Seringenkweker uit bijzonder hout gesneden

(Deel van) de familie Kramer met Erik, Kees Helmi en Menno.

Door: Arjen Vos. Wat de paling is voor Volendam is de sering voor Aalsmeer. In het door de Historische Tuin uitgeroepen ‘Jaar van de Sering’ wordt Aalsmeers trots uitgebreid in het zonnetje gezet. Een mooie gelegenheid om de bijzondere teeltcultuur ook op deze plaats een podium te geven. Op bezoek bij de familie Kramer, een tuindersfamilie met een eeuwenoude geschiedenis.

Waar in de wereld je ook een sering als snijbloem tegenkomt, hij moet uit Aalsmeer of omgeving afkomstig zijn. Nergens zijn de omstandigheden zo gunstig als bij hetdorp aan de Poel. Dankzij de combinatie van akkers omgeven door water, de o zo vruchtbare, uit de Westeinder gebaggerde grond en de kennis die van generatie op generatie doorgegeven werd, worden in het Aalsmeerse Bovenlandengebied topkwaliteit seringen gekweekt.

Erik en Menno tussen de seringen

Jongste generatie
Van de pakweg 125 seringenbedrijven die Aalsmeer ooit rijk was, zijn er slechts vijftien overgebleven. Veel zonen zagen zichzelf niet als opvolger met handen en voeten de bonkige klei te lijf gaan zoals hun vaders altijd deden. In weer en wind de akkers op om struiken los te steken en te verplaatsen. Hoe je het wendt of keert, het is fysiek zwaar werk waarvoor je uit bijzonder hout gesneden moet zijn om het te ambiëren. De broers Menno (29) en Erik (24) Kramer behoren tot die categorie en tot de jongste generatie seringenkwekers van Aalsmeer. Ze groeiden samen met zus Suus op in de kwekerij die volgens moeder Helmi en vader Kees zijn oorsprong heeft in het begin van de zeventiende eeuw. Precies op de plek waar de kassen, koelcellen, bloemenschuur en woning nu nog te vinden zijn: het (bijna) uiterste puntje van de Uiterweg. Op deze plek wordt al sinds 1920 brood gemaakt van seringenteelt. In 1983 namen de Kramers de kwekerij over van opa Maarse. De laatste jaren zijn er, vooral door toetreding van Menno en Erik in het bedrijf, diverse akkers en struiken overgenomen van stoppende kwekers. Niet alleen goed voor de handel, ook fijn dat het cultuurlandschap daarmee intact blijft.

Andere richting
Op een windstille en zonnige voorjaarsochtend straalt het bedrijf een tevreden rust uit. Terwijl vader Kees in de bloemenschuur nog wat dorre bloemblaadjes uit vers gesneden takken plukt, vertelt moeder Helmi over de jongens en hoe die eerst een andere richting bewandelden. “Erik wilde altijd wel maar hij had gevoel voor techniek dus hebben we hem gestimuleerd eerst daar een studie in te doen. Menno heeft een tijdje als hovenier gewerkt maar kwam tot de conclusie dat hij toch liever het familiebedrijf in wilde. Het werk in de seringen was hen zeker niet vreemd. Tijdens vakanties en op zaterdagen hielpen ze al regelmatig mee.”

Menno in de bloemenschuur

Veel getraind
Vies van lichamelijke arbeid zijn de jongens nooit geweest. Dat kwam mede door hun sportachtergrond waardoor er veel getraind moest worden. “We schaatsten allebei op hoog niveau,” vertelt Menno, “ik zat in de lichting met onder meer Thomas Krol en Kaj Verbeij en had een topsportstatus zodat ik op het Johan Cruyff College kon studeren. Korte schooldagen en veel trainen. Daarna ben ik bij een hovenier gaan werken. Toen ik gestopt was met schaatsen ontdekte ik dat ik graag voor mezelf wilde werken. Dat was best bijzonder. Ik had de seringen altijd om me heen en dacht: dat harde werken is niks voor mij. Maar toen viel toch opeens het kwartje deze kant op.” Ondertussen voltooide Menno de hbo-opleiding tuin- en akkerbouw en had Erik de techniek ingeruild voor een studie mbo bloemteelt.

