Door: Arjen Vos. In plaats van het geluid van bosmaaiers, klinkt binnenkort geblaat van schapen op en rond de Westeinder. Tenminste als het aan de Provincie ligt. Deze wil starten met een pilotproject waarbij schapen worden ingezet om de eilanden kort te houden. Stichting De Bovenlanden staat niet direct te trappelen om dit initiatief te omarmen.
Met de aankoop van voormalige seringenakkers en andere stukken grond, voorkomt Stichting De Bovenlanden verrommeling in het Westeinderplassengebied. Deze methode heeft de afgelopen jaren veel vruchten afgeworpen; de groene as tussen Amsterdamse Bos en Leimuiden is vrijwel ononderbroken zodat flora welig tiert en vlinders, kikkers en vogels van eiland naar eiland kunnen hoppen.
De laatste tijd doet zich echter een hardnekkig probleem voor dat zich tot nog toe niet eenvoudig liet tackelen: de groei van jonge scheuten op de eilanden. Om die groei in te dammen wil de Provincie nu dus schapen inzetten.
Scandinavisch berkenbos
“Als je de natuur zijn gang laat gaan, veranderen de eilanden in rap tempo in bossen,” zegt woordvoerder Joost Hogenboom namens de Provincie, “en een boslandschap is precies wat we hier niet willen. Af en toe een els, beuk of treurwilg aan het water vinden we geen probleem maar dat een oude seringenakker verandert in een soort Scandinavisch bos omdat berken hier als paddenstoelen uit de grond schieten, dat geeft geen pas. Dat heeft ook niets met de traditionele Aalsmeerse trekheestercultuur te maken.”
Alternatieven
En toch is dat het gevaar dat loert als er niet tijdig wordt ingegrepen. Berken groeien in korte tijd zo snel dat een eiland vaak al volledig is overwoekerd nog voordat de Bovenlanden het koopproces heeft afgerond. “We hebben daarom met de boswachters een aantal alternatieven tegen het licht gehouden,” vervolgt Hogenboom, “als eerste het maaien met machines. Dat stuitte veel van ons tegen de borst vanwege de herrie, de CO2 uitstoot en de stikstof die daarbij vrijkomt. Ten tweede hebben we gekeken of we het konden oplossen met traditionele zeismaaiers. Een nobele gedachte maar dat bleek een inmiddels uitgestorven beroep. We zouden daarvoor mensen moeten opleiden en opnieuw zeisen moeten smeden. Toen opperde iemand het idee om een schaapsherder de klus te laten klaren. Daar gingen direct de handen voor op elkaar.”
Kudde op een zudde
Een bereidwillige schaapsherder werd gevonden in de Schoorlse duinen die verschillende kuddes onder zijn hoede heeft. “Zowel hijzelf als zijn schapen komen graag naar Aalsmeer om de natuur een handje te helpen,” zo laat Hogenboom weten, “hij heeft al een keer proefgevaren met een praam vol schapen. Dat verliep zeer geslaagd. Alsof de schapen niet anders gewend waren.”
Binnenkort dus een kudde op een zudde? “Nee, niet op de zuddes,” aldus de woordvoerder, “daar groeit alleen riet en daar houden schapen niet van. Het gaat ons puur om de eilanden waar trekheesters op gestaan hebben. Je moet het vooral positief zien: als we de nog jonge opkomende boomsprieten door schapen laten weg grazen, hoeven er later geen bomen gekapt te worden. Dat is een win-win situatie voor iedereen in Aalsmeer.”
Gepiepeld
Stichting De Bovenlanden voelt zich gepiepeld dat ze niet direct is betrokken bij het idee van de Provincie en is tamelijk kritisch ten opzichte van de plannen. Voorzitter Piet Harting: “Wij zijn voor biodiversiteit in het Westeinderplassengebied en schapen kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren. Maar schapen op de plaats waar vroeger seringen gekweekt werden, gaat ons een stap te ver. Ze behoren eenvoudigweg niet tot het cultureel erfgoed van Aalsmeer.”
Penningmeester Arie Buijs: “Om te beginnen hou ik niet van schapen, ze stinken. Ten tweede hebben wij subsidie gekregen om teelland om te vormen tot natuur. En daar komt zo niks van terecht. Voor je het weet kunnen we geld terugbetalen.”
Cor Hermanns wijst op de veiligheid van de schapen: “Er is niet voor niets het gezegde Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Vergeten wordt dat we hier te maken hebben met onze nieuwe natuurvriendelijke oevers waarbij het gevaar is dat als er één schaap van die oever het water instapt, de rest dan volgt.”
Secretaris Ap Eigenhuis ziet tot slot nog wel pluspuntjes: “Je wil niet weten wat schapen produceren aan uitwerpselen. Als dat naderhand opgeruimd moet worden is dit een bezigheid die zich goed leent voor vrijwilligerswerk. En als dat niet werkt is het altijd nog heel goede mest voor de akkers.”
Volgens het bestuur van De Bovenlanden is hier het laatste woord nog niet over gezegd.
Foto’s Laurens Niezen Fotografie en Arjen Vos
2 reacties
En wat gaat die grap kosten?
In Reeuwijk hebben wij inmiddels 3 jaar Racka schapen lopen op soortgelijke eilanden. Het werkt perfect! We ‘ hoppen’ de schapen van eiland naar eiland, riet blijven ze af, ze eten het mooi kaal, en bij op tijd verzetten krijgt de flora een goede kans. Ze zorgen er ook voor dat ganzen er niet zo graag broeden/ weg blijven. Dus wij ( stichting http://www.Natuurlijkheidi nl) zijn er erg te
Vreden over.