Een rat!!!

Ik schrik me te pletter. Wij liggen met onze boot in de haven van Ossenzijl, vlak naast het informatiecentrum van De Weerribben. Het is een uur of tien ’s avonds, beetje druilerig weer. Ik zit binnen in de kajuit ‘Pogingen iets van het leven te maken’ van Hendrik Groen te lezen. Een schitterend boek, maar dit terzijde. Ineens zie ik in mijn ooghoeken iets bewegen. Ik kijk op en zie een rat. Zit me op de aanlegsteiger geniepig aan te kijken, slechts een meter of twee van mij verwijderd.
 
Ik spring met een bloedgang uit mijn stoel en brul: een rat! Mijn vrouw, die naast me geconcentreerd bezig is met een of ander ingewikkeld haakwerk, krijgt zowat een rolberoerte. Niet van die rat, maar van mij. ,,Doe normaal hé, ik schrik me te pletter. Waar zit ie dan?’’ ,,Daar, vlakbij de deur. Doe hem gauw dicht, voordat hij naar binnen springt,’’ roep ik in paniek. ,,Joh, ’t is maar een kleintje,’’ zegt ze, ,,om daar nou zo tekeer over te gaan.’’
 
Hoe zo een kleintje? Kom nou effe. Het is een joekel van een rat. Zo’n goor bruin vies kreng! ,,Hij is banger van jou, dan jij van hem,’’ lacht mijn vrouw en geeft een tik tegen het raam. Weg is ie. Maar het rotbeest vlucht niet naar de overkant van het grasveld waaraan we liggen, nee, hij schiet onder de aanlegsteiger. Naast onze boot dus. ,,Misschien zit daar wel een heel nest,’’ opper ik rillend van afschuw. ,,Alle ramen en deuren dicht, of we gaan nu meteen weg.’’
 
Nou valt dat laatste niet mee. Op dit tijdstip worden geen bruggen en sluizen meer bediend. Er zit niets anders op dan te wachten tot de volgende ochtend. Omdat ik voortdurend naar buiten loer of die rat weer tevoorschijn komt, doet mijn vrouw de gordijnen dicht, terwijl het nog helemaal niet donker is. Maar ze is die hysterie van mij zat. ’s Nachts doe ik geen oog dicht. Hoor telkens getrippel en geplons in het water. Dat zijn natuurlijk ratten.
 
Of ik hier niet schromelijk zit te overdrijven? Nou, mooi niet. Ik ben echt als de dood voor ratten. Toen ik op internet googelde op angst voor ratten, ontdekte ik dat ik aan musofobie lijd. Moet u niet lachen, ga zelf maar kijken. ‘Muso’ is Latijns en betekent muis. ,,Musofobie is een van de meest voorkomende specifieke fobieën naast spinnenfobie.’’ Alsjeblieft! ,,Musofobie is een angst voor muizen of ratten, in de volksmond: muizenfobie.’’ In mijn geval dus rattenfobie.
 
Ik las voorts, dat de angst voor die beesten meestal ontstaat vanuit een traumatische ervaring met ratten, oftewel ,,incidenten in de kindertijd, waar een rat een kind heeft gebeten en die kunnen leiden tot deze levenslange fobie.’’ Als symptomen en tekenen van angst voor ratten worden genoemd ,,paniek, kortademigheid, hyperventilatie, stikgevoel, hartkloppingen, misselijkheid, droge mond, beven, kippenvel, trillende stem, nachtmerries over ratten, schreeuwen, huilen, klimmen op tafels en stoelen, proberen te vluchten en volledig verlamd zijn door angst.’’
 
Heel herkenbaar allemaal. Ook mijn angst voor ratten komt voort uit een incident in mijn kindertijd. Ik ben geboren en getogen aan de Oosteinderweg, naast veiling ‘Bloemenlust’ (tegenwoordig ‘The Beach’). Zeg maar op de plek waar nu auto’s worden geparkeerd naast hotel-restaurant ‘Centennial’ (vroeger de christelijke school). Als kind speelde ik bijna dagelijks in de veiling, dat kon toen allemaal nog.
 
De portiers van de veiling waren Van Itterzon en Vermeer. Zij woonden in een dubbel woonhuis bij de veiling. Het staat er nog steeds. Tot het takenpakket van ‘buurman’ Van Itterzon behoorde ook het vangen van ratten. Hiervoor zette hij overal in en om de veiling vallen. Geen klemmen, maar van die draadkistjes waarin de ratten dus levend werden gevangen. Verzoop Van Itterzon ze dan daarna, of sloeg hij ze dood? Nee, daar had hij Pandie voor.
 
Pandie was het hondje van Van Itterzon. Als zijn baas de rattenvallen ging controleren, dan ging Pandie mee. Zat er een rat in de val, dan opende hij het kistje en mocht Pandie het vluchtende ondier in zijn lurven grijpen en dood bijten. Regelmatig ging ik en andere kinderen uit de buurt met Van Itterzon mee op rattenvangst. Altijd weer spannend of er een rat in de val zat en hoe snel Pandie hem te pakken zou krijgen.
 
Maar nu komt het. Ik zal een jaar of zes, zeven geweest zijn. Op zekere dag gingen we weer met Van Itterzon op pad. Achter de veiling was een rat gevangen. De portier had amper de schuif van het kistje omhoog geschoven, of het beest vloog eruit. Maar waar was Pandie?  Die dacht dit keer ‘bekijk het maar, geen zin in rat vandaag.’
 
Omdat Pandie het beest liet lopen, vloog het mormel mijn buurmeisje Afelien aan, kroop in de mouw van haar jas en beet in haar arm. Gegil en grote paniek natuurlijk. Aangezien een rattenbeet vroeger een ernstige aangelegenheid was, moest Afelien meteen naar de dokter. Of ziekenhuis, dat weet ik niet meer. In mijn herinnering heeft mijn buurmeisje wekenlang met haar arm in een mitella gelopen.
 
Deze traumatische ervaring uit mijn kindertijd heeft mij dus een levenslange rattenfobie bezorgd. Natuurlijk weet ik, dat waar water is er ratten zijn. Dat als ik met de boot op vaarvakantie ga, ik ze overal kan tegenkomen. Helaas is tegen mijn rattenfobie geen kruid gewassen. Dus moet ik om niet meer plotseling oog in oog te komen staan met zo’n ondier, zoals in Ossenzijl, de boot dan maar op Marktplaats zetten? Kom nou, ik ben niet van de ratten besnuffeld!

Dick Piet is journalist. Geeft zijn nieuwsgierigheid al 45 jaar de vrije loop in de schrijverij. Schopte het tot hoofdredacteur van de Aalsmeerder Courant. Graaft op papier graag dieper dan anderen in naoorlogs Aalsmeer. De hele zomer lekker het water op met de boot. Eigenwijze kerel.

Eén reactie

  1. ja en die dame is de huidige afelien blauw-fijn en woont in diepenheim.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin