Nee, de Aalsmeerse horeca verkeert niet in jubelstemming. In deze moeilijke tijden ondervinden de horecabedrijven zware concurrentie van privébars, clubkantines en zitjes bij winkels. “Wij gaan brood, wijn en vlees verkopen,” zei een van hen gekscherend. Dan zou je de poppen aan het dansen hebben, wilde hij ermee zeggen. Moeten cafés en uitgaansgelegenheden aanvallen in de rug lijdzaam ondergaan?
De ondernemers, vorige week donderdag in De Oude Veiling op uitnodiging van de gemeente bijeen voor overleg, vinden van niet. Ze schetsten een situatie die ernstiger is dan tot nu toe bekend was. Met name over de omvang van de privébars deden ze boude uitspraken.
Volledig ingericht
“De particuliere cafeetjes breiden uit. Pap en mam bijvoorbeeld hebben een bar aan huis. Daar mag je wel roken en het geeft niet als je onder de 18 bent. Ideaal dus! Niemand steekt er een vinger naar uit. Ik denk dat er van het eind van de Uiterweg tot het eind van de Oosteinderweg wel vijftig volledig ingerichte cafés zijn.”
De jongeren die “lekker voorgedronken” hebben, stappen om één uur de kroeg binnen. Wat doe je dan? “Het zijn ook je gasten. Ze zijn aangeschoten, drinken een colaatje en gaan weer weg.” Tegen schuurfeesten en privébars moet opgetreden worden, vonden de kroegbazen.
Dubbel gepakt
De feestjes bij verenigingen, waar drank geschonken zou moeten worden overeenkomstig de regels, zijn de horeca eveneens een doorn in het oog. “De gemeente heeft hun mogelijkheden voor horeca-activiteiten zelfs verhoogd,” zei een van de aanwezigen, doelend op het recente besluit van de gemeenteraad over, aangescherpte, regels voor de zogenoemde paracommerciële horeca, waar verenigingen onder vallen. De “stem van de horeca” ontbrak daarin. Het verenigingsleven heeft volgens hem nu eenmaal een streepje voor bij de raadsleden.
“Verenigingen mogen hun gang gaan, er is geen controle op naleving van de regels. Het gaat vaak helemaal niet om feesten van persoonlijke aard, ze staan gewoon in de krant vermeld. Dat is oneigenlijke concurrentie. En we worden nog dubbel gepakt ook, omdat we ook vaak sponsor zijn van die clubs!”
Te veel meters
De derde hinderpaal voor de horeca zijn de gezellige zithoeken die steeds vaker bij bedrijven te vinden zijn die handelen in heel andere waren. Zoals bij tuincentra, woonwinkels en bakkerijen en daarnaast bij diverse culturele instellingen.
“Er zijn te veel niet-horecaterrassen. En er zijn toch al te veel horecameters,” steldde Ivo Berkhoff van de brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) vast. Hij raadde de gemeente aan hier beleid voor te maken, ter bescherming van de branche. Alles maar laten lopen betekent in zijn ogen verschraling van de kwaliteit.
Water tot lippen
Eén uitbater kwam met zelf uitgevlooide cijfers die zicht gaven op de werkelijke situatie in de bedrijfstak. “Tot vijf, zes jaar geleden hadden we in Aalsmeer drieduizend zitplaatsen en duizend terrasplaatsen. De afgelopen jaren zijn er duizend bijgekomen. De horeca staat onder druk. We vissen allemaal in dezelfde vijver en bij sommigen staat het water tot de lippen,” verzuchtte hij.
Wat hem betreft komt er een stop op nieuwe horecagelegenheden. “Misschien is de daghoreca een uitzondering, omdat dat het winkelgebied kan versterken,” meende hij.
Nu wél oppakken
Het liep geen storm op de 'evaluatiebijeenkomst' van de gemeente. De hotels schitterden door afwezigheid en lang niet alle café- en restaurantbazen waren present. Het tiental dat er – naast gemeente, politie, KHN'ers, twee raadsleden en één burger – zat, was ronduit ingenomen met de meeting. Hèhè, eindelijk, constateerden ze. Maar eigenlijk was het volgens hen te laat. “Mosterd na de maaltijd, na alle veranderingen,” noemde iemand het.
In 2010 (!) was de laatste samenkomst geweest. Toen beloofde burgemeester Pieter Litjens dat elkaar driemaal per jaar bijpraten nuttig zou zijn. Veel van de aandachtspunten destijds waren ook vier jaar geleden al aandachtspunten geweest… Een ondernemer vertolkte de gevoelens van de aanwezigen: “Er is geen bal mee gedaan, maar laten we het nu wél oppakken.”
Rondje horeca
Hoog op de verlanglijst van de ondernemers staan verruimde sluitingstijden en een vast aanspreekpunt bij de gemeente. En alsjeblieft, laten Amstelveense ambtenaren eens “een rondje horeca” doen in Aalsmeer. “Qua kennis en menskracht is het sinds de ambtelijke fusie vooruitgegaan,” zei een uitbater. “Maar we willen graag dat Amstelveense ambtenaren Aalsmeer bezoeken, zodat ze weten waar ze over praten.”
Er kómt een vervolg. Het wordt in het najaar, al werd er vorige week nog geen datum geprikt.
● Klik hier voor recent artikel over ruimere terrastijden
(Foto archief AV)