Helmi en Kees

Mechaniseren
De akkers van de Kramers die tussen oktober en half juni acht soorten seringen met witte, paarse en roze bloemen opleveren, liggen volgens Erik allemaal dicht bij het ouderlijk erf. “Tussen Blauwe Beugel en Kleine Poel, tegen het Zwet aan maar niet voorbij Topsvoort. Alles op minder dan tien minuten varen van hier. Dat is net een mooi stukje om uit te rusten na het sjouwen. Of het echt zulk zwaar werk is? Waar het kan proberen we te mechaniseren. Zo hebben we bijvoorbeeld een transportband die we tussen de boot en de kas in kunnen leggen maar je moet de struiken er nog wel steeds met de hand opzetten en afhalen.”

Tillen moet je leren
Een kleine jonge struik weegt volgens Menno tussen de vijf en tien kilo maar er zijn soms ook uitschieters met struiken van wel 40 kilo als de kluit vol water zit. “Prachtige struiken van wel 80 jaar of ouder. Seringen tillen moet je leren. Het is een handigheidje, een bepaalde techniek die je je eigen moet maken. Het eerste jaar is dat het zwaarste.” “Nou, vergis je niet,” zegt vader Kees met een glimlach, “de laatste jaren zijn ook behoorlijk zwaar.”

Kees en Helmi zijn duidelijk in hun sas met de jonge generatie die het roer straks overneemt. “Dan kunnen wij het af en toe ook wat rustiger aan doen.”

Kapitalen aan schoeiing
Doordat er regelmatig tussen akkers en kassen gependeld moet worden, zitten de Kramers veel op het water. Wat vooral vader Kees opvalt is dat de levensduur van de schoeiingen rond de akkers een stuk korter is dan voorheen. “Met name het vurenhout wat net onder de waterspiegel zit, heeft het steeds zwaarder te verduren door snel varende boten. Mensen beseffen niet dat we hier voor kapitalen aan schoeiing hebben aangebracht. De bootjes waarmee de jeugd vaart zijn ook steeds groter geworden. Van rubberbootjes met een 3pk motortje ging het naar enorme boten met veel waterverplaatsing. En was het vroeger leuk om met elkaar in een bootje te zitten, nu zie je ze vooral in hun eentje in een bootje achter elkaar aan varen.”

Iets meer dankbaarheid zou wat de seringenkwekers betreft wel op zijn plaats zijn. Ze zorgen immers voor begaanbare vaarroutes door regelmatig te (laten) baggeren. “Dat zien de watertoeristen niet omdat dat in de winter gebeurt. We zijn dus ook voor hen bezig.”

(Foto’s Arjen Vos)

(Dit artikel verscheen ook in de recente uitgave van MeerWesteinder, het magazine voor de watersport, uitgegeven door de Stichting Aalsmeer Westeinder Promotie)

4 reacties

  1. prachtige familie met een mooi bedrijf. Leuk artikel

  2. In 2019 zijn wij tijdens een seringentocht met de Westeinderplasrondvaart op bezoek geweest bij de firma Kramer en kregen daar veel over de seringenteelt te zien en te horen. Ik heb daarvan een mooie film van gemaakt en deze is vertoond op onze Film- & Videoclub in Aalsmeer. Hij is zelfs ook vertoond op het Cinefleurfestival in Hillegom. Het is een mooi familiebedrijf die hopelijk de seringenteelt nog jaren in leven houdt.

  3. Wereld Bekende kwekers in Aalsmeer!
    Mooi stuk weer
    Ga zo door

  4. Leuk stukje en prachtige seringen voor een mooi familiebedrijf,hou het in ere.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel