Door: Erik van Itterzon. Ik was in het kantoor van De Meerlanden in Rijsenhout. De deur stond open, maar verder leek het pand verlaten. Er was echt helemaal niemand en ik stond op punt van vertrek, toen ik aan het eind van de gang een zwart gordijn zag. Zwarte gordijnen vragen erom er even achter te kijken, dat deed ik en daar was een deur. Een deur met een naamplaatje: J. Penwortel.
Ik klopte aan en hoorde “Ik ben er niet niet”. Nou heb ik Pluk van de Petteflet een aantal keren voorgelezen, dus met die kluit liet ik me niet in het riet sturen. Ik deed de deur open en daar zat inderdaad J. Penwortel. Hij kreunde van narigheid en probeerde me alsnog weg te werken, maar slaagde daar niet in. Uiteindelijk bood hij me een stoel aan, haalde koffie en we raakten aan de praat.
“Misschien ben ik wel blij dat eindelijk iemand me gevonden, iemand van buiten dan. Misschien moet ik m’n verhaal maar ‘ns doen.” Ik knikte hem vriendelijk toe, géén idee waar dit toe ging leiden.
“Ik ben de meest eenzame persoon in dit bedrijf. Hoewel binnen de muren van dit concern uitsluitend in superlatieven over mij wordt gesproken, durf ik me buiten niet te vertonen, ik schaam me kapot”. Nou heb ik in mijn leven wel het een en ander meegemaakt, maar dit leek ook voor mij helemaal nieuw. “Oh ja? Vertel” probeerde ik hem aan te sporen.
“Kijk, wij zijn een afvalverwerkingsbedrijf” ging J. Penwortel verder met zijn verhaal. Daar is leuk geld mee te verdienen, maar we wilden méér, groter. En toen heb ik bedacht dat we ook wel iets konden gaan doen in het groenonderhoud. En dat is gelukt, we hebben de gemeente Aalsmeer binnengehaald als klant. En dat was echt een mooi contract, zo’n kans krijg je als bedrijf misschien eens in de vijfentwintig jaar. Dus iedereen hier enthousiast, ik ging een leuke salarisschaal omhoog, het eten in de bedrijfskantine kreeg een mooie upgrade en in het hele pand is ledverlichting geïnstalleerd”. J. Penwortel keek er niet blij bij, hij slaakte zelfs een diepe zucht.
“Maar wat is dan toch het probleem, waarom geniet je niet van je succes?”
“Omdat ik geen idee heb van groenonderhoud. Ik kan nog geen kastanje van een vlinderboom onderscheiden, het terras bij mijn huis is betegeld, dat neem ik vier keer per jaar met de hogedrukspuit onderhanden.”
“Maar is er bij dit bedrijf dan helemaal niemand die wel verstand van groen heeft?”
“Nee, helemaal niemand”, verzuchtte J. Penwortel en hij keek me aan met de meest droevige ogen die ik ooit zag.
“Grasmaaien, dat hebben we inmiddels wel onder de knie, vinden we zelfs leuk. Er zijn wel plekken in Aalsmeer waar een leuk gazonnetje ligt, dat is fijn om daar met je maaimachine overheen te rossen. Wat ook heel leuk is, is het maaien van de berm. Dat wil echt iedereen graag doen. Lekker scheuren lang een fietspad of trottoir, een strook van een halve meter maaien en dan achteromkijken en zien dat het gemaaide gras echt alle kanten op geblazen is.” Bij het uitspreken van die laatste zin leek het gezicht van J. Penwortel wat op te klaren.
“Dat verklaart waarom het onkruid langs het Spoorlijnpad anderhalve meter hoog staat, of in het Baanvak, of nou ja, noem maar op, overal in Aalsmeer.” J. Penwortel leek niet blij met mijn opmerking, weer keek ik in zijn droevige ogen.
“Zou kunnen, zou kunnen. Maar zoals ik zei, niemand hier heeft er verstand van. Wel is ons opgevallen dat het meeste groen zo rond november als vanzelf verdwijnt, dan ziet het er een maand of vier netjes uit en dan begint het hele circus opnieuw.”

“Maar dan moet me toch nog iets van het hart”, zei ik. “Het Csizikplantsoen aan de Hortensialaan, dat vind ik er ronduit zielig uitzien, zou daar niet wat onderhoud gepleegd kunnen worden? Wellicht is er budget om een extern bureau te vragen?”
“Csizik, die naam heb ik gegoogeld, dat was toch die man van de wilde tuinen?”
“Dat was Louis Le Roy!” Wist ik, met m’n hoofd vol Triviant weetjes. “Csizik was van belang voor de Aalsmeerse sierteelt, hoofdarrangeur van de Vaktentoonstelling. Ik zal Hermen de Graaf vragen u over dit onderwerp bij te praten, zult u geen spijt van krijgen!”
“Ik zei u toch dat er hier helemaal niemand is met enig verstand van groen!”
J. Penwortel zakte met een diepe zucht in zijn stoel en legde zijn gezicht in zijn handen en bedekte daarmee de allermeest droevige ogen die ik ooit zag.
Erik van Itterzon was jarenlang boekhandelaar in Hoofddorp. Literatuurliefhebber pur sang. Ook na zijn werkzame leven leest hij dat het een lieve lust is. Schrijven doet hij ook. Scherpe pen, gedrenkt in relativeringsvermogen en humor. Eigenwijze kerel. 












/Muller.jpg)




/LJ-de-Vries.png)





11 reacties
Leuke stukje maar ik erger me veel over hoe er met ons openbaar groen word omgegaan.
Bij ons in de Hornmeer word er niet meer geschoffeld maar als het onkruid hoog genoeg staat gaat men er men er de bosmaaier overhaan diep treurig met een gemeente met een sluitende begroting.
Kij ook eens naar de mooie wegberm v d stommerweg de vorige wethouder vroeg de inwoners wat men mooier wilde,vaste planten kwamen er een paar jaar later zijn de wegbermen voor de helft onder het gras verdwenen.
Nogmaals ik vind het een bende.
Nog een voorbeeld in het voorjaar heeft een medewrker v d plansoenendienst een hele dag op zijn hurken het onkruid uit het perkje voor het zwembad weg zitten trekken
hij had die dag heel veel kunnen schoffelen dan houd je het netjes .
Een week daarna stond het onkruid er weer als je zo met mensen omgaat gaat de motivatie er wel uit erg jammer laat het college eens naar Amstelveen kijken daar is het wel op orde,
keileuk Erik!
Prachtig geschreven stukje. Het zou ook een boek kunnen worden, er is nog zoveel niet benoemd. Bijvoorbeeld dat de prullenbakken blijkbaar alleen geleegd kunnen worden als je in een grote Mercedes bedrijfswagen over de voet- en fietspaden crosst, waardoor de grasbermen volledig aan gort gereden worden. En elk jaar de hierdoor verzakte paden opnieuw betegeld moeten worden. Of over de grasmaaier die met 50 km/h langs de slootkant scheurt waardoor het gras volledig verdwijnt. En met die snelheid kan je natuurlijk alleen héél ruim om de bomen en lantaarnpalen. Overigens kan je in Kudelstaart schapen houden op de trottoirs, zoveel gras groeit tussen de tegels. Afijn, we moeten maar blij zijn dat de gemeente bij aanbestedingen aan uw en mijn portemonnee denkt.
Wat mooi dat de naam Louis Le Roy hier genoemd wordt! Le Roy was de eerste die beweerde dat hij totaal geen verstand had van de natuur, ook al had hij heel veel boeken gelezen en veel Latijnse namen van planten kende. Laat het voor dhr. Penwortel een troost zijn dat niémand verstand van de natuur heeft! En dat je de kennis over de natuur aan de natuur zelf over moet laten. En dat is wat er gebeurt als je minimaal ingrijpt, en de natuur aan het woord laat.
Het Csizikplantsoen zou op deze manier zomaar een ecokathedraal kunnen worden. Hoe dat er over een halve eeuw uit kan zien? Kom kijken in Heerenveen, waar het proces al meer dan 50 jaar aan de gang is! Een groene long in een grijze wijk.
Fantastisch geschreven! Genoten van deze column.
Bij mij voor het huis kregen meisjes die aan het schoffelen waren een scheldkanonade van een buurtbewoner, ken mijn papenheimers .
Dat ze hun werk niet goed deden
Hij valt al over een grassprietje.
De meisjes keken hem niet begrijpend aan, bij navraag bij de voorman van de Meerlanden bleken het Oekraïense meisjes te zijn .
Ze werkte tijdens het beklag hard door.
Ik vond dat ze het goed deden van mijn praktijk leraar Fadagon, aanleg en onderhoud van tuinen hadden ze zeker een voldoende gehad .
Mooie column Erik, in de geest van de column vraag ik me wel af waar je mijnheer Penwortel aantrof; bij de Meerlanden of het Gemeentehuis?
Volgens de richtlijnen van de overheid moeten dit soort contacten worden aanbesteed en je mag bedrijven uitsluiten als er een wan prestatie is geleverd in het verleden. Dus de gemeente kan beter maar wil niet beter en wat ik denk is dat er iemand beter van wordt. Ik zou zeggen follow the money. We kunnen het ook mog hebben over de fietspaden die onnodig vervangen worden en de hornweg blijft een achtbaan
Geweldig geschreven!! En zo herkenbaar als ik door Kudelstaart loop!
Helaas is het in Aalsmeer een bende bij ons is de sloot helemaal dicht gegroeid triest
Erg leuke column,zullen de groenmedewerkers vast waarderen om als onnozele sukkelaars die maar wat aan rommelen weg te zetten!!!!