Mijn vader was een enthousiast jager. Op wilde eenden. Op de Poel. Mijn moeder kon ze goed klaarmaken. In rode-wijnsaus. Lekker.
Tegenwoordig wordt een jager ‘plezierjager’ genoemd en de activiteit die hij bedrijft, ‘plezierjacht’. Ik maak me sterk dat die term van dierenactivisten afkomstig is, om te benadrukken dat een jager er – sadistisch(?) – plezier aan beleeft om dieren te vermoorden. Maar het gaat niet om het doden. Het gaat om de natuur, het water, de golven en de behoedzaam naderende boot. Het gaat erom, de vogels een kans op ontsnapping te bieden als ze opvliegen. Nooit op ze aanleggen als ze stil op het water dobberen. Dat heet ‘weidelijk jagen’.
Bij het wegbergen van zijn geweer heeft mijn vader een keer een gat in zijn kruisertje geschoten – gelukkig boven de waterlijn. Dat kon op de veiling niet geheim blijven – de hele tribune begon te kwaken, toen hij daar verscheen.
De Dierenpartij wil de jacht totaal en rücksichtslos verbieden. Toen aan Marianne Thieme werd gevraagd wat we dan aan moeten met de groeiende dierenpopulaties gaf zij een antwoord dat mij zeer aan het denken zette: ‘De natuur regelt zichzelf!’
Dat is een van de stomste uitspraken die ik ooit gehoord heb. ‘De natuur regelt zichzelf!’ – Als de mensheid daarvan was uitgegaan, was de menselijke beschaving nooit tot ontwikkeling gekomen.
‘Wat is natuur nog in dit land?’ dichtte J.C. Bloem:
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Kijk naar de muizenplaag in Friesland, de hertenplaag in de Waterleidingduinen, de ganzenplaag bij Schiphol, de wilde-zwijnenplaag op de Veluwe… En in onze nationale trots, het natuurgebied de Oostvaardersplassen, lopen zoveel grote grazers rond, dat de soortenrijkdom van broedvogels sterk is geslonken. Ook uit de duinen zijn veel vogels verdwenen omdat een overbevolking van beschermde vossen de eieren opvreten.
Er zijn in de geschiedenis gruwelijke voorbeelden van ‘de natuur die zichzelf regelt’. Hongersnoden die een eind maakten aan de Mayacultuur, overstromingen zoals de Sint-Elisabethsvloed (er waren er drie) uit het begin van de vijftiende eeuw en de Watersnoodramp van 1953. Als de natuur alles wel regelt, hoef je geen dijken aan te leggen!
Voor zover er sprake is van natuur in Nederland, is die door menselijke activiteiten ontstaan of gemanipuleerd. Het laatste ‘oerbos’, het Beekbergerwoud tussen Apeldoorn en Klarenbeek, werd in 1871 ‘ontgonnen’. De Westeinderplas is ontstaan door het afgraven en uitbaggeren van vele meters dik veen. Als je wilt weten hoe hier alles eruit zou zien als ‘de natuur alles regelt’, laat dan in tuinen en tuinderijen het onkruid en het ongedierte vrij spel, laat de muskusrat los op onze dijken en hou op met pompen!
Wij zeggen dat we van de ‘natuur’ houden, maar dat moet wel op een gladgeschoren gazon wezen, eventueel speels gedecoreerd met struiken en bomen en een met veel overleg ontworpen fleurige border. Vogels worden aangelokt met vetbolletjes, pindastrings, bessenstruikjes, vogelbadjes en vogelhuisjes, terwijl moet worden voorkomen dat de kat zijn ‘natuurlijk’ instinct volgt.
Wie wel eens natuurfilms heeft gezien – ik bedoel hier ongerepte natuur zoals die in BBC-series te zien is – weet dat het zonder uitzondering gaat over opvreten of opgevreten worden. Je ziet daar, hoe er gejaagd wordt – voor de kijker een plezier om dat te volgen, maar voor de dieren een bittere, letterlijk levensgevaarlijke werkelijkheid.|
Tachtig procent van de jonge poolvossen overleeft de eerste winter niet. Honger is een onvermijdelijk onderdeel van het ‘natuurlijk’ dierenleven. En levensgevaar. Ik heb leeuwen een half uur aan een buffel zien knagen voordat hij dood was. Nou ja, dat werd er uiteraard tussenuit geknipt; de commentaarstem zei het. En dat doodhongeren zie je ook niet op de film. Alleen in de Oostvaarderplassen werd tot ieders ontzetting zichtbaar wat de winter met dieren doet, die niet bijgevoederd worden.
Nee, de ‘natuurlijke’ dood wordt zelden vertoond. Die is voor mens en dier even deerniswekkend. Daarom hebben de mensen – en hun huisdieren! – de mogelijkheid van euthanasie.
Het liefst gaan wij plotseling dood, zonder lijdensweg. Dat is voor de meeste dieren ‘in het wild’ niet weggelegd. Behalve als een roofdier er snel een einde aan maakt – of een ‘plezierjager’.
Pierre Tuning is journalist. Vele jaren redacteur bij het NOS Journaal. Gerespecteerd raadslid van D66, later PACT, inmiddels geen lid meer. Liefhebber van jazz, steekt dat niet onder stoelen of banken. Polijst zijn teksten. Houdt van een biertje. Eigenwijze kerel.
2 reacties
leuk verhaal maar Des zondags mag er volgens den Wet niet gejaagd worden.
Hagel slag
Een zondagsjager ging eens met zijn boot
het water op om ganzen te bejagen.
Zijn vaardigheid was echter niet zo groot
maar als ze ~zaten~ had hij kans van slagen.
Hij roeide door een riet beschutte sloot
waar op de wallenkant wat vogels lagen.
~Een makkie~ dacht de jager in zijn boot
~die ganzen nu met hagel vol te jagen~.
Vlug laadde hij zijn ganzenroer met lood
en richtte om een treffend schot wagen;
heel eventjes maar schommelde zijn boot
op het moment suprême van ’t ganzenjagen.
Er werd goddank geen ene gans gedood,
het jagersresultaat was uiterst mager:
het schot ging door de bodem van zijn boot
die zonk, te samen met de zondagsjager.
Aad van Dam