Volgens de kalender is ie officieel voorbij die mooie zomer. Hij begon dit jaar niet zowat in mei maar pas eind augustus met zijn hoogtepunt in september.
De warmste septemberdag ooit. En wij waren er getuigen van. Ik zou er voor willen pleiten de zomervakantie met ingang van volgend jaar een maandje op te schuiven.
En daarbij de plaatselijke zwembaden willen oproepen hun openingstijden niet te koppelen aan de kalender maar gewoon te kijken naar wat het weer doet.
Pas toen de Waterlelie zijn zomerdeuren sloot werd het pas echt buitenbadwaardig weer. Het Oosterbad kwam op haar beslissing terug en verlengde de openingsduur. De Waterlelie had die kans verspeeld door de zogenaamde hondenplons op de slotzondag van de zomervakantie plaats te laten vinden. Veel te vroeg, zo bleek. Maar wie gaat er nog lekker te water nadat tientallen kwijlende haarballen het bad hebben bevuild? Dan liever in het eerder deze zomer door blauwalg groen gekleurde natuurwater aan de Jac. Takkade.
Halverwege de zomer namen wij afscheid van onze V15. Voor de kenners: een nagenoeg antiek uit aluminium en door de firma Verhoef vervaardigd vaartuig die zes jaar gelden door onze oudste zoon was aangeschaft om er vrij als een vogel mee over de plaatselijke wateren te scheren. Toen hij echter de leeftijd kreeg om vrij als een vogel door het luchtruim boven Noordwijkerhout te mogen zweefvliegen, waren Koddespoel, Westeinderdijksloot en Zwet ineens een stuk minder interessant.
De boot bleef lange tijd onaangeroerd langs de oude spoordijk liggen. Dat wil zeggen, we roerden hem nog wel eens aan, maar pas nadat we ons na dagenlange stortregens af hadden gevraagd of Alopias (Latijn voor Voshaai) zoals we haar gedoopt hadden, nog wel over voldoende drijfvermogen zou beschikken. De keren dat hozen geen zin meer had zijn niet op één hand te tellen.
De eerste keer dat we de speedboot gezonken aantroffen ging ik zelf maar te water om hem van de modderige bodem te lichten. De keren daarop bleken een hark, twee paar extra handen en een vaardige hoostechniek ook zeer effectief. Vervelende bijkomstigheid was wel dat de Suzuki tweetakt de onderdompeling niet zo kon waarderen. Gelukkig hadden we 'een mannetje' dat wel raad wist met zaken als bezopen bougies en een volgelopen vlotter.
De te koop gezette boot bleek een gewild object. Diverse geïnteresseerde hapten deze zomer toe op onze voshaai. Maar voordat ze voorgoed uit het zicht zou raken leek een afscheidstripje ons nog wel gepast. Nog één keer de bankjes erin, vrouw mee, jongste zoon ook en gassen maar op een zonnige zondag. Zonder onze oudste, eigenaar van de schuit, die zweefvliegplannen had.
De ringvaart op richting het oosten. Wat is varen toch leuk, denken we bij ons zelf als we over de kabbelende golfjes dansen. “We kunnen wel even een bezoekje aan collega Leni brengen,” opper ik. Ze woont hier immers in de buurt, aan een via de ringvaart te bereiken sloot. De sloot wordt gevonden en op het moment dat ik de boot aan het einde van de kopsloot bij de Oosteinderweg wil omkeren, heeft geen enkele stuurbeweging meer effect op het vaartuig dat als een ongeleid projectiel geheel haar eigen gang gaat. Of eigenlijk helemaal geen gang meer gaat.
Dan valt op dat het geluid van de motor ineens heel anders klinkt. De tweetakt Suzuki sputtert als een kleuter die door een rietje bellen blaast in een glas ranja. Een gil van mijn vrouw maakt de reden daarvan duidelijk. De motor bungelt nog slechts aan twee draadjes achter de boot. De spiegel waar de ‘kortstaart’ aan vast moet zitten is door de vele onbedoelde keren dat Alopias voor duikboot doorging, dermate aangetast dat hij het gewicht van de motor niet langer kan dragen. Het fatale moment van afbreken doet zich nu voor. In de sloot naast het huis van Leni.
Met een vlugge greep onder water weet ik de kermende motor voor een nieuwe ondergang te behoeden. Van verder varen is deze dag natuurlijk geen sprake meer. Peddelend bereiken we Leni’s steiger. We voelen ons schipbreukelingen op een onbewoond eiland. En Leni is onze redder in nood. Verbaasd en verrast kijkt ze ons aan. Koffie en koek voor de schrik en met haar auto zijn we gered om terug te rijden naar de plek waar het dagje zo plezierig begon.
Een maand later melden zich twee jongemannen die de boot dolgraag willen overnemen. De afgebroken spiegel is voor hen geen enkel probleem. “We knappen hem helemaal op. Kom maar eens kijken als hij af is.”
Wij zijn blij dat we er van af zijn.
Arjen Vos hanteert niet alleen camera, pen en toetsenbord, ook met ballen weet hij raad. Droomde ooit van een keeperscarrière, de laatste jaren fanatiek met tennisracket. Mede-oprichter en thans hoofdredacteur van AalsmeerVandaag. Chaotisch, jongensachtig, vader van vier kinderen.
58
4 reacties
Je doet toch geen V15 weg?!
Beste Karel, Het is de algemene toon, die deze scheepslading dekt.
Op welk woord in de eerste zin moet ik de klemtoon leggen, Gerard?
IN DE BOOT GENOMEN
AAN LAGER WAL BELAND
LOS GESLAGEN OP DRIFT
IEDER HET ZELFDE SCHUITJE
VAREND NAAR DE OVERKANT
DE ZOMER IS VERZONKEN
DE HERINNERING DRIJFT MEE