat ik er weer ben. Hoewel het wel fijn zou zijn als ze soms aan me denken en dan iets zeggen als “goh dat was toch wel gezellig geweest als-ie erbij was”. Of: “wat een vreselijk aantrekkelijke en intelligente jongen is dat toch eigenlijk”. Of: “wow, ik heb me nooit gerealiseerd dat hij zo geweldig is”. Terwijl ik in het verre buitenland zit en koffie drink met meisjes die allemaal lijken op 22-jarige versies van Natalie Portman. Dat lijkt me eigenlijk het beste.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin