Ik denk dat iedereen die van het bestaan van ‘het sollicitatiegesprek’ heeft gehoord in ieder geval een aantal van de standaardvragen kan opnoemen. Zelf heb ik de twijfelachtige eer gehad al heel wat gesprekken achter de rug te hebben. Achteraf gezien was ik er, zeker in die eerste jaren, verschrikkelijk slecht in. Inmiddels, tientallen gesprekken later, ben ik wel oké. Ik zou mezelf niet goed in solliciteren durven noemen… Misschien is dat een teken aan de wand: ik ben zó slecht in mijn eigen kennis, ervaring en talent verkopen dat ik zelfs mijn kennis, ervaring en talent voor het verkopen van mijn kennis, ervaring en talent slecht weet te verkopen. Mocht u zich zorgen maken over die vorige zin, hij is technisch gezien correct, maar lastig te volgen: een microkosmos van mijn bestaan.
De dans van het sollicitatiegesprek is soms een haast onvoorstelbaar ritueel, waarbij beide kanten tegelijkertijd aan elkaar ieder kant proberen te verkopen. Natuurlijk, als sollicitant ben je daar namens jezelf, de andere kant van de tafel verkoopt de mogelijke werkgever en functie. Net als jijzelf zijn werkgever en baan ook niet perfect, maar ook dat word met de mantel der liefde bedekt. Aan beide kanten zit niemand bij een kennismaking te wachten op een overzicht van haken en ogen.
Het vervelendste is dat je voor de resultaten overgeleverd bent aan de inzichten en agenda’s van anderen. Je kunt jezelf in een uur aardig presenteren, maar een volledig beeld van jezelf als professional geven is lastig, zeker in de beperkte setting van een vraag-antwoordsysteem. Wat het extra lastig maakt is dat je vaak het eerste gesprek niet voert met een toekomstige collega of leidinggevende, maar met een recruiter of iemand van HR: prima gesprekspartners, maar ze zitten vaak met een taakomschrijving tegenover je, en zoeken vrij rigide naar specifieke termen. Dit kan een goed gesprek voeren extra lastig maken, zeker als je in een veld zit waar terminologie snel en vaak veranderd.
Afhankelijk van hoe de ander erin staat is ieder antwoord goed en slecht uit te lezen: zie je jezelf nog steeds het werk doen waar je voor op gesprek bent? Het ontbreekt je aan ambitie. Denk je leidinggevende te zijn voor het bedrijf? Dat is wel heel voorbarig. Ben je alweer ergens anders werkzaam? Niet loyaal. Ik zou willen dat ik het geheime goede antwoord had gevonden, lezer, dan zou ik dat graag met u delen. Zelf heb ik een rottig gevoel voor humor, dus mijn oplossing is meestal een absurd antwoord óf het te eerlijke antwoord: ik weet het niet. Vijf jaar geleden studeerde ik nog politieke wetenschappen en woonde ik bij mijn moeder: wie weet ben ik over vijf jaar wel de enige man op Mars die een groene driepotige kip Japans heeft weten te leren. Wie zal het zeggen?