Door: Jan Dreschler. Arya Jalili is 21 jaar oud. Op 14 november werd hij Nederlander. Zijn jeugd in Noord-Iran, aan de oever van de Kaspische zee was fantastisch. Toen hij vijftien was sloeg het noodlot toe. “In drie uur was ik alles kwijt.”
Arya behoorde tot het Koerdische deel van de bevolking van Iran. Hij werd dichtbij Teheran geboren, maar groeide vooral op in het noorden. Het was een prachtige omgeving. Hij kwam uit een welgesteld gezin. Zijn vader was adviseur van één van de ministers uit het kabinet van president Ahmadinejad. Het was ook een sportief gezin. Zijn vader startte een watersportclub, Arya liftte daarin mee en was al jong op het water te vinden. Tot drie keer toe werd hij jetski-jeugdkampioen van Iran.
Tot zijn vijftiende, want toen werd alles anders. Er was een wisseling van de macht en, zo zegt hij: “mijn vader moest dood, want hij wist te veel.” In drie uur tijd moest besloten worden hoe ze het vege lijf zouden konden redden. De ontsnapping zou te voet moeten gebeuren. Dat was de enige, enigszins veilige manier. Het gezin bestond uit vader en moeder, Arya en zijn zesjarige zusje. Voor die laatste was een dergelijke voetreis onmogelijk. Dus bleven zijn moeder en zusje in Iran en vader en zoon vertrokken spoorslags te voet naar Turkije.
“In drie uur tijd was ik alles kwijt. Mijn toekomst, mijn vrienden, alles ging kapot. Nadat we verdwenen waren en niemand wist waar we waren, is de familie onder andere mijn opa en een oom, aan een verhoor onderworpen. Mijn moeder en zusje heb ik al zes jaar niet meer gezien. Maar wij konden niet meer opgespoord worden, want we hadden geen telefoon meegenomen en waren dus compleet onvindbaar.”
Alles was anders
Ze kwamen heelhuids de grens over, maar hadden niet veel geld. Ze konden tegen betaling meerijden achter in een vrachtwagen, met als bestemming Engeland. Na een lange reis werd de auto stilgezet, de deuren gingen open met de barse mededeling: “Dit is Engeland en nu eruit!” Ze stonden midden op de snelweg, naar later bleek ergens in Nederland. De chauffeur was kennelijk bang geweest om bij de boot naar Engeland gesnapt te worden.
“We zijn toen maar gaan lopen, totdat we op enig moment bij een bushalte kwamen en daar zijn we gaan wachten. We hadden geen idee waar we waren. Er kwam een bus voorbij en de buschauffeur nam ons gratis mee en zette ons af in het centrum van een stad, waar we het politiebureau opzochten. Daar hebben uitgelegd wat ons was overkomen. We kregen een dagkaart van de NS en de instructie om naar Ter Apel te gaan. Daar is mijn leven in Nederland begonnen.”
Ze zouden twee weken in Ter Apel blijven. Daarna werden ze geplaatst in een AZC in Zutphen. “Dat was geen fijne plek om te vertoeven. We leefden met veel mensen in een kleine ruimtes, waarbij toiletten en badkamers met heel veel mensen gedeeld moesten worden. Ik moest erg wennen aan Nederland, vooral de eerste weken. Alles was anders. Het eten was anders, de cultuur en wat me ook opviel daar in de Achterhoek was, dat iedereen elkaar op straat groette. Dat was ik niet gewend.”
Passie voor film
Na ruim drie jaar was er een huis in Aalsmeer en zo zijn vader en zoon hier gekomen. “Ik ging studeren aan een ROC in Amsterdam. Maar dat was een school met veel criminaliteit, waar ik me niet echt veilig voelde. Vanuit die school liep ik stage bij Camera Rentals en daar kreeg ik een passie voor film. Ik ben er na mijn inmiddels afgebroken opleiding blijven werken. Het is een bedrijf dat camera-apparatuur verhuurt in het hoogste segment. Vaak als mensen, bijvoorbeeld voor een bedrijf, een korte film willen maken huren ze liever de apparatuur dan dit zelf aan te schaffen. Binnen een jaar was ik tweede camera-assistent en mocht ik meedoen aan grote projecten. Een paar korte films waar ik aan meewerkte ontvingen een Gouden Kalf in de desbetreffende categorie. Deze zomer ben ik bevorderd tot cameraman B. Mijn grote droom is om uiteindelijk in Hollywood te mogen werken.”
Re-enactment
Maar ondertussen is er ook een hobby in zijn leven gekomen die hij met veel passie uitoefent namelijk Airsoft. Het is een soort schietsport waarmee je een spel speelt waarin je als ware deel uitmaakt van de Dienst Speciale Interventies. Het is een activiteit die ook wel re-enactment genoemd wordt. “We doen dat in groepsverband uitgerust met authentieke kleding, alleen ons wapen is niet echt. Het is een sport die in Nederland door heel wat mensen wordt uitgeoefend, naar schatting door zo’n 70.000 personen. Mijn groep doet het echt op het allerhoogste niveau.”
Het heeft bij hem de wens doen ontstaan om ook echt in het leger te gaan en wel bij de commandotroepen. “Ik ben dat stellig van plan en ben al druk aan het sporten om dat te bereiken, want ik weet dat het een hele zware selectie en opleiding is.” Arya beseft dat je niet je hele leven commando kunt zijn, dus dat is het doel voor de korte termijn. Zijn lange termijn doel blijft een carrière in de filmwereld.
Meer Nederlands dan Iraans
Daadwerkelijk Nederlander worden leek Arya, die vrijwel accentloos Nederlands spreekt, een logische stap. ”Inmiddels ben ik zo gewend in Nederland dat ik me meer Nederlands dan Iraans voel. Ik ben weliswaar opgegroeid in Iran, maar gevormd in Nederland. Ik kan hier zijn wie ik ben en met wat ik doe heb ik een goede investering in mijn mezelf gedaan. Ik voel mij hier thuis. De angstige ervaringen van zes jaar geleden hebben mij geen trauma bezorgd, maar mij juist sterker gemaakt.
We wonen nu twee jaar in Aalsmeer. We hebben nog geen speciale band opgebouwd met de plaats, maar ik vind het wel een heel mooi dorp. Ik wil in de toekomst nog wat meer deel nemen aan het sociale leven. Wat ik het fijnste vind in Nederland en in Aalsmeer is dat je veel meer respect ontvangt van andere mensen en ook van politie en overheden. Dat is er in Iran totaal niet bij.”
(Foto’s: Arjen Vos)