Op Bevrijdingsdag vieren wij de vrijheid en bij de Dodenherdenking realiseren wij ons dat er mensen zijn geweest die alles voor de vrijheid over hadden – zelfs hun leven.
Welke vrijheid? De vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld. Die wordt tegenwoordig het meest genoemd – en steeds meer misbruikt.
Hans Laroes, indertijd mijn hoofdredacteur bij het NOS Journaal, twitterde onlangs: ‘Vroeger zei je nog wel eens: “Ik ben het er niet mee eens”. Nu bedreig je gewoon degene die iets anders doet dan jij wilt.’
En de erudiete schrijver Ian Buruma zei in Buitenhof: ‘Mensen durven geen risico’s meer te nemen, te provoceren, een stem te laten horen die controversieel zou kunnen zijn.’ Volgens Ian Buruma is de gekwetstheid doorgeschoten: in de VS zijn ‘sensitivity editors’ die checken of een boek niemand kwetst. ‘Dan durven mensen niets meer.’
Alfabeet
Op mijn visitekaartje presenteer ik mijzelf als ‘alfabeet’ – een woord dat niet bestaat maar dat iedereen begrijpt als het tegenovergestelde van ‘analfabeet’. Ik heb met lezen en schrijven mijn brood verdiend, eerst als redactiesecretaris van ‘Delta: A Review of Arts, Life and Thought in the Netherlands’, toen als bureauredacteur bij de tv, bij VARA’s ‘Achter het Nieuws’ en vanaf 1979 tot mijn pensionering bij het NOS Journaal.
Niemand heeft ooit aanstoot genomen van mijn gelijktijdig lidmaatschap van de gemeenteraad van Aalsmeer: van 1970-1976 voor D66 en van 2002-2010 voor PACT. De tijd van verdachtmakingen van journalisten in de ‘sociale media’ was nog niet aangebroken.
Vanwege mijn belangstelling voor kunst en cultuur – en mijn activiteiten als journalist – werd ik in 1995 gevraagd om als lid van het (oprichtings-)bestuur van KCA als een soort persvoorlichter op te treden. Ik heb jarenlang honderden persberichten gemaakt voor de plaatselijke kranten, over alle activiteiten: cabaret, literatuur, klassieke- en jazzmuziek, beeldende kunst etc.
Toen ik in de zomer van 1999 een paar ingezonden brieven schreef aan het Witte Weekblad, vroeg redacteur Dorothee Klopper mij, of ik in die trant niet een wekelijkse column wilde verzorgen.
Wij hebben ze ‘Contramines’ genoemd – en ik heb er in totaal 117 gepubliceerd. Tot mijn raadslidmaatschap begin 2002.
Pennenstreken
In mijn columns heb ik steeds geprobeerd het woord ‘ik’ te vermijden. Dat doen andere columnisten al genoeg; die zijn beter in het beschrijven van dagelijkse beslommeringen, het huiselijk leven, familie en vrienden, ontmoetingen etc.
Deze ‘lange column’ voor AalsmeerVandaag is een bewuste uitzondering – omdat ik voor deze ene keer wil beschrijven wat mij drijft bij het maken van wekelijkse stukjes.
Toen ik in het najaar van 2013 gevraagd werd mijn wekelijkse column in het Witte Weekblad te hervatten, hebben redacteur Dorothee Klopper en ik daarvoor de naam ‘Pennenstreken’ bedacht. En als steeds werd mijn eigen naam onder die stukjes geplaatst. Geen pseudoniem, nooit anoniem. Daar ben ik principieel tegen; want ik vind dat wij als burgers van dit land de vrijheid moeten hebben voor onze mening uit te komen.
Dat is namelijk de vrijheid waarvoor mensen in de Tweede Wereldoorlog zich hebben doodgevochten.
Vrijblijvend
Ook na mijn overstap naar AalsmeerVandaag ben ik onder mijn eigen naam blijven publiceren.
Een digitale krant – een nieuw medium, met nieuwe mogelijkheden. Meer ruimte voor illustraties, foto’s en ‘hyperlinks’. Bovendien: interactief – de lezers kunnen hun reactie meteen onder het ‘stukkie’ plaatsen.
Waar ik – vrijwillig – wel aan vasthoud, is een ‘deadline’. Ik heb mijzelf opgelegd, uiterlijk zondagavond mijn tekst bij Arjen Vos ingeleverd te hebben, zodat die steeds op dinsdagochtend om tien uur op de site gezet kan worden.
Dat is heel ouderwets in deze tijd van bloggers en vloggers, maar daar is deze oude journalist nu eenmaal aan gewend.
Maar dan de inhoud.
Als er iets is wat de ervaringen in de Tweede Wereldoorlog ons hebben geleerd – of zouden hebben moeten leren! – dan is het, dat vrije meningsuiting niet vrijblijvend is.
Het hebben van een mening, het vormen van een mening, het uiten van een mening heeft consequenties. En een democratie zoals de Nederlandse – en de Europese! – geeft je de mogelijkheid om aan die consequenties vorm te geven.
Meningsuiting
Ik bedoel: als je wat vindt, doe er wat aan.
Je kunt wel een dag spijbelen en de straat op gaan om te roepen dat ‘er wat aan het klimaat gedaan moet worden’, maar… wat doe je zelf? Hoe gedraag je je in het dagelijks leven en ben je politiek actief?
En als je stemrecht hebt, ben je ook actief lid van de partij waarop je stemt? Of beperk je je tot ‘electoraal belletje trekken’ door het vakje rood te maken bij boer Koekoek, de erfgenamen van Pim Fortuyn, Geert Wilders of Thierry Baudet?
‘De kiezer heeft altijd gelijk,’ wordt wel eens gezegd. Maar soms kunnen kiezers gruwelijke oorlogen veroorzaken – kijk naar wat er in de jaren ’30 in Duitsland is gebeurd.
Onze ‘vrije meningsuiting’ is in de sociale media steeds meer een ‘vrijblijvende meningsuiting’ geworden. Iedereen zegt maar wat en niemand is verantwoordelijk.
In mijn stukkies probeer ik elke keer weer mensen erop te wijzen dat je in deze maatschappij kritisch mag wezen – en dat je zelf, als vrije burger, iets kan bewerkstelligen.
Ja, soms denk ik ook wel eens: ‘Ze doen maar…’ Maar dan is er toch weer die wekelijkse Pennenstreek die mij – en hopelijk ook een paar lezers – bij de les houdt.
Pierre Tuning is journalist. Vele jaren redacteur bij het NOS Journaal. Gerespecteerd raadslid van D66, later PACT, inmiddels geen lid meer. Liefhebber van jazz, steekt dat niet onder stoelen of banken. Polijst zijn teksten. Houdt van een biertje. Eigenwijze kerel.
49
3 reacties
Mooi verwoord Pierre. Ik hoop dat je ons nog lang bij de les houdt. Dat je nog lang op je eigen respectvolle wijze de andere kant van zaken blijft belichten. Ben het helemaal met je eens. Behalve dan het lid worden van een politieke partij… Daar moeten we nog maar eens, in vrijheid meningen over uiten.
“De vrijblijvendheid binnen de vrije meningsuiting” … daar raak je een teer punt Pierre! Helaas is het niet iedereen gegeven om politiek actief te (willen) zijn. Toch kunnen we die vrijblijvendheid bestrijden door ons goed en degelijk te informeren en d.m.v. onze levenshouding ‘body’ te geven aan dat wat we roepen. Gelukkig hebben we die vrijheid ook!
Helemaal mee eens, Pierre. En nu weet ik gelijk wat meer over jouw achtergrond!!