Vooropgesteld: ik ben een natuurliefhebber. Beestjes van klein tot groot, zwemmend, vliegend, kruipend of krioelend. Machtig interessant vind ik ze. Als onze kat zich oprolt in de zachte ronding van onze Rolf Benz stoel (hij heeft smaak), wil ik niks liever dan erbij kruipen en samen snorrend een gat in de dag slapen. Gedurende het hele zomerseizoen kan ik niet langs het vijvertje in onze tuin lopen, zonder me voorover te buigen en te zien hoe de salamanders, kikkervisjes en ander onderwatergespuis het maken. Zie ik iets in mijn ooghoek fladderen, moet ik weten met welk soort pluimage we hier van doen hebben. Is het een winterkoninkje, dan kan mijn dag niet meer stuk, een bonte specht maakt het helemaal bingo. Ooit waren er tijden dat ik tijd had om de duinen in te gaan en te speuren naar wild. De spanning van wat zich aan de andere kant van een duintop kon bevinden gaf een kick waar ik lang op kon teren.
Vanuit de gedachte dat de natuur ons is gegeven en we de verplichting hebben daar goed voor te zorgen, ben ik altijd zuinig geweest op levende wezens in mijn omgeving. Spinnen maak je niet dood, moederloze eendenkuikens breng je groot, gevangen vissen zet je terug. Tot op zekere hoogte dan.. In de tijd dat paling nog geen beschermde vis was, heb ik menig gladjakker verschalkt, zelf een kopje kleiner gemaakt en door moeder in stroop tot Aalsmeerse delicatesse laten bereiden. En ja, dat kostte zowel een wurm als de vis het leven maar ik heb nooit het idee gehad dat ik daarmee iets tegennatuurlijks deed. In mijn beleving mogen we eten van wat de natuur ons geeft. Tenzij er iets anders speelt; het dier een bedreigde status heeft ontwikkeld bijvoorbeeld.
Waar gaat het heen met deze column, hoor ik u denken. De aanleiding is het stukje over de dode vos onlangs op deze site. Een seringenkweker had de jonge vos, die vermoedelijk zelf te water is geraakt en vanwege een te hoge schoeiing een verdrinkingsdood stierf, op zijn akker gelegd als maaltijd voor aaseters. Geen getob, de natuur lost het op, was zijn redenering. Maar de dode vos maakte wat los.
De wereld was te klein. Wat een wreedheid. Wat een gruwelijke foto. Wat een monster die kweker. Vooral op Facebook lustten de honden er geen brood van en buitelden zogenaamde natuurvrienden over elkaar heen om in superlatieven aan te geven dat dit een grof schandaal was. Als redactie hebben we reacties moeten verwijderen om geen heksenjacht te laten ontstaan. Die kwam er gelukkig niet, maar we hebben ons verbaasd over de emotionele oprispingen die naar overdreven dierenliefde neigden.
Over jacht gesproken. Het zal niemand ontgaan zijn dat afgelopen week het afschieten van herten in de Oostvaardersplassen is begonnen. De landelijke media doken er bovenop en keken mee over de schouder van de jager bij het neerleggen van de eerste exemplaren. De verwachte proteststorm bleef achterwege. Wellicht zijn de demonstranten ook murw. Al gaven ook de jagers en boswachters toe dat afschieten niet echt leuk is, er moeten toch ruim 1800 exemplaren het loodje leggen. Mijn redenering dat deze dieren een beter bestaan hebben gehad dan staleenden, kistkalveren en plofkippen, maakt dat ik kan leven met de maatregel. Dat kadavers deels blijven liggen als fastfoodrestaurant voor opruimers, vind ik een mooi gegeven. En als ze verwerkt worden tot biefstuk of ragout voor menselijke consumptie; ook prima. De mens is nou eenmaal boven het dier geplaatst.
Terug naar de seringenakker waar het vosje na een kleine twee weken nog steeds onaangeroerd bleek. Geen aaseter waagde zich maar in de buurt van het dode dier. Dat bevreemde de kweker zeer en hij vond het antwoord bij een bevriende bioloog die hem kon vertellen dat dode vossen niet te pruimen kadavers zijn voor de hier voorkomende aaseters als kraaien en buizerds. Alleen insecten zijn minder kieskeurig maar die zijn met een lampje te zoeken in deze tijd van het jaar. De vos is inmiddels van de akker verwijderd, de criticasters kunnen weer rustig ademhalen.
Voor geïnteresseerden is de website dooddoetleven een aanrader.
Arjen Vos hanteert sinds zijn middelbare schooltijd de camera, en later ook pen en toetsenbord. Mede-oprichter en thans hoofdredacteur van AalsmeerVandaag. Altijd geïnteresseerd in mensen. Chaotisch, jongensachtig, vader van vier kinderen.
61
5 reacties
Hartelijk dank Klaas, voor je Kerstwens. Ook mijn wens voor jou natuurlijk.
Tevens bedankt voor de boekkadotip voor onder de boom. Je bedoelde natuurlijk
” kunstboom” 😉
Voor een oud-boekverkoper is zo’n tip altijd op z’n plaats.
Beste Ernie,
Ik wens jou ook een gezegend kerstfeest.
Cadeautip voor onder de boom: de vrolijke veganist, F. van den Berg. Over ethiek in een veranderende wereld.
Hoe hariger, hoe aaibaarder,hoe groter de ophef. Hoe meer verstedelijkt, hoe verder men afstaat van de natuur. De vos moet leven, al die tientallen kippen die hij of zij opgevreten heeft tellen niet mee. Want dat is de natuur. Een dode vos laten liggen is een schande, want dat is onnatuurlijk. Een uitvaart zou meer op zijn plaats zijn. En met de Kerst schuiven we allemaal aan tafel om ree rug te vreten…..
Beste Klaas
Wat zeur je nou! Heb je de kop van deze column niet gelezen?
“Vos niet te pruimen”
Je was gewaarschuwd 😉
‘De mens is nou eenmaal boven het dier geplaatst’
‘Oprispingen die naar overdreven dierenliefde neigden’
‘Mogen eten wat de natuur ons geeft’
Ben benieuwd hoe de columnist als ‘vooropgesteld natuurliefhebber’ tegen bijvoorbeeld de intensieve veehouderij aankijkt. Vermoedelijk net zo hypocriet als de grote meerderheid die huilt om een verdronken vos om vervolgens rustig een kiloknaller uit de schappen te pakken